Deze 7 moderne Amerikaanse verhalenbundels moet je gelezen hebben

Door de dominante positie van de roman in het Nederlandse literaire veld, wordt soms vergeten dat grootse verhalen ook te vinden zijn in weinig bladzijden. In korte verhalen word je als lezer maximaal een paar uur ondergedompeld in een fictieve verhaalwereld, maar desondanks kan zo'n verhaal je ontroeren, opvrolijken of inspireren. In de Verenigde Staten hebben ze dit literaire genre al sinds de negentiende eeuw uitstekend onder de knie en daarom bespreekt dichter en schrijver Ferdy Karto zijn persoonlijke top 7 moderne Amerikaanse verhalenbundels.

Tags

Verplichte kost Kort verhaal Amerika
Foto: Gregor Servais

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Waar in andere gewesten korte verhalen een achtbare status genieten, lijkt in ons land deze vorm niet zo aan te slaan. Schrijvers als Belcampo ten spijt. Nederland lijkt getuierd aan de Grote Roman. Wie aan korte verhalen denkt, denkt aan Somerset Maugham, Tsjechov, Cortázar, Gogolj, Brecht, Gordimer, Potok, Mukherjee of Welsh. De lijst is eindeloos. Het vakmanschap wordt intergenerationeel overgedragen: Ngozi Adichie, Mueenuddin, Yoshimoto, Lapcharoensap, Gappah, Adiga. Een land dat de traditie van korte verhalen tot in de nagelranden beheerst: de Verenigde Staten. Het land verstrekt gelegenheid voor schrijvers om hun kleinood te publiceren en daarmee een schare aan liefhebbende lezers te bedienen.

Een septet aan zeer noemenswaardige verhalenbundels van na de jaren ’50, met als honorable mentions: E. Annie Proulx, Richard Ford, Barry Hannah, Kurt Vonnegut en Toni Cade Bambara.

7. Sandra Cisneros – Woman Hollering Creek and Other Stories (1991)

Veel auteurs zouden een ernstig misdrijf begaan om over de gave van deze chicana te beschikken. Op gemiddeld drie pagina’s geeft Cisneros een masterclass korte verhalen schrijven. Het zijn schetsen die passen als je favoriete colbert. In elke zin heb je het gevoel hier je residentie op te trekken. Het is een puike literaire locatie. Cisneros schrijft met een kinderlijke bevlogenheid en neemt je blakend van zelfvertrouwen aan de hand. 'Ken je die winkel met die religieuze spullen op Soledad?', begint ze een verhaal. Ze spreekt vertrouwelijk, onbeschroomd. Het sorteert effect, want binnen no-time zijn de personages je buurman, je neef, je zus. En verlang je dat ze niet ophoudt met vertellen.

6. Bernard Malamud – Idiot's First (1963)

Het is moeilijk om Malamud buiten deze opsomming te houden. Hoewel er wellicht betere verhalenbundels van hem bestaan, zijn het vooral de verhalen “The Jewbird” en “Suppose a Wedding” die excelleren. Het is zeer verdienstelijk hoe Malamud een inkijkje geeft in de Joods-Russische gemeenschap in de grote stad. De kleurrijke personages met hun goede bedoelingen die worden getormenteerd door De Ander. Malamud is gevat, boeiend en bij vlagen cynisch. En hoewel de schrijnende situaties uiteindelijk escaleren, laat de schrijver je altijd achter met een snipper die verdacht veel op hoop lijkt.

5. Ellen Gilchrist – Drunk with Love (1986)

Een oeuvre met een ontelbaar aantal aan korte verhalen. De goede verstaander ziet Gilchrist terugkomen op personages die ze in eerder verhalen heeft laten opdraven. Het is onnavolgbaar hoe Gilchrist het klaarspeelt: met enkele zinnen – soms een korte dialoog – ben je volledig geïnvesteerd in plot & personage. Je voelt de twijfel, apathie of beklemming. Een vrouw rijdt haar Toyota sedan door een donutwinkel. Een ziekelijke adoratie van een jong meisje voor haar partner. De aanloop naar een avontuurlijke zwempartij in een baai: het zijn set-ups voor zinderende verwikkelingen die zich als een Americana-film voor je openbaren.

4. Lorrie Moore – The Collected Stories (2008)

Indien onaardlijke wezens het ondermaanse zouden bezoeken en hongerden naar kennis over het menselijke ras, zou een eenvoudige taak volstaan. Laat ze het verzameld werk van Lorrie Moore lezen (met inachtneming dat ze begrijpend kunnen lezen). De schrijfster heeft talloze bundels gepubliceerd die niet voor elkaar zwichten in zeggingskracht. Daarom deert het niet haar volledige collectie te lezen. En daar voldoening in te ontdekken.

3. Sherman Alexie – The Lone Ranger and Tonto Fistfight in Heaven (1993)

De schrijver, dichter en regisseur werkt geestdriftig aan verhalen die niet under the limelight vallen. Het zijn vertellingen over de Native People, hun worsteling met identiteit, trauma en alle gevolgen die hieruit voortkomen. Stuk voor stuk zijn het treffende verhalen die ongewild blijven sluimeren in je gedachten. Zonder veel aplomb laten ze op subtiele wijze zien hoe we ons verhouden tot de ander. In ‘This is what it means to say Phoenix, Arizona’ moet een zoon naar een verre staat om regelingen te treffen rondom zijn onlangs in een stacaravan overleden vader. Na beraad met de stamouderen van de rez (het reservaat) mag hij afreizen, maar hij moet iemand meenemen. Thomas Builds-a-Fire is de uitverkorene. Op het eerste gezicht hebben de twee weinig gemeen. Na de monotone reis door een onveranderd landschap onthult zich een zuinig lichtpunt.

2. Raymond Carver – What We Talk About When We Talk About Love (1981)

Je zou kunnen spreken van een literair landschap vóór en na Raymond Carver. Hij schetst op puntgave wijze de tijdsgeest. Daarmee inspireerde Carver talloze filmmakers, beeldend kunstenaars, fotografen en zelfs een Nederlandse toneelgroep. Andere ‘short story writers’ als TC Boyle, Amy Hempel, Wells Tower en Chuck Palahniuk zijn schatplichtig aan Carver. “What we talk about when we talk about love?” zijn kleine verhalen met een minimum aan personages. De stijl is zeer minimalistisch. Het draait meestal om mensen aan de onderkant van de samenleving die worstelen met dagelijkse verleidingen. Alleen al titels als ”The third thing that killed my father” spreken tot de verbeelding. En zo word je ongemerkt een betrokken toeschouwer van gebeurtenissen tijdens een yard-sale, een kappersbezoek, een niet-opgehaalde taart.

1. Flannery O'Connor – A Good Man is Hard to Find and Other Stories (1955)

American Gothic laat zich definiëren door twee hoofdthema’s: de opkomst & macht van de automatisering enerzijds en de kracht van rationaliteit in heftige periodes van tumult anderzijds. Hiertussen schuilt nog de puriteinse gedachte dat er een Hel bestaat – hoe verhoudt de mens zich hiertoe? De absolute koningin van de Southern Gothic is zonder twijfel Flannery O’Connor. Voor ondergetekende zijn haar beide verhalenbundels gelijkwaardig. Het zijn intense confrontaties tussen ongecompliceerde mensen en een amorele, uitbuitende wereld. Hoe spaart men hun eigen waarden? Niets minder dan zuivere meesterstukken.