2
Hij belde vannacht, het was vijf over half twee. Dat weet je vader heel zeker, altijd al een man met één oog op de klok. De op het hoogste volume ingestelde ringtone had als eerst je moeder gewekt, die al rechtop in bed zat voor je vader slaapdronken naar het toestel kon tasten.
Een niet te stuiten, door de adrenaline gevoede drang alles te vertellen had je broer gehad, in die eerste minuten. Het was net na de spoorwegovergang gebeurd, daar waar de straat een scherpe bocht neemt en bijna iedereen, echt niet alleen hij, iets te lang links blijft rijden omdat daar ook nog die gekke paaltjes staan, en daar had hij eerst iets van opzij zien komen en daarna ook een klap gehoord en gevoeld, en hij remde nog wel, maar er leek niets aan de hand. Dus hij was doorgereden, dat was gewoon het makkelijkst, zei hij, hij remde honderd meter later nog eens en keek achterom, en er waren al anderen bij, het leek allemaal mee te vallen.
Zo vertelde je vader het na, en ook zei hij dat je broer het daarna al terug begon te nemen, nog in hetzelfde gesprek. Misschien was het niet helemaal zo gegaan, hij wist het ook niet meer zo goed, het ging zo snel allemaal. Ook fietsers moeten goed uitkijken, niet alleen ik. Je broer had de Corsa gecheckt, er was bijna niets van te zien, dan kon het niet veel geweest zijn.
Hoe klonk hij, vraag je.
Niet nog eens vertellen, bijt je moeder hem toe. Ed, stop nou.
In paniek, zegt je vader.
Had hij gedronken, vraag je.
Dat zei hij er niet bij.
Ging hij te hard?
Hou nou óp, zegt je moeder. Klaar, gewoon, stoppen. We weten niets. Hij moet gewoon even van zich laten horen.
Hij moet zich melden, zegt je vader. De klootzak moet z’n eigen melden.
Hè, Ed, toe nou.
Het is toch zo? Binnen twaalf uur naar het bureau, dan vervalt in elk geval de strafbaarheid van dat doorrijden. En dan zien we vanaf daar verder.
Hij kijkt nog eens op zijn telefoon, voor de tijd of om te zien of hij iets gemist heeft, en je moeder doorkruist de kamer om de tuindeur dicht te doen. Dit hoeft niet iedereen te horen, zegt ze.
Onmiddellijk wordt het benauwder in huis. Het is alweer bijna op het heetst van de dag. Er staat een oude schoolfoto in de boekenkast en je moet echt even goed kijken of jij het bent of je broer.