Vrouwenvriendschap als onverwoestbare tegenkracht
Wat betekent het om een vrouwenlichaam te bewonen? Dat onderzoeken de Zweedse Johanne Lykke Holm (1987) in Strega en de Groenlandse Naja Marie Aidt (1963) in Oefeningen in donkerte. Geweld ligt altijd op de loer. Maar in donkere tijden zijn er gelukkig vriendinnen, zo laten beide auteurs zien in deze romans.
‘Ik wist dat het leven van een vrouw elk moment in een plaats delict kon veranderen. Ik begreep alleen nog niet dat ik die plaats delict al bewoonde, dat [het] mijn lichaam [was], dat de misdaad al was begaan,’ aldus Rafa, het hoofdpersonage van Strega. De vertelster van Oefeningen in donkerte, een vrouw van tegen de zestig, ontmoeten we uitgeteld op de bank ‘met een lichaam zwaar als lood’. Ze wordt behandeld voor een posttraumatische stressstoornis (PTSS) na een zwaar geweldsdelict.
Beide romans verschijnen in een tijd dat er een opleving in aandacht is voor gendergerelateerd geweld en femicide. De cijfers liegen er niet om: Jaarlijks worden er wereldwijd zo’n 45.000 vrouwen vermoord, omdat ze vrouw zijn (Atria, 2023).
Hoeveel vrouwen zouden net aan femicide hebben weten te ontkomen? De naamloze vertelster van Oefeningen in donkerte is zo’n vrouw. Ze is door haar psychiater doorverwezen naar ‘de PTSS-man’ die haar moet helpen haar trauma te verwerken. We volgen haar hersteltraject ergens tussen therapiesessies, problemen met volwassen zonen en afspraken met vriendinnen in. Haar verhaal gaat alle kanten op – tijd is voor traumapatiënten immers een fluïde begrip - maar geweld is een terugkerend thema in haar leven: haar vader, een grillige alcoholist, sloeg haar en haar zussen om het minste of geringste. Haar jongste zus pleegde als jongvolwassene zelfmoord.
Rafa, de jonge vertelster van Strega, moet de wereld nog ontdekken als ze naar het Olympic Hotel in het afgelegen bergdorp Strega vertrekt. Ze is een van de negen meisjes die er als seizoensmedewerker aan de slag gaat. Het personeel laat hen strijken, koken en bedden opmaken, maar het is onduidelijk voor wie: er komt namelijk geen enkele gast. Soms worden ze aan sadistische lijfstraffen onderworpen vanwege een overtreding. ‘Alle straffen in het hotel waren collectief. Ze behandelden ons als één lichaam, en dus werden we één lichaam,’ vertelt Rafa. Het collectief valt echter uiteen als Cassie, een van de meisjes, na een groot feest met alle dorpsbewoners is verdwenen. De meisjes vrezen het ergste.
(Artikel gaat verder onder de aankondiging)
Holm knipoogt met haar naargeestige vertelling naar dystopische verhalen als The Handmaid’s Tale van Margaret Atwood waarin vrouwen alle individualiteit wordt ontnomen door ze te reduceren tot huisslaven en broedmachines. Aidt benadrukt juist de verschillen tussen de vriendinnen van haar vertelster: zo heb je de eeuwige vrijgezel Annie, de lesbische Rose of Nicola met haar belabberde smaak in mannen. Hoewel de romans van Holm en Aidt in toon, stijl en opzet niet op elkaar lijken, laten ze beide zien dat geweld jegens vrouwen allerminst een particuliere aangelegenheid is.
In Oefeningen in donkerte vertelt Lea, een van de vriendinnen van de vrouw met PTSS, over een feest waar ze ooit was: de jarige had alle genodigden gevraagd om in plaats van een cadeau een anekdote mee te nemen. Lea deelt de anekdotes met haar vriendinnen. Aidt heeft ze als een rode draad door de vertelling verweven: ze gaan bijna allemaal over vrouwen die hebben weten te ontsnappen aan mannen die hen lastigvielen, opsloten of vernederden.
Ook Holm schetst geen rooskleurig beeld van mannen. Nadat de meisjes van het Olympic Hotel Cassie’s jurk in het bos hebben gevonden, wordt er door mannen uit het dorp vergeefs naar haar lichaam gezocht. Rafa is ervan overtuigd dat er op iedere vrouw een moordenaar wacht: ‘Ik kneep mijn ogen dicht en het beeld van de moordenaar verscheen. Zijn gezicht bleek het gezicht van alle mannen te zijn.’
Zou dat stiekem ook een angst van Aidts vertelster zijn? Ze heeft het weliswaar heel liefdevol over haar ‘goudhoedjes’ van zonen, maar de jongens zijn ook grote bronnen van zorg. Zal het haar middelste lukken om zijn depressie te verslaan? De agressie van haar jongste zoon die verslaafd is aan drugs boezemt haar angst in. Herhaling speelt op alle mogelijke niveaus een rol: intergenerationeel, historisch en cultureel.
Gelukkig zijn er toevluchtsoorden: Hoe zou Rafa haar werk in Hotel Olympic doorstaan, zonder haar beste vriendin Alba met wie ze sigaretten rookt en plannen beraamt voor de toekomst? En bij wie vindt de vertelster van Oefeningen in donkerte troost na haar zware therapiesessies? Elke dag belt ze met haar beste vriendin. ‘Annie is mijn levenslijn,’ vertelt ze.
Daarmee zijn de romans van Holm en Aidt meer dan alleen een aanklacht tegen geweld jegens vrouwen, ze zijn misschien bovenal een ode aan vrouwenvriendschappen die een onverwoestbare tegenkracht vormen.