1 april met verlengsnoer: 11 boeken die je aan het lachen maken

Gelukkig ligt 1 april alweer een week achter ons – door het aantal flauwe grappen misschien wel de minst humoristische dag van het jaar. Waar de ILFU-redactie wel om moet schaterlachen: deze 11 boeken.

Tags

Humor Literatuur Boektips

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

1. Nora Ephron – Heartburn (1996)

Nora Ephron is bekend als scenarist van geestige romantische komedies als When Harry Met Sally, You've Got Mail en Sleepless in Seattle, maar deze semi-autobiografische roman over haar stukgelopen huwelijk met journalist Carl Bernstein (ja, die van Watergate) is grappiger, pijnlijker en ontroerender dan al die films bij elkaar.

2. David Foster Wallace – A supposedly fun thing I’ll never do again (1997)

Als het hilarische titelverhaal in A supposedly fun thing I’ll never do again je niet hardop aan het lachen maakt, weten wij het ook niet meer. Even droogkomisch als geniaal doet David Foster Wallace verslag van de week die hij doorbracht aan boord van het luxe cruiseschip De Zenit in de Cariben. Dringen bij het buffet, twijfelachtig entertainment of ongemakkelijke etentjes met mensen waarmee je normaal gesproken nog geen vijf seconden zou converseren: geen seconde van deze tenenkrommende cruisetocht ontkomt aan zijn vlijmscherpe pen.

3. Cindy Hoetmer – Min of meer opmerkelijke gebeurtenissen uit het leven van een treuzelaar

Deze roman-in-columnvorm werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs en was volgens het Parool het grappigste boek dat in 2020 verscheen. Het leven van Cindy Hoetmer is op het eerste gezicht niet erg opwindend: ze drinkt elke vrijdag bier in stamcafé De Pels, bezoekt trouw op zondag haar gepensioneerde ouders, en loopt door de Amsterdamse Jordaan met zijn typische bewoners. Maar ze weet alledaagse situaties met zoveel humor, melancholie en liefde te beschrijven dat ze haast epische proporties aannemen.

4. Ottessa Moshfegh – My year of rest and relaxation (2019)

Het is New York City, het jaar 2000, en de naamloze verteller van My year of rest and relaxation (vertaald als Mijn jaar van rust en kalmte door Lidwien Biekmann) besluit bij gebrek aan alternatieven een jaar te gaan slapen, onder invloed van zware slaapmedicatie die ze door haar excentrieke psychiater Dr. Tuttle voorgeschreven krijgt. Onder het grote appartement en de dure kleding liggen lagen maatschappijkritiek, dode ouders en lege vriendschappen verscholen die het boek een hysterisch absurdistisch randje geven, terwijl je langzaam de bladzijden omslaat naar die ene septemberdag.

5. Alma Mathijsen - Ik wil geen hond zijn (2020)

Hoe kom je onder allesomvattend liefdesverdriet uit? Alma Mathijsen trekt je in Ik wil geen hond zijn mee in deze herkenbare menselijke ervaring, om je vervolgens een andere bizarre wereld in te sleuren. De verteller in dit verhaal besluit dat er niets anders op zit dan te veranderen in een hond om zo herenigd te worden met haar ex. Door zijn huisdier te worden hoeft ze hem niet meer te missen. Ze zal ongelimiteerd van hem kunnen houden, janken als hij de kamer verlaat, zich tegen hem aan vlijen op de bank en grommen naar elke indringer. Dit boek is misschien wel even hilarisch als verdrietig.

6. Remco Campert – Tjeempie! Of: Liesje in Luiletterland (1968)

Tjeempie! vertelt het verhaal van de Wassenaarse Liesje van Zuylen, die met een prangende vraag rondloopt: wat is seks? Ze probeert deze vraag te beantwoorden door de trein te nemen naar Amsterdam en aldaar 'moderne schrijvers' te interviewen voor haar paastaak. Remko Kampurt schreef Tjeempie! in dezelfde taal als Het leven is vurrukkulluk, wat het doet lezen als een satirisch avontuur door een LSD-bril, met grappige verwijzingen naar het schrijversmilieu (Luiletterland) uit de jaren 1960 en Liesje als de personificatie van de veranderende tijdsgeest en moraal.

7. Joseph Heller – Catch 22

Als je boektitel nog decennia wordt gebruikt om een bepaald fenomeen te beschrijven, heb je het goed gedaan. Zo zal de term catch 22 voor altijd verbonden zijn aan een cirkelredenering. De soldaten in deze absurde anti-oorlogsroman komen in een gekmakend scenario terecht: iedereen die niet goed bij zijn verstand is, mag naar huis – maar iedereen die naar huis wil is blijkbaar erg verstandig, en komt dus niet in aanmerking voor ontslag. De zwarte humor, de absurde logica en de onvergetelijke personages maken dit tot een onvergetelijk en hilarisch boek.

8. Christian Kracht – Faserland (1995)

In Duitsland wordt Faserland gezien als een waar cultboek over de eerste jaren van de Bundesrepublik, dat bij gebrek aan vertaling helaas weinig wordt gelezen in Nederland. De naamloze ik-verteller reist door Duitsland naar Zwitserland terwijl hij zich onderdompelt in alcohol, drugs en seks, ervaringen die de lethargie en hopeloosheid van een teloorgaande generatie onderschrijven. Kracht schreef deze melancholisch-cynische Bildungsroman met messcherpe maatschappijkritiek in 1995 en was daarmee de grondlegger van de nieuwe Duitse Pop-Literatur. In 2021 kwam een vervolg uit: Eurotrash, dat in Zürich begint, waar Faserland eindigt (Eurotrash is wel naar het Nederlands vertaald, door Peter Claessens).

9. Fran Lebowitz – Volgens Fran (2021, vertaald door Irving Pardoen)

Fijnproevers genoten al decennia van haar gevatte cynisme, maar sinds de Netflix-serie Pretend It's a City viel ook het grote publiek voor de geestige en tegendraadse Fran Lebowitz. Van scherpe opvattingen over toerisme en gentrificatie in New York tot het belang van boeken en literatuur (haar beroemde quote 'Think before you speak. Read before you think' hangt aan een ontelbaar aantal bibliotheekmuren), Lebowitz heeft vrijwel overal een mening over en weet deze op haar geheel eigen wijze te verwoorden. Met Volgens Fran zijn haar beste stukken voor het eerst in het Nederlands beschikbaar.

10. Sue Townsend – Het geheime dagboek van Adriaan Mole, 13 3/4 jaar (1982, vertaald door Huberte Vriesendorp)

Zo legendarisch dat Hendrik Groen er zijn halve boektitel van pikte. Adrian Mole weet als geen anders dat het puberleven zwaar is. Zijn ouders voeren de hond dronken en de buurman komt verdacht vaak langs bij zijn moeder. Adrian zelf is hopeloos verliefd op de onbereikbare Pandora. Hij is ervan overtuigd dat hij een intellectueel is, maar hebben anderen dat wel door? En kan iemand hem vertellen hoe je omgaat met pestkoppen, puistjes en een ontluikend libido?

11. Nicolien Mizee – De Kennismaking. Faxen aan Ger (2019)

In 1994 krijgt Nicolien Mizee les in scenarioschrijven van Ger Beukenkamp. Er ontvouwt zich een klassieke meester-leerlingrelatie. Nicolien ziet in Ger een boven de normale mensen verheven God. Om ook buiten de lessen haar gedachten aan de zijne te kunnen spiegelen, begint ze hem faxen te sturen. Eerst een paar, dan bijna dagelijks, vele jaren lang. Ger antwoordt nooit (tot hij dat laatst ineens wél deed, in De Revisor). De kennismaking. Faxen aan Ger is het geopenbaarde deel van een eenzijdige fascinatie. En het is meer, het is een vormgegeven dagboek van Nicolien Mizee, haar worsteling met de sociale dienst, geld, vrienden, familie, het schrijven en met relaties. De kennismaking is een verzameling schitterende portretten, geestige gebeurtenissen, droevige misverstanden, wezenlijk gekonkel. Steeds oprecht, vaak briljant geformuleerd.