Net als in de beginnerscursus wordt er elke les geschreven aan de aanzet voor een nieuw gedicht.
Het grootste verschil is dat er in de vervolgcursus vier van de acht avonden wordt gewerkt met een co-docent: een poëzieredacteur en/of uitgever en drie dichters. Tot de redacteurs die eerder meewerkten behoren Willemijn Lindhout en Harminke Medendorp. Onder de dichters die eerder aanschoven bevinden zich Mark Boog, Hester Knibbe, Luuk Gruwez, Iduna Paalman, Nisrine Mbarki, Yentl van Stokkum, Daan Doesborgh, Erik Jan Harmens, Ted van Lieshout, Alexis de Roode en vele anderen.
Het is niet nodig om vooraf de cursus poëzie schrijven voor beginners gevolgd te hebben. Het is wel meegenomen als je eerder een groepscursus dichten of schrijven hebt gevolgd en daardoor al enige routine hebt in het schrijven en bespreken van gedichten tijdens een groepsles.
Opbouw
1 en 2 – Stofvinding/opdrachtbenadering (woensdagen 9 & 16 oktober)
Elke dichter, of het nu een beginnende zondagsdichter of een gelauwerde veteraan is, heeft bij elk nieuw gedicht hetzelfde probleem: hoe kom ik van een leeg vel of scherm tot een eerste versie? In deze les gaan we uitputtend in op alle mogelijke manieren om een gedicht te beginnen – essentieel als je een externe opdracht hebt aangenomen, of jezelf er een gegeven hebt – en aan de gang te houden. Hoe voorkom je dat je jezelf de hoek in schildert, en als dat toch gebeurt: hoe kom je die hoek weer uit? In de tweede les praten we verder over stofvinding en opdrachtbenadering (en vele andere dingen) met Hanneke van Eijken.
3 en 4 – Poëtica (woensdagen 23 & 30 oktober)
De term Poëtica klinkt misschien wat serieus. Ik vat het op als alle bewuste en (vooral) onbewuste keuzes die je maakt bij het schrijven van je gedichten. Het geheel van die keuzes, en van je gedichten, is op te vatten als je (kennelijke) poëtica. Voor meer bewustzijn van wat je als dichter probeert te doen, is het essentieel om daarover na te denken. In de vierde les spreken we hierover verder met Erik de Jong (Spinvis).
5 en 6 – Persona (woensdagen 6 & 13 november)
Hoewel de ‘ik’ in een gedicht niet noodzakelijkerwijs de dichter hoef te zijn – als dichter kun je immers alles en iedereen aan het woord laten in je gedichten – heb je als dichter wel degelijk een persoonlijke relatie met je werk, en dat is het grote verhaal achter alles wat je schrijft. Zoals de cabaretier Johan Hoogeboom zegt in de podcast Elektra: ‘Youp van ‘t Hek heeft zijn hele leven niets anders gezegd dan: “leef je leven als je allerlaatste uur.” Dat zit in elke vezel van zijn programma, en van zijn zijn ook. Dus dat kan hij heel mooi weergeven. Als ík dat ga doen, gaan mensen niet lachen, want het kleeft niet aan mij.’ Ik vat de term ‘persona’ op als de vraag: wat kleeft mij aan als dichter? In de zesde les spreken we hierover verder met de dichter Daan Doesborgh.
7 en 8 – Afwerking (woensdagen 20 & 27 november)
Herschrijven en redactie voeren over gedichten en poëziemanuscripten
Gedichten schrijf je zelden in één keer, je maakt ze doorgaans af in verschillende herschrijfrondes. En ook als je je gedicht in de steek laat in de veronderstelling dat het af is, kan en moet er vaak nog iets aan gebeuren voordat het in een bundel gepubliceerd kan worden. Over de vaardigheden van herschrijven en redactie voeren over gedichten en bundels praten we verder in les 8 met Menno Hartman, Ingmars nieuwe redacteur bij Uitgeverij Van Oorschot.
Over de docenten
Ingmar Heytze is dichter, schrijver, columnist, performer en presentator. Hij publiceerde tot nu toe twaalf dichtbundels, ontving in 2009 de C.C.S. Croneprijs voor zijn dichterlijke oeuvre en was van 2009 tot 2011 stadsdichter van Utrecht. Hij verzorgde binnen ILFU voorgaande jaren ook deze succesvolle poëziecursus.
Hanneke van Eijken (1981) is dichter en jurist. Haar debuutbundel Papieren veulens (Uitgeverij Prometheus, 2013) werd genomineerd voor de C. Buddinghprijs 2014 en werd bekroond met onder andere de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 2015. Ze stond op menig literair podium en droeg haar gedichten voor in onder meer het Concertgebouw, op de Nacht van de Poëzie en op festivals als Lowlands en De Parade. Verder is ze hoogleraar Rechtsstaat en democratie, en doet ze onderzoek naar de rechtstaat en democratie vanuit het burgersperspectief in de gelaagde rechtsorde.
Erik de Jong (1961) beter bekend onder zijn artiestennaam Spinvis, is een Nederlandse muzikant en songwriter. Hij is staat om zijn unieke en experimentele stijl, waarbij hij elementen van pop, rock, en elektronische muziek combineert met poëtische en vaak surrealistische teksten. Voor deze songteksten laat Erik de Jong zich vaak inspireren door spreektaal. Hij heeft door de jaren heen meerdere albums uitgebracht, waaronder Trein vuur dageraad (2017), 7.6.9.6 (2020) en Be-bop-a-lula (2023).
Daan Doesborgh (1988) is schrijver, vertaler en podcastmaker. In zijn Poëziepodcast interviewde hij een honderdtal dichters over hun werk en dat van anderen. Hij bereikte de halve finale van het WK Poetry Slam in 2011. In 2020 verscheen het door hem vertaalde Kraai van Ted Hughes, dat lovend werd ontvangen. Behalve een veelgevraagd podiumdichter is hij oud-redacteur van Propria Cures en redacteur van Tirade. In februari 2024 verschijnt zijn nieuwe dichtbundel Moet het zo.
Menno Hartman (1971) is sinds 2008 werkzaam bij Uitgeverij van Oorschot, eerst als acquirerend redacteur en later als uitgever. Daarnaast schrijft Hartman recensies over poëzie voor het tijdschrift Awater en is hij voorzitter van de stichting Dichter des Vaderlands. In 2001 richtte hij de recensiewebsite Literair Nederland op, daar is hij nog altijd bij betrokken.