Het juryrapport voor de Filter Vertaalprijs 2022

Het was een uitgesproken weelderig jaar, 2021, althans wat vertalen betreft. Bij de jury van de Filter Vertaalprijs werden door uitgevers, redacteuren en de oplettende redactieleden van het tijdschrift Filter bijna tweehonderd boeken aanbevolen die in het vertaaljaar 2021 verschenen waren. De jury die mocht beslissen over de nominaties en toekenning van de Filter Vertaalprijs 2022 kreeg daarmee een enorme boekenberg gepresenteerd. De prijs, in 2007 in het leven geroepen om bij te dragen aan een grotere maatschappelijke waardering voor uitzonderlijke vertaalprestaties, moest traditie- en statuutgetrouw gaan naar een bijzondere vertaling – en daarvan waren er in die boekenberg heel wat te vinden. Het bleek allesbehalve eenvoudig om de berg terug te brengen tot een overzichtelijke stapel. Het ging stapsgewijs, de aanbevelingen kwamen uit alle uithoeken van de boekenwereld, maar het bleek een boeiend karwei. Wel een dat hoofdbrekens kostte, want er was ook waardering voor opzijgelegde vertalingen – en wat is ‘bijzonder’?

 

Tijdens het leeswerk van de jury en de gesprekken over onze bevindingen werd gaandeweg duidelijk dat wij de prijs vooral wilden opvatten als een eerbetoon aan de creativiteit en het talent van vertalers die nieuwe denk-, belevings- en cultuurwerelden voor de lezer ontsloten. Dat raakt de kern van alle vertalen, hoe pretentieus het ook klinkt. Het jureren werd dan ook op zekere momenten een feest, op het moment waarop we geraakt werden door iets wat we niet kenden, een wereld waarin we beland waren als culturele ontdekkingsreizigers, geleid door de fenomenale gidsen die vertalers zijn. Gedurende dat proces:

·        kwamen we terecht in de veertiende-eeuwse ridderwereld in onze eigen contreien en andere landen van Europa waarin broer en zus Heinric en Margriete hun avonturen beleven. Gaandeweg ontwikkelen ze zich van onschuldige, soms zelfs onbezonnen kinderen tot volwassenen en vinden ze de liefde;

·        kregen we inzage in de precaire binnenwereld van een verstoten kind in Italië dat op zichzelf is aangewezen om de werkelijkheid en de taal die naar die werkelijkheid verwijst te duiden; hier hadden we het idee dat het hele boek al ging over vertalen, over het naarstige zoeken naar het juiste woord;

·        beleefden we de dramatiek van het dagelijks leven van een welgestelde Chinese familie en haar personeel in de achttiende eeuw, fraai verwoord en prikkelend ondanks de enorme omvang van het boek, dat al twee eeuwen had klaargelegen voor vertaling;

·        konden we te rade gaan bij onszelf en wat ons omringt en ontdekten de zogenaamde osmokosmos oftewel de geurwereld van onze planeet, via verschillende invalshoeken, de wetenschappelijke, de culinaire, de alledaagse;

·        en ervoeren we dichter bij huis de uiterst actuele en rauwe realiteit van een Irakese vluchteling die zich in Finland mentaal staande probeert te houden door de verhalen te vertellen van zijn lotgenoten.

 

De jury was zeer onder de indruk van de kennis en het scala aan vaardigheden waarover de vertalers moesten beschikken om die nieuwe werelden toegankelijk te maken – iets dat uiteraard meteen iets zegt over de moeilijkheidsgraad van de bronteksten, die specialistische kennis vereisten:

·        Ingrid Biesheuvel moest voor de Roman van Heinric en Margriete van Limborch niet alleen de naar eigen zeggen soms ‘behoorlijk onbegrijpelijke’ Middelnederlandse versregels interpreteren, maar haar brontekst her en der ook reconstrueren uit een handschrift in het Ripuarisch; zij verantwoordt die werkwijze uitgebreid, gewetensvol en voorbeeldig;

·        Jan van der Haar benutte in Daar op het plein is niemand alle facetten van het Nederlands om de rijkdom zichtbaar te maken van het Italiaans van Dolores Prato, een Italiaans dat drijft op spreektaal of dialect – de bijna plotloze inventaris van indrukken, emoties en herinneringen boeit van begin tot eind omdat de rode draad in de roman de taal zelf is;

·        Anne Sytske Keijser, Mark Leenhouts en Silvia Marijnissen vertaalden voor De droom van de rode kamer van Coa Xueqin tweeduizend pagina’s verteltekst, dialoog, ingelaste sprookjes en gedichten, beeldende beschrijvingen van plaatsen en interieurs zonder dat de lezer merkt hoe ze het werk onderling verdeelden – een enorme prestatie;

·        In zijn even soepele als trefzekere vertaling De geuren van de wereld van Harold McGee lijkt Jacques Meerman ook zelf rondgesnuffeld te hebben om alle geuren vervolgens zo onder woorden te kunnen brengen dat ook de lezer kan ruiken, proeven en begrijpen hoe rijk de natuur op, onder en boven de aarde is;

·        Djûke Poppinga is het gelukt om in Allah 99 op superieure wijze alle fijne nuances te treffen van de registers die de Arabische tekst van Hassan Blasim rijk is; zowel de spreektaal in de dialogen als de poëtische taal in de beschrijvingen, zowel de grofheden als de tedere liefdesbetuigingen worden feilloos getroffen, of het nu gaat om marktlui in Bagdad, dj’s in Helsinki of taxichauffeurs in Caïro.

 

Grote waardering had de jury voor de vaardigheid van de vertalers om een Nederlands equivalent te vinden voor de specifieke toon of juist de veelheid aan stemmen in hun bronteksten. Wat de vijf genomineerde vertalingen verder gemeen hebben is hun idiomatische rijkdom en stilistische brille. En als gezegd was een belangrijk criterium voor de jury de bijzonderheid van de vertaling: alle vijf vertalingen vormen een verrijking van de Nederlandse cultuur. Er bestond immers nog geen vertaling in modern proza van Nederlands grootste ridderepos. Een dergelijk kolossaal en caleidoscopisch egodocument, herinneringsliteratuur geschreven door een vrouw, bestond nog niet in het Nederlands. Het meest canonieke werk uit de Chinese literatuur was nog niet eerder in het Nederlands vertaald. Een handboek over geuren voor een groter publiek, zo goed gedocumenteerd en briljant verteld: we kenden het niet. En was de westerse lezer ooit al in zo’n originele vorm geconfronteerd met de gelaagdheid van het vluchtelingschap en een spiegel voorgehouden over zijn eigen vooroordelen?

De jury van de Filter Vertaalprijs 2022 reikt de prijs uit aan de vertaling die in haar ogen in overtreffende trap voldeed aan al deze criteria. Een roman meer dan twee eeuwen geleden geschreven, een verhaal dat ver van ons bed speelt, in een andere wereld, een andere cultuur, een volstrekt andere samenleving, met andere normen en waarden, met een ander gevoel voor esthetiek en symboliek, voor sociale verhoudingen. En toch, je leest, je proeft, en je bent verkocht. De dialogen zijn zo levendig dat je je meteen betrokken voelt, je ziet mensen voor je van vlees en bloed, je voelt hun gevoelens, hun angsten, hun hoop. Je ervaart klassenverschillen, een ons vreemde hiërarchie, je neemt waar door hun ogen. Je leest sprookjes en gedichten of liederen, speels ingelast en niet anders behandeld dan scènes en taferelen uit de werkelijkheid. We waren verbaasd en vroegen ons af waar het aan lag dat de tekst zo dichtbij kwam. Er is maar één antwoord mogelijk: het Chinees is door de drie vertalers zo vertaald dat het vreemde en het eigene, het verre en het nabije even sterk worden overgebracht. Hun monumentale vertaling doet recht aan het historische belang en de rijkdom van deze roman en zal – als schijn niet bedriegt – tijdloos blijken.

De Filter Vertaalprijs 2022 – met een prijzengeld van € 10.000 ter beschikking gesteld door de Groep Algemene Uitgevers – gaat naar Anne Sytske Keijser, Mark Leenhouts en Silvia Marijnissen voor hun vertaling De droom van de rode kamer van Coa Xueqin.

 

Utrecht, 28 september 2022

Bas Belleman, Hans Bouman, Carlijn Brouwer, Christiane Kuby en Caroline Meijer.