Oefeningen in ontspanning
door Nadia de Vries
In het weekend en in de avond was Theo muzikant. Overdag, op werkdagen, was hij IT-consultant bij een verzekeringsmaatschappij. En tussen de bedrijven door deed hij ook aan hardlopen. Maar voor Theo was dat allemaal bijzaak. In zijn biografie op social media omschreef hij zichzelf steevast als ‘audiofiel’. Hoe een mens in het leven zijn geld verdient was niet belangrijk, vond hij: het ging erom waar je je voldoening uit haalde.
Theo speelde gitaar en synthesizer. Uiteraard was dit slechts een algemene samenvatting van zijn kunsten. Theo was niet het soort muzikant dat zomaar een paar leuke akkoordjes speelde of spontaan achter de piano op het station ging zitten. Nee, Theo ontwierp soundscapes. Op zijn computer maakte hij wavetables met koorgeluiden en veel galm, en hij bespeelde zijn gitaar met een strijkstok. Als Theo naar concerten ging, stond hij het liefst naast de geluidsman in het midden van de zaal. Achteraf pas liep hij naar het podium toe, zodat hij de effectenbak van de gitarist kon inspecteren. Theo vond zichzelf geen ‘gewone’ muziekliefhebber. Hij luisterde niet naar muziek, hij analyseerde het – zoals een dichter met regeleindes doet.
De vrije tijd van Theo werd verdeeld over zijn fervente hobbyisme en zijn vriendin, Lola. Theo en Lola waren al drie jaar samen, waarvan ze er twee samenwoonden. Hun huis telde een woonkamer, een slaapkamer en een studeerkamer, die vooral dienstdeed als studioruimte voor Theo. Lola’s hobby’s – linosneden maken, dagboekschrijven – vonden plaats in de woonkamer. Lola had geen eigen ruimte nodig voor haar vertier. Eigenlijk was Lola al snel tevreden in het algemeen, en dat was precies waarom Theo haar in de eerste plaats leuk vond. Hij hoefde zich voor Lola niet in allerlei bochten te wringen, als hij ’s ochtends genoeg koffie zette voor hen allebei was het al goed. Ruzie hadden ze zelden, maar hun relatie was niet zonder compromissen.
Zo was Lola dol op wandelen. En niet zomaar een dagelijks rondje door de buurt, nee, Lola hield van lange middagen in natuurgebieden. In de herfst ging ze graag op zoek naar vliegenzwammen, en hield ze in haar telefoonnotities bij hoeveel ze er had gezien. In de lente hield ze dan weer haar oren gespitst op vogelgeluiden. Ze kon Theo precies vertellen welke vogels in het voorjaar het land in kwamen, en welke er in het najaar weer vandoor gingen. Dat laatste vond Theo nog wel interessant, omdat vogelgeluiden iets weg hadden van muziek. Met paddenstoelen had hij dan weer minder op. Bovendien was het in het najaar vaak koud buiten. Als je in november door een bosgebied wandelde, en dan een tijdje in de schaduw doorbracht, verkleumde je waar je bij stond.
Theo was altijd op zoek naar nieuwe attributen om zijn composities interessanter mee te maken. Regelmatig grasduinde hij door Marktplaats, in de hoop een nieuw effectenpedaal te vinden dat zijn werk wat extra schwung kon geven. Voor het juiste effectenpedaal spaarde Theo tijd noch moeite. Als hij op Marktplaats een koopje vond, kon het hem niets schelen als hij daarvoor het halve land moest doorrijden. Sommige mensen wisten niet wat ze in huis hadden, en als zo’n arme ziel dan voor een schrijntje iets zeldzaams verkocht, dan was ‘t hem het benzinegeld wel waard. Bovendien zag je dan nog eens wat van de wereld. Zo vaak kwam een mens immers niet in Sint Maartensbrug, of Oud-Beijerland.
Lola was niet blij als Theo een hele zaterdag alleen in de auto doorbracht. Het was per slot van rekening een van de weinige dagen in de week dat ze samen konden doorbrengen, omdat Lola op zondag vaak vrijwilligerswerk deed. Theo’s juttertochten vormden daarmee het enige struikelblok in hun relatie. Maar daar had het stel een oplossing voor gevonden: elke keer dat Theo ergens in het land een pedaal ophaalde, ging Lola met hem mee. En als het pedaal dan eenmaal was aangeschaft, gingen ze samen ergens wandelen in de buurt van het betreffende adres. Bij de Ackerdijkse Plassen, bijvoorbeeld, of de Overasseltse Vennen. Zo kwamen Theo en Lola aan hun individuele trekken, en hielden ze het ook leuk met elkaar.
Nu was het zo dat Theo al een tijdje zocht naar een betere oscillator voor zijn gitaar. Hij had zijn zinnen gezet op een MXR M-117R flanger, die hem door een kenner op Gitaarnet was aangeraden. Het was geen zeldzaam effectenpedaal, maar een hoop clowns op Marktplaats boden het ding voor veel te veel geld aan. Pogingen tot onderhandeling leidden tot niets: in de chat van Marktplaats zeiden de verkopers dan iets zoals ‘vraagprijs is startprijs’, of ‘alleen serieuze biedingen’, met heel veel uitroeptekens erachter. En dan had Theo er meteen geen zin meer in.
Op een dag vond Theo zijn flanger voor de schappelijke prijs van zeventig euro. Het was geeneens een startprijs, gewoon het vaste bedrag dat de verkoper ervoor wilde. De verkoper in kwestie woonde in Nigtevecht, ongeveer een uur rijden bij Theo vandaan. En zoals de plaatsnaam al suggereerde lag het betreffende dorp aan de Vecht, waar het mooi wandelen was. Lola was meteen enthousiast toen Theo voorstelde om er die zaterdag heen te gaan. Theo maakte een afspraak met de verkoper. In de chat van Marktplaats waren er geen moeilijke onderhandelingspraatjes, gewoon een wederzijdse ‘duim omhoog’ emoji. Dit was hoe het leven moest zijn, vond Theo. Geen gezeur, geen gedoe.
In de auto naar Nigtevecht was Lola in haar nopjes. Op Google Maps had ze een wandelroute gezien die langs het water liep, en meerdere koffiehuisjes passeerde. Theo dacht alleen aan zijn flanger. Of ja, dat is niet helemaal waar: tijdens het rijden merkte hij op dat hij zijn witte sneakers had aangetrokken, puur op de automatische piloot. Die zouden tijdens het wandelen vast goed smerig worden. Verdraaid. Nou ja, in elk geval zou hij zijn pedaal krijgen.
De verkoper van het pedaal woonde in een eengezinswoning aan de rand van een park. Rob, heette hij. Rob had geen kinderen en geen partner, zelfs geen hond. Rob was helemaal alleen met zijn liefde voor muziek en elektronica. Dat beviel hem verder prima. Zijn gehele woonkamer was van de vloer tot het plafond gevuld met synthesizers, mengpanelen, toetsenborden en computerschermen. Op de vloer wemelde het van de draden die in apparaten dan wel stopcontacten zaten. Theo keek zijn ogen uit.
‘Wat een prachtige verzameling heb je’, zei Theo. ‘Ik moet zeggen dat ik een beetje jaloers ben, ik had dit niet verwacht.’
‘Kijk gerust rond’, zei Rob glimlachend. ‘Ik pak de MXR alvast voor je. Zeventig euro hadden we afgesproken, toch?’
‘Ja, zeventig euro.’ Theo haalde de vier twintigjes alvast uit zijn broekzak. ‘Heb je toevallig een tientje terug?’
Rob knikte, en verdween naar een andere kamer waar, vermoedelijk, nog veel meer apparaten stonden. Theo vergaapte zich aan de synthesizers die op de eettafel waren uitgestald. Voorzichtig duwde hij een van de toetsen in, maar het betreffende ding was niet aangesloten en dus kwam er geen geluid uit. Hij begon harder op de toetsen te drukken. Als het toch niet uitmaakte…
Lola had al die tijd in de deuropening gestaan. Ze had graag in de auto willen blijven, maar Rob zat in de voortuin te roken toen ze bij het huis aankwamen. Hij had naar hen gezwaaid, en Lola, aangepast mens dat ze was, had netjes teruggezwaaid. Nu kon ze het niet meer maken om niet mee naar binnen te komen. Zul je net zien.
‘Hatsekidee,' zei Rob. ‘Een tientje terug, en je pedaal.’
‘Is dit een Korg MS-20?’ vroeg Theo, die nog steeds op de toetsen van het slapende apparaat aan het drukken was.
‘Reken maar,’ zei Rob, ‘en niet zomaar een ook. Het is een originele uit 1978. De bas is echt zalig. En de oscillator is moddervet, echt een monster van een ding. Luister maar.’
Rob sloot de synthesizer aan en draaide aan wat knoppen tot hij de gewenste instellingen had. Daarna begon hij een riedeltje te spelen. Lola herkende het wel. Het was een nummer van Portishead, iets van hun laatste plaat. Op dat album hadden zij en Theo een keer heel melancholische seks gehad. Het was zijn idee geweest.
‘Verkoop je deze ook?’ Theo duwde zijn hand al in zijn binnenzak om te controleren of hij zijn pinpas bij zich had. Dat had hij.
‘Ik verkoop hem wel, maar niet voor zo weinig als die flanger. Voor minder dan duizend euro doe ik hem niet weg.’
‘Verdraaid,' zei Theo. ‘Zoveel heb ik nu niet op mijn rekening staan.’ Hij trok een somber gezicht.
Lola stond nog steeds in de deuropening. Ze begon een beetje ongeduldig te worden. Het was de afspraak geweest dat ze dat effectenpedaal zouden ophalen en dan weer gauw op pad gingen, om heerlijk te gaan wandelen en eventueel ergens wat koffie te drinken. Al dat gepraat over die synthesizer beviel haar niet. Het duurde te lang.
‘Jammer joh,' zei Rob. ‘Ik kan ‘m helaas ook niet voor je vasthouden totdat je het geld hebt. Voor morgen heb ik al een halve afspraak met iemand uit Utrecht staan. Die koper moet nog even kijken of hij de middag gaat redden, maar zo ja, dan verkoop ik ‘m aan hem.’
‘Verdraaid,’ zei Theo opnieuw, ‘verdraaid, verdraaid, verdraaid. Wil je hem niet ruilen, of zo? Ik heb thuis een Behringer Model D staan, met een brandschoon klavier. Ik zou even kunnen terugrijden om hem voor je op te halen.’
‘Hey!’ zei Lola, die inmiddels wel genoeg had van de onderhandelingen. ‘Dat was niet de afspraak.’
Rob lachte. ‘Met een Behringer maak je me niet blij. Ik heb al een originele Model D van Moog, zie je? Hij staat daar, op mijn bureau. Aan een Behringer heb ik dan niet zoveel meer.’
Theo wierp een blik richting het bureau dat Rob aanwees. En inderdaad, daar stond een schitterende Minimoog. Wat had die Rob eigenlijk níet? En hoe kreeg Theo die Korg mee naar huis? Hij begon wanhopig te worden.
‘Ik weet het,' zei Theo ten slotte. ‘Wat dacht je ervan als ik je mijn vriendin aanbood?’
‘Hela!’ zei Lola. Ze was nu goed pissig. Deze middag ging helemaal niet zoals ze gepland had, volstrekt niet.
Rob trok een gezicht. ‘Ho, wacht eens even. Zit je nu je vriendin aan me te hoereren? Want daar ben ik niet van gediend. Ik weet niet welke indruk ik op je gemaakt heb, maar zo’n type vent ben ik niet. Ik stem op vrouwen, hoor je. Ik heb respect.’
‘Nee, nee, nee, dat bedoelde ik niet!’ zei Theo, en hij wuifde de opmerking van Rob weg met zijn hand. ‘Natuurlijk bedoelde ik niet dat je met mijn vriendin naar béd mag. Wat denk je wel niet van me! Poe hé, wat een misverstand. Nee, ik bedoel dat je mijn vriendin mag hébben. Als bezit. In ruil voor de synthesizer.’
‘Nou moe!’ zei Lola. Maar niemand gaf daar gehoor aan.
‘Ze kan zo bij je intrekken,’ ging Theo verder. ‘Ze is geen moeilijke vrouw. Ze doucht zich eens per dag en eet tamelijk weinig. Ze doet niet aan zware sport, snap je, ze wandelt alleen graag. Ze heeft dus helemaal niet zoveel nodig. Afijn, wat denk je?’
‘Hmm. Houdt ze van muziek?’
'Nou en of. Ze gaat altijd met me mee als ik ergens een effectenpedaal ga ophalen. Al-tijd. Soms denk ik dat ze nog fanatieker is dan ik, ze is echt dol op muziek! Als de wasmachine bijna afloopt, gaat ze er altijd even bij staan. Thuis hebben we zo’n Samsung, weet je, en aan het einde van z’n wasprogramma speelt dat ding altijd een symfonie. Ze wil het nooit missen.’
‘Hé, dat klinkt wel leuk. En hoe heet ze?’
‘Ik heet Lola,' zei Lola. ‘En ik weet niet wat ik hier allemaal van moet vinden. Ik ben diep geschrokken, dat kun je wel zeggen. En ook diep teleurgesteld.’
‘Ze houdt van wandelen, zei je?’ Rob richtte zich tot Theo, die plechtig knikte. Daarna keerde hij zich tot Lola. Hij inspecteerde haar van top tot teen. Ze had muizig haar, maar wel een vriendelijk gezicht. Haar handen waren klein – een virtuoos toetsenist zou ze vast nooit worden. Maar dat maakte ook helemaal niet uit. Rob leek het wel leuk om een vriendin te hebben die andere hobby’s had dan hij.
‘Probeer de bank eens uit,’ zei hij, ‘om te kijken of het lekker zit.’ Hij wees naar de grijze hoekbank die, hoe kan het ook anders, in de hoek stond. Mokkend nam Lola plaats. Ze deed het niet zo zeer om Rob een plezier te doen, maar om Theo te zieken. Wat dacht die gast wel niet? Als ze eenmaal thuis waren, zou ze hem eens flink vertellen waar het op stond.
‘O, dat zit eigenlijk best aardig,’ zei ze. ‘Leuke sierkussens heb je trouwens, zijn die handgemaakt? En o, je uitzicht is ook niet mis. Dat stukje groen daar, is dat van jou? Of hoort het bij de openbare ruimte?’
‘Het stuk tot aan het kippengaas is van mij. Dat wat daarachter ligt, hoort bij de buren. Maar daar mag je gewoon gebruik van maken, hoor. Ze laten bij mij ook hun hond wel eens uit.’
‘Oh, wat enig,’ zei Lola. ‘Dus daar zou ik elke dag een rondje kunnen lopen, als ik zou willen? Ja, dat lijkt me wel wat. Dat idee bevalt me zeer.’
‘Dus, hebben we een deal?’ vroeg Theo. ‘Ik de Korg, jij het meisje?’
‘Deal!’ riep Rob, en hij klapte in zijn handen. ‘Neem dat ding maar mee, ik help wel met tillen. Zullen we hem in je achterbak zetten? Hatsekidee, dat t doen we gewoon.’
Vanachter het raam zag Lola hoe Theo en Rob de synthesizer in de achterbak van de auto laadden. Het was een spuuglelijk ding, vond ze, zo hoekig en zwart als een cassette. Was dit wat ze Theo al die tijd waard was geweest? En wat had het te betekenen, dat Rob haar wél boven de synthesizer had verkozen?
Toen Rob weer terug in de woonkamer was, sloeg Lola haar armen om hem heen. Ze vroeg hem hoe hij graag zijn weekenden doorbracht, of hij een baan had, en of hij misschien ook van wandelen hield.
Nadia de Vries
Nadia de Vries is schrijver. Haar debuutroman De bakvis (Uitgeverij Pluim, 2022) stond op de longlist van de Libris Literatuur Prijs en de Boekenbon Literatuurprijs. Haar tweede roman verschijnt in 2024.
Lees meer over Nadia