Het juryrapport voor de Filter Vertaalprijs 2024

Juryrapport Filter Vertaalprijs 2024

Als je als lezer wordt geboren, is er wat voor te zeggen om dat in Nederland te doen. Ons taalgebied mag dan klein zijn, maar misschien is het juist daarom dat er ieder jaar zo’n rijke en brede oogst is aan literaire vertalingen. En waar merk je dat meer dan in de jury van de Filter Vertaalprijs. Niet alleen kregen wij de vrijwel onmogelijke taak om uit 262 literaire vertalingen een aantal voor te dragen voor de titel ‘meest bijzondere vertaling’, we moesten ook bepalen wat dat is: een ‘bijzondere’ vertaling.

Natuurlijk is een vertaler méér is dan iemand die woorden overzet in een andere taal. Het kale ‘overzetten’ kan wellicht laten doorschemeren dat een tekst in de oorspronkelijke taal bijzonder moet zijn, maar het is de kunst – en ja, het is een kunst, geen kunde – om dat bijzondere niet alleen te suggereren, maar om het in de Nederlandse taal, met haar specifieke eigenschappen en mogelijkheden, daadwerkelijk te laten zien en liefst opnieuw te laten gebeuren. Wie het Nederlandse vertaallandschap van het afgelopen jaar overziet, kan niet anders dan concluderen dat er in Nederland veel van zulke kunstenaars rondlopen. En dat er een fijnmazig netwerk is van uitgevers, boekhandelaren en vooral lezers die deze kunst maar wat graag tot zich nemen.

De voor de shortlist van de Filter Vertaalprijs genomineerde boeken getuigen stuk voor stuk van dit kunstenaarschap. In alfabetische volgorde, op achternaam van de vertaler, gaan we ze nog een keer langs:

Kiki Coumans leverde met haar vertaling van Pauline Peyrades debuutroman The age of destroying, verschenen bij Uitgeverij Vleugels, een sobere, indringende tekst af, die de novelle ook in het Nederlands in staat stelt om véél meer te zijn dan alleen het verhaal dat ze vertelt. Coumans benadert de complexe toon van Peyrades vertelstem zo goed, dat deze intieme vertelling niet alleen laat zien hoe een kind opgroeit met een getraumatiseerde ouder, maar ook de werking van intergenerationeel trauma in het algemeen blootlegt.

Jan Fastenau is de bloemrijke, wervelende, soms apocalyptische taal van Paul Harding in Dit andere paradijs, verschenen bij Querido, met verve te lijf gegaan. Een lastig boek om te vertalen, deze roman die het verhaal vertelt van Malaga Island, een eiland voor de Amerikaanse oostkust. Harding trekt veel taalregisters open, overspoelt de lezer met beelden en personages en met fenomenale natuurbeschrijvingen. Jan Fastenau is er uitermate goed in geslaagd om deze taal ook in het Nederlands zijn werk te laten doen en dat heeft een meeslepende roman opgeleverd.

Ook Rokus Hofstede is genomineerd voor een boek met fenomenale natuurbeschrijvingen: Schoonheid op aarde van Charles Ferdinand Ramuz, verschenen bij Van Oorschot. In deze roman, waarin een dorpsgemeenschap aan het meer van Genève geconfronteerd wordt met de verschijning van de mooie Cubaanse Juliette, die na de dood van haar vader bij haar oom komt wonen, hanteert Ramuz een experimentele spreektaligheid die niet alleen nog net zo fris aanvoelt als een eeuw geleden toen het boek verscheen, maar die een speelse, vloeibare taal oplevert, vol perspectief- en tijdwisselingen, die de huidige avant-garde van de natuurliteratuur naar de kroon steekt. Rokus Hofstedes Nederlandse versie is minstens zo speels, zo gevoelig, zo direct en tegelijk experimenteel, vol schijnbaar fonkelnieuwe Nederlandse taal, en al even plezierig om te lezen.

Liesbeth van Nes toont met haar vertaling van Het café zonder naam, verschenen bij De Bezige Bij, wederom hoe auteur Robert Seethaler een schrijver is van waarnemingen, met een unieke, ingehouden en kraakheldere toon. In dit verhaal, over het wedervaren van een café en zijn bezoekers in het twintigste-eeuwse Wenen, brengt die heldere toon onopmerkelijke personages aanraakbaar tot leven, en Liesbeth van Nes is erin geslaagd dat in haar vertaling ook te laten gebeuren. Haar tekst geeft je het idee dat je getuige bent van wat zich afspeelt in de roman, als was je zelf bezoeker van het naamloze Weense café.

Annelous Stiggelbout ten slotte, heeft met haar vertaling van De Spijker van de Chinese auteur Zhang Yueran, verschenen bij Prometheus, een meeslepende tekst afgeleverd, die een verre wereld uitzonderlijk nabij brengt. Dat is niet alleen omdat De Spijker op scherpe wijze het leven portretteert in een samenleving die ver van de onze af ligt – meer specifiek hoe in China de Culturele Revolutie doorwerkt in families – maar ook omdat het Chinees soms ver van het Nederlands af ligt. Stiggelbout is in haar vertaling altijd precies. Soms letterlijk, maar vaak ook juist interpretatief, creatief, en het is dankzij die creativiteit dat ze erin slaagt van Yuerans tekst een echte Nederlandse tekst te maken.

Wie deze nominaties overziet, komt tot de conclusie dat de Filter Vertaalprijs dit jaar sowieso gaat naar een vertaler die erin geslaagd is een specifieke schrijverstoon heel dicht te benaderen, naar een vertaler die een wereld ontsluit, die uitblinkt in een grote mate van precisie en niet bang is die precisie te bereiken door creatief te zijn. Deze complimenten gelden voor alle genoemde boeken, hetgeen de keuze voor de jury bepaald niet makkelijk maakte. We hebben dan ook lang en intensief overlegd, maar uiteindelijk kwam er één winnaar bovendrijven.

De Filter Vertaalprijs 2024 gaat naar een roman die niet alleen een andere wereld ontsluit, niet alleen een andere tijd, niet alleen een unieke schrijver naar het Nederlands brengt, maar vooral ook een taal en een manier van schrijven die ook in de brontaal uniek is. Naar een boek dat de hedendaagse literaire mogelijkheden van het Nederlands vergroot, zoals het de mogelijkheden van de brontaal een eeuw geleden heeft vergroot. Naar een boek waarin de taal zo vloeiend is, zozeer in voortdurende verandering verkeert, dat ze soms geen centrum lijkt te hebben. Een boek dat in de moderne literatuurgeschiedenis belangrijk is geweest bij de omarming van spreektaal als literair middel en nu relevant lijkt te kunnen worden in de literaire zoektocht naar een natuurlyriek die cyclisch is en geen bezit neemt van de natuur die ze beschrijft. En vooral gaat de prijs naar een vertaler die van begin tot eind in deze wervelende, golvende, voortdurend uit de bocht vliegende tekst koers houdt als een onverschrokken kapitein. Die in zijn vertaling absoluut meesterschap toont, en erin slaagt om de tekst met eenzelfde speelsheid en plezier te benaderen als de oorspronkelijke schrijver. De Filter Vertaalprijs 2024 – met een prijzengeld van € 10.000 ter beschikking gesteld door de Groep Algemene Uitgevers – gaat naar Rokus Hofstede voor zijn vertaling van Schoonheid op aarde van Charles Ferdinand Ramuz.

***

De jury van de Filter Vertaalprijs 2024 bestond uit Joost Baars, Jacqueline Bel, Yond Boeke, Anna Eble en Brigit Kooijman.

1 oktober 2024


Mogelijk gemaakt door GAU – ILFU – Lira Fonds – Stichting Filter