9 recente romans, verhalen en gedichten die zijn gebaseerd op sprookjes en mythen

Tussen de regels ‘er was eens’ en ‘zij leefden nog lang en gelukkig’ ontvouwen zich verhalen die de meeste van ons herkennen. De sprookjes, over zeemeerminnen, dwergen en prinsessen, over goed en kwaad, angsten, verlangens en moralen. Elk sprookje eindigt bovendien met een zedenles, iets voor de lezer om over na te denken. Hoe magisch de sprookjeswereld ook mag zijn, deze les is altijd tastbaar en tijdloos, misschien zelfs maatschappelijk. Juist dit maakt sprookjes zo bruikbaar voor hervertellingen. Wat leren sprookjes ons over ons eigen leven, en over onze maatschappij? Auteur Leonieke Baerwaldt debuteerde in 2021 met zo een hervertelling, genaamd Hier komen wij vandaan. Twee bekende sprookjes in een nieuw verhaal, over diermensen en mensdieren. Wij vroegen Leonieke om een lijstje boekentips op te stellen met de hervertellingen en sprookjesachtige verhalen die haar inspireerden en die de tijdloze kracht van het sprookje illustreren.

Tags

Sprookjes
Foto: Liana Mikah (Unsplash)

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Door de ogen van het onwerkelijke, kan het werkelijke worden blootgelegd

 

Veel sprookjes, mythen en sagen staan collectief in ons geheugen gegrift. Daarom zijn ze uitermate geschikt voor het genre van de hervertelling. Hervertellingen zeggen vaak iets over mens en maatschappij, ze laten zien dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden en die verschuiving wordt voelbaar door hoe de hervertelling zich verhoudt tot het originele verhaal. In mijn roman Hier komen wij vandaan heb ik twee sprookjes als uitgangspunt genomen: De kleine zeemeermin, waar het verlangen naar iets of ergens anders een grote rol speelt en Van den visser en zijn vrouw, waar de hebzucht centraal staat. Allebei de sprookjes portretteren zeer herkenbaar menselijk gedrag. Maar terwijl ons menselijke gedrag te pas en te onpas de tand des tijds doorstaat, zijn de maatschappij en ons wereldbeeld onderhevig aan voortdurende verandering. Het is in dit spanningsveld dat de hervertelling op zijn interessantst is. Bij mij ontstond de vraag hoe deze ons zo bekende sprookjesfiguren het zouden doen in een gefragmenteerde, goddeloze wereld waar weinig ruimte is voor magie en goede eindes. Vanuit die vraag ben ik gaan schrijven.

Sprookjes, mythen en sagen zijn, evenals de wetenschap en de filosofie, een manier om de werkelijkheid en haar ontstaansgeschiedenis te onderzoeken. Waar de wetenschap meet en observeert en de filosofie fileert, de- en reconstrueert, illustreert en belicht het Sprookje. Door de ogen van het onwerkelijke, kan het werkelijke worden blootgelegd. Dit geldt voor sprookjes maar ook voor het absurde, het surreële, de metafoor en de analogie.

Daarom hieronder een greep uit de hervertellingen die ik ten zeerste aan kan raden.

1. Derek Walcott - Omeros (2017, vertaald door Han van der Vegt, origineel: 1990)

Een boeklang episch gedicht waardoorheen de Ilias van Homerus resoneert. Zware kost, maar prachtig van taal en beelden en daardoor toch goed leesbaar. Alles is beschreven vanuit een Caraïbisch perspectief. Walcott is vormvast maar laat tegelijkertijd alle westerse logica voor gezien, dat werkt ontwrichtend, in Omeros zijn chronologie en narratief niet lineair, maar circulair. Het is daardoor een zeer gelaagd geheel en een van die boeken die je kunt blijven herlezen; waar je mee worstelt, waar iets op het spel staat en waar je van leert. Los van het belang van Walcotts oeuvre, waar veel over geschreven is, is Omeros een van de mooiste en meest bijzondere werken die ik ooit onder ogen kreeg.

2. Daisy Johnson - Onder het water (2019, vertaald door Callas Nijskens)

Johnson geeft met deze bloedstollende, cyclische roman een eigentijdse en lugubere draai aan de mythe van Sophocles’ Oedipus Rex, waarbij ze de marginale rol van Iocaste weet op te rekken tot een modern personage van vlees en bloed. Deze rol wordt belichaamd door Sarah, die al zestien jaar vermist is. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van haar dochter Gretel, die werkt als lexicografe en achtervolgd wordt door de manier waarop haar moeder haar verlaten heeft en geen rust vindt tot ze haar gevonden heeft, levend of dood. Het werk van Johnson (lees ook zeker haar verhalenbundel Veenland (2017)) kruipt onder je huid. Mooiste aan dit boek is de sfeer die Johnson weet op te roepen door treffende, kantelende beelden en een virtuoos spel met de taal waardoor je af en toe volledig op losse schroeven komt te staan als lezer, op een goede manier.

3. Margaret Atwood - Penelope (2005, vertaald door Tjadine Stheeman)

Een levendige hervertelling van de Odyssee van Homerus maar dan vanuit het perspectief van Penelope, de vrouw van Odysseus. Zij denkt terug aan de gebeurtenissen uit de Odyssee terwijl een achtergrondkoor van 12 vrouwen haar onderbreken om hun eigen visie op de gebeurtenissen te geven. Atwood speelt met het genre door juist bij dit koor verschillende registers open te trekken, van kinderversjes tot ballades, en legt door haar gebruik van perspectief de dubbele standaard tussen seksen en klassen bloot die gehanteerd wordt als het over gerechtigheid en eerlijkheid gaat. Dit boek is onderdeel van de Canongate Myth Series waarbij bekende auteurs gevraagd werd om een novelle te schrijven over antieke mythen.

4. Max Porter - Lanny (2019, vertaald door Saskia van der Lingen)

Porter is een van mijn persoonlijke literaire helden. In Lanny wekt hij (en hier wijk ik even af van het originele plan) een zelfverzonnen volkslegende tot leven, die van Dode Papa Scheurwortel, de mascotte (denk mokken en sjaals) van een klein dorpje in Engeland die wordt gebruikt als dreigement naar kinderen om voor het donker thuis te komen of hun bord leeg te eten. Scheurwortel is een soort boswezen dat zich door de eeuwen heen voedt met flarden van de gesprekken die de dorpelingen samen voeren. Hij raakt geobsedeerd door de taal en geest van de jonge Lanny, die samen met zijn moeder Jolie en vader Robert in het dorpje is komen wonen vanuit de grote stad. Lanny is een ‘speciaal’ kind waar de dorpelingen zo hun eigen mening over hebben en die het erg goed kan vinden met Maffe Pete, een succesvolle kunstenaar die al jaren als kluizenaar in het dorp leeft. Iedereen vindt iets van iedereen in deze roman. En de dorpelingen vinden vooral erg veel van Lanny en zijn ouders, zeker wanneer er zich een drama voltrekt in het huishouden. Door het aanhoudende gebruik van perspectiefwisselingen en zijn geniale taalgevoel houdt Porter ons een spiegel voor met vele facetten, waarvan onze onbeschaamde mediageilheid en de meningen die we daardoor vormen er één van is.

5. Mark Haddon - De dolfijn (2019, vertaald door Harry Pallemans)

In deze roman neemt Mark Haddon de geschiedenis van Pericles, ooit bewerkt door Shakespeare, als uitgangspunt. Het is een gewelddadig verhaal over een incestueuze relatie, een vluchtende aanbidder en een vermiste moeder. Hij vertelt parallel vanuit de antieke tijd (met Pericles zelf) en de moderne tijd (zich afspelend in mondaine elitaire kringen). Haddon geeft hierbij veel ruimte aan het vrouwelijke personage. De Dolfijn is een parabel op onze tijd, vermomd als detailrijk en smeuïg geschreven heldenepos.

6. Annet Schaap - De meisjes (2021)

Schaap bewerkte zeven sprookjes, vijf van de gebroeders Grimm en twee van Charles Perrault tot verrassende, moderne vertellingen over échte meisjes die het platte sprookje overstijgen. Zoals het meisje dat een lange relatie heeft met een kikker en zich verveelt, maar blijft hopen dat hij op een dag verandert in een prins, tot ze stiekem verder gaat kijken en de prinsen die ze tegenkomt haar ook behoorlijk tegenvallen. De meisjes van Schaap zijn opportunistisch, gulzig, jaloers en opstandig. Ze lijden aan een eetstoornis of aan een terminale ziekte, ze zijn in de rouw of proberen los te komen van het gangbare schoonheidsideaal. Het is een fris, ontroerend en rebels boek. Een aanrader voor jong en oud. De verhalen zijn bovendien prachtig geïllustreerd door de auteur zelf.

7. Toon Tellegen - Brieven aan Doornroosje (2002)

De prins schrijft gedurende een jaar elke dag een brief aan Doornroosje terwijl hij onderweg is naar haar kasteel om haar wakker te kussen. Hij observeert de wereld om zich heen en heeft veel tijd om na te denken. De ene keer is hij vol verwachting, de andere keer mismoedig en is vervuld van twijfel. Soms vraagt hij zich af of hij wel echt op weg is. Een ontroerend, filosofisch boek over het hebben van een doel, over verlangen en over de liefde. Geschreven in de rake, hartverwarmende stijl die Tellegen eigen is.

8. Frankusstein - Jeannette Winterson (2019, vertaald door Arthur Wevers)

Wat gebeurt er als mensen niet meer de slimste wezens op aarde zijn? Frankusstein speelt zich af in twee tijden. In 1816, wanneer Mary Shelly zelf haar verhaal doet terwijl ze werkt aan Frankenstein, een vertelling over een niet biologische levensvorm, én in het hedendaagse Brexit-Engeland. Daar volgen we transgender Ry, een arts die verliefd wordt op Victor Stein, een gevierde professor die het debat rondom kunstmatige intelligentie leidt. Winterson speelt met de grenzen van gender en van het mens-zijn. Ze schakelt tussen verleden en heden en laat daarbij zien hoe dichtbij de toekomst is. Zware thema’s, maar met humor opgeschreven.

9. Jeannette Winterson - De stenen goden (2007, vertaald door Theo Scholten)

Oké, een toegift. Omdat Winterson hier dezelfde thema’s behandelt en het ook om een hervertelling gaat. Maar het verveelt niet, geloof me! De stenen goden is een interplanetair liefdesverhaal geïnspireerd door Robinson Crusoë van Daniel Defoe. Over Billy, een wetenschapper, en Spike, een robo-sapiens, die op ontdekkingsreis gaan naar de Blauwe Planeet omdat we onze eigen planeet volledig opgebruikt hebben. Maar niet getreurd, de mensheid krijgt een nieuwe kans. En daarvoor moet de nieuwe planeet die nog onbewoonbaar is en niet geschikt voor onze levenstandaard (er lopen nog dinosaurussen rond) in kaart gebracht worden. Een heerlijke genderbender, waarbij de hoofdpersonen geslachtloos zijn maar halverwege het verhaal toch van sekse veranderen.

Grotemensensprookjes waar niks sprookjesachtigs aan is

Zo omschreef de Volkskrant 'Hier komen wij vandaan' de debuutroman van Leonieke Baerwaldt (1985), geïnspireerd door bekende sprookjes. 'Anders dan menige generatiegenoot houdt Leonieke Baerwaldt zich verre van millennialleed.'

Lees meer