Baas in eigen buik: het optekenen van een feministische mythologie

Uit de beroemde oermythe over het oordeel van Salomon uit het Oude Testament leren we dat een goede moeder, een echte moeder, bereid is haar eigen moederschap op te offeren. In haar werk als vroedvrouw en schrijver probeert Exploring Stories-auteur Rodante van der Waal zich los te weken van alle verwachtingen die aan moederschap kleven en zeggenschap terug te geven aan de moeder. Zo schreef ze dit jaar het essay Baas in eigen buik, waarin ze onderzoekt hoe vruchtbaarheidszorg én abortusrecht in Nederland functioneren (en vaak tekortschieten). Daarnaast is ze bezig met een dichtbundel over vruchtbaarheid, zelfbeschikking en onbeschaamd verlangen. Wat is er nodig om echt baas in eigen buik te worden en hoe herschrijven we een oude mythe over moederschap tot een verhaal vanuit de moeder zelf? Onderstaande gedichten, ingeleid door Rodante zelf, zijn een voorpublicatie uit Op navelhoogte de kans dat eind 2025 verschijnt.

Thema

Macht van de Poëzie

Tags

Voorpublicatie Exploring Stories Abortus

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Baas in eigen buik: het optekenen van een feministische mythologie

In A Feminist Mythology (2021) herschrijft de Italiaanse filosoof Chiara Bottici wat het betekent om een mens te zijn – niet via theorie, wet of kritiek, maar door oeroude mythen over vrouwen, zoals die over Sjeherazade, Ariadne en Europa te deconstrueren. Volgens Bottici zijn dergelijke verhalen zo diep verankerd in ons begrip van onszelf en de wereld dat ze de grenzen bepalen van wie wij zijn en wie wij kunnen worden. Alleen door deze mythen te herschrijven, kunnen we zowel onszelf als de wereld veranderen:

‘Wij worden vrouwen door te bekrachtigen, te borduren, af te wijzen, te wijzigen, opnieuw te beluisteren en opnieuw te formuleren — kortom, door de mythen die we hebben geërfd, evenals die welke we zelf hebben gecreëerd, opnieuw te vertellen.’

Mijn boek Baas in eigen buik (2025) probeert ook een nieuw feministisch verhaal te vertellen, een over rechtvaardigheid en vruchtbaarheid. Ik volg daarin dezelfde overtuiging als die Bottici heeft: om ons een andere, meer rechtvaardige omgang met vruchtbaarheid voor te stellen, moeten we beginnen met het ontmantelen van de verhalen die onze visie tot nu toe hebben bepaald. Zeer oude opvattingen over rechtvaardigheid uit onderdrukkende mythen over vrouwen en zwangerschap, bepalen nog steeds wetgeving rond abortus, het beleid van instanties die zwangerschap en bevalling reguleren, en de publieke opinie. Ons begrip van wat het moreel juiste is uit zich in wet en beleid, maar wordt gevormd in het vertellen van verhalen. Daarom is het zaak om die verhalen te ontmantelen.

De tekst gaat door onder de slider

Maar we kunnen onderdrukkende mythes niet eenvoudigweg uitwissen door ze te rationaliseren of door te beargumenteren dat ze niet waar zijn. Theodor Adorno en Max Horkheimer hebben in hun Dialectiek van de Verlichting al laten zien dat het mythische altijd terugkeert – en sinds de verlichting in nog destructievere en verdrongen gerationaliseerde vormen. ‘Mythologie overwinnen’ betekent volgens Bottici dan ook niet dat we mythen en verhalen over boord moeten gooien, maar dat we een nieuwe mythologie moeten optuigen met de brokstukken van de verhalen die aan ons zijn overgeleverd: ‘alleen door de fantasie te doorkruisen kunnen we hopen ergens anders uit te komen.’

Onderstaande serie gedichten uit mijn bundel Op navelhoogte de kans, die in december verschijnt, is een poging tot het uiting geven aan een andere ervaring van vruchtbaarheid dan die ons in de meeste verhalen voorgeschoteld wordt. Het is een herschrijving van het gedicht ‘Een fabel’ van de Amerikaanse dichter Louise Glück, dat zelf al een feministische hervertelling is van het oordeel van koning Salomon uit het Oude Testament.

Dit beroemde verhaal, waar de term ‘salomonsoordeel’ vandaan komt, is een van de oermythes over rechtvaardigheid en vruchtbaarheid. Het gaat over twee ongetrouwde zwangere vrouwen die in een bestek van een paar dagen allebei een kind kregen. Het ene kind stierf door de schuld van diens moeder. Zij had hem, bewust of onbewust, gesmoord. De moeder verwisselde haar dode kind met het levende kind van de andere vrouw. Beiden claimden dat het levende kind hun kind was. Uiteindelijk gingen ze naar koning Salomon. Toen ze hun verhaal hadden gedaan vroeg de koning een van zijn onderdanen om een zwaard te brengen en het kind doormidden te snijden. Maar op het moment dat de onderdaan zijn zwaard hief, liet een van de moeders haar aanspraak varen: ‘Och, mijn heer, geef haar het levende kind, en dood het geenszins.’ Toen wist Salomon wie de ‘echte’ moeder was: degene die bereid was om haar eigen verlangen naar moederschap op te offeren om het kind te redden. Salomon oordeelt dat de biologische, en dus de rechtmatige, moeder degene is die bereid is tot opoffering. De moraal van het verhaal is dat moederschap wordt bewezen door de bereidheid de eigen identiteit en het eigen verlangen op te geven.

Interessant is dat het verhaal niet alleen een oermythe is als het gaat om vruchtbaarheid, moederschap en rechtvaardigheid, maar ook illustreert wat Bottici beargumenteert. Salomon weet eigenlijk nog steeds niet wie de biologische moeder is, hij weet alleen wie, volgens hem, de ‘goede’ moeder is, namelijk degene die bereid is tot zelfopoffering. Maar in het verhaal wordt dit normatieve oordeel opgevoerd als bewijslast voor biologische afstamming. De mythe draait om de vraag naar de biologische afstamming van een kind, een vraag die wordt beantwoord met een ethisch oordeel over hoe een ‘echte’ moeder zich zou moeten gedragen. De morele opvatting van een patriarch over wat rechtvaardig of ‘goed’ is, wordt daarmee tot biologie gemaakt. En deze opvatting wordt bestendigd in de eeuwenlange herhaling van dit verhaal: de echte moeder is degene die bereid is tot opoffering, zelfs tot de opoffering van haar eigen identiteit, waarheid en verlangen.

De moraal van het verhaal is dat moederschap wordt bewezen door de bereidheid de eigen identiteit en het eigen verlangen op te geven.

In het vertellen van verhalen wordt zo bepaald wat mens-zijn is. Om het bereik van onze menselijkheid te veranderen, moeten we andere verhalen vertellen die de door oude fabels bepaalde voorwaarden van mens-zijn – hier: moederschap is opoffering – ontmantelen. Dit is wat de Glück doet in haar herschrijving:

A Fable

 

Two women with

the same claim

came to the feet of

the wise king. Two women,

but only one baby.

The king knew

someone was lying.

What he said was

let the child be

cut in half; that way

no one will go

empty-handed. He

drew his sword.

Then, of the two

Women, one

renounced her share:

this was

the sign, the lesson.

Suppose

you saw your mother

torn between two daughters:

what could you do

to save her but be

willing to destroy

yourself–she would know

who was the rightful child,

the one who couldn’t bear

to divide the mother.

Door het aanbod van het kind zichzelf te vernietigen om de moeder te redden, keert Glück het verhaal binnenstebuiten: zij maakt de logica waarin moederschap bewezen wordt door de bereidheid het op te geven, absurd door die om te keren. Tegelijkertijd vangt Glück in haar drie slotwoorden — divide the mother — de wreedheid die het oorspronkelijke verhaal de moeder aandoet. Glücks herschrijving is zo een feministische verlegging van het zwaartepunt: gerechtigheid inzake vruchtbaarheid draait niet langer om het veiligstellen van het kind bij een ‘goede’ moeder, maar om het redden van de heelheid, en dus de identiteit, van de moeder zelf.

Toch rees bij mij de vraag of deze feministische herschrijving fundamenteel genoeg is om de ‘fantasie’ van de mythe geheel te doorkruisen en uit te komen op ‘een andere plaats’. Glücks herschrijving is vanuit het perspectief van het kind, niet dat van de moeder. Om baas in eigen buik te worden en nieuwe verhalen over rechtvaardigheid, vruchtbaarheid en zelfbeschikking te vertellen, moet de mythe ook zo doorkruist worden dat de moeder een eigen stem (en zo een eígen buik) krijgt. En niet alleen het verhaal van de moeder van het levende kind, ook dat van de vrouw die haar kind bewust of onbewust smoorde moet weerklank vinden. Daarom heb ik, in aanvulling op Glück, en om Bottici’s praktijk in ere te houden van het telkens weer opnieuw vertellen van verhalen vertellen om zo een feministische mythologie te construeren, nóg een herschrijving gemaakt. Dit keer vanuit de mens met de mogelijkheid tot zwanger-zijn zelf.

de keuze, een fabel

twee geliefden
in dezelfde toestand
kwamen tot
geboorte

twee vrouwen
maar slechts één baby

de geliefden wisten
dat ze twee kinderen
niet aan
zouden kunnen, wat ze zeiden
was:

laat één kind
geboren worden en laat ons het andere
aborteren

we zullen het ene kind samen
opvoeden – op die manier zal niemand
alleen thuis zitten

ze wekten de abortus op
en wachtten op geboorte

beide vrouwen baarden
glorieus

één kind leefde
het andere stierf

dit was
de pijn, het verlies

stel je voor
dat je je geaborteerde kind
voor één nacht
in de armen van je vriendin
kon leggen
zodat je haar niet alleen
hoefde te dragen
en dat je haar kind
op je borst zou kunnen nemen
voor een nachtelijke wandeling
voor een voeding
met de melk die jij over
hebt

twee mannen
met dezelfde aanspraak
lagen aan de voeten
van een zwangere vrouw
twee mannen
maar slechts één foetus

de vrouw wist
dat levenslang verbonden zijn
aan in ieder geval één van hen
haar te veel zou zijn

wat ze zei was
laat het kind
geaborteerd worden: zo
wordt niemand de vader van mijn kroost
en ze trok
haar zwaard

niemand vertelde haar
dat een vader
niet essentieel was, misschien
omdat ze zoveel
van haar eigen vader hield

stel je voor
dat je je dochter
verdeeld zag tussen twee mannen
wat zou je anders kunnen doen
dan jezelf te vernietigen

de dochter zou weten
dat het niet uitmaakte
of er een echte vader was

de echte vader was degene
die het niet kon verdragen
het zwangere meisje zichzelf
doormidden te zien splijten

twee ouders
met visie
zaten aan de voeten
van de zwangere dochter
twee ouders
maar slechts één dochter

de dochter wist nog niet
dat de ouders zich konden vergissen
in wat een goed leven was

ze zei
ik weet niet of ik het
wil houden

de moeder
vroeg wie de vader was
de vader zweeg
dit was haar erfenis

stel je voor
dat je je ouders
verdeeld zag tussen twee dochterlevens
twee mogelijke toekomsten

wat zou je anders kunnen doen
om hen te redden

ze zouden weten wie de echte
dochter was:
zij die het niet kon verdragen
haar ouders
te zien twijfelen

twee levens
lagen aan de voeten
van het zwangere meisje

ze wist dat maar één van de levens
het werkelijke kon zijn

wat ze zei was
ik breek het andere leven af
zo zal geen van mijn levens
met lege handen achterblijven

de zwangerschap had haar toch al
verdubbeld

en ze nam de pillen

van de twee levens
verdween er één in de wc

dit werd haar vogel
haar geest
haar verre toekomst

stel je voor
dat je jezelf
verdeeld vond tussen twee levens
precies wanneer je de vrijheid hebt
om er één te beginnen

wat kon ze anders doen
dan haar leven te redden door
haar leven te vernietigen

ze wist dat dit de enige manier was
om zichzelf
in meervoud én
vrijheid
aan te gaan

twee overtuigingen
kruisten elkaar

niet langer kon ze zeggen
dat ze bereid was te gaan
met wat het leven
haar toewierp

niet dat die verwijdering
van de golf
die haar altijd
stuk had geslagen

geen verlies was

de keuze
voor het ene leven
in plaats van het andere
legde de verantwoording
voor het ene
als poeder onder haar tong
bitter en onafwendbaar
sinds ze het andere
met één woord
(ga je het houden? nee)
afkapte

later
kwam wat haar deed leven
weer terug
maar nooit meer
als noodlot –

als een vorm van overgave
die zelfbeschikking had veroverd
op de wereld