Deze schrijfcursus draait om ‘het verhaal’ als basis voor tal van uitingen, zoals literatuur, maar ook film en series. Het doel is te laten zien dat verhalen op verschillende manieren en in verschillende vormen verteld worden. Of, om met de woorden van de Britse auteur Hilary Mantel te spreken: ‘If you have a good story idea, don’t assume it must form a prose narrative. It may work better as a play, a screenplay or a poem. Be flexible.’
Docent: Manon Uphoff & Iris van Vliet
Data: 19, 26 januari, 2, 9, 16 februari en 2 maart
Tijden: 19:00 - 21:30 uur
Locatie: Achter de Dom 14, Utrecht
Prijs: €450,- (ILFU Members krijgen 5% korting)
Voertaal: Nederlands
Je werkt in deze cursus toe naar een afgeronde tekst van circa 1500 woorden. Deze tekst kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld een afgerond hoofdstuk uit een manuscript of langer prozastuk, een (kort) verhaal, een synopsis voor een film of een klein scenario voor een korte film.
Opbouw
Tijdens de lessen is er steeds ruim tijd gereserveerd voor theorie in de vorm van een digitaal hoorcollege van Manon Uphoff en Iris van Vliet, waarin literatuur en film hand in hand gaan. Beeld- en tekstfragmenten kijken en lezen is een vast onderdeel van elke les; de theorie wordt ondersteund door prikkelende voorbeelden die we met elkaar analyseren en bespreken. Ook gaan we aan de slag met kleine kijk- lees, of schrijfopdrachten in de les en is er natuurlijk volop ruimte voor het stellen van vragen. Je ontvangt regelmatig feedback, zowel van de andere cursisten, als van de beide aanwezige docenten. In de laatste les kijken we ook met elkaar naar de bundel en stellen we een redactieteam aan.
19 januari – Het verhaal (in woorden of beelden/boek én film)
Hoe en op welke manier vertellen we verhalen? Waarom zijn ze zo belangrijk en spreken ze ons zo aan? En welke vertelvormen kennen we/zijn er allemaal? In de eerste les verdiep je je in het verhaal als basis, zowel voor film als in literatuur. Hier gaat het om storytelling (we gebruiken even het Engelse woord), om het vertellen, schrijven, lezen en maken van verhalen over de vertelgrenzen heen. En: het ‘vocabulaire’ van films, series en literatuur: verschillen en overeenkomsten. Hoe beïnvloeden deze vocabulaires elkaar? Hoe versterken ze elkaar?
26 januari – De arena
Waar zijn we en wat doen we hier? In welke wereld bevinden personages zich? De arena is meer dan alleen de locatie van je verhaal. Het is het totaal van tijd, plaats en atmosfeer waarin de vertelling zich afspeelt en de personages tot hun handelen komen. Maar hoe creëer je zelf een boeiende, aansprekende en logische arena?
2 februari – Personage(s)
Vertel me wat je doet! Laat me zien hoe je handelt! En ik zeg je wie je bent. Gebeurtenis, handeling, personage en situatie. Hoe komt een personage tot leven op papier of op beeld? Hoe schep je geloofwaardige personages, die zo dynamisch en tastbaar zijn dat je ze niet meer vergeet? En wat kun je leren van onvergetelijke personages?
9 februari – Plot en structuur
Een ijzeren harnas of een soepele jas? Regels, wetten en het groene gras bij de buren. We onderzoeken uitspraken als: ‘In film kan alles,’ of: ‘In verhalen/literatuur kan meer,’ en omgekeerd.
16 februari – Dialoog, monoloog
Niet zeggen wat je zegt en zeggen wat je niet zegt. De kunst van de dialoog en de monoloog.
2 maart – Details & narratieve middelen
Het detail als microkosmos. Verhalen worden tot leven gewekt door goed gekozen details. Maar hoe kies je die? En welke narratieve middelen kun je inzetten, op welke manier, om je verhaal nog beter te maken?
We besteden verder aandacht aan ‘het grote hierna’. Belangrijke vragen als: Wat zijn de valkuilen en problemen die je kunt tegenkomen bij het schrijven en als je wilt publiceren? Er is ruimte voor prangende vragen.