Logisch misschien. James Wood wijst op het glibberige karakter van de literaire vorm. ‘De roman is de virtuoso van de uitzondering’, schrijft hij, ‘hij wurmt zich altijd uit onder de regels die we hem proberen op te leggen.’ En misschien is dat juist het punt, niet houvast, maar een gebrek aan houvast. Iets in de literaire vorm maakt dat ze fluïde wil blijven; ze heeft een houdini-achtig karakter; ze probeert koppig iets van onbestemdheid vast te houden. Of nog anders geformuleerd: de literaire vorm wil dat de onderliggende chaoskampf voelbaar blijft. Orde is nodig maar moet meteen worden ondermijnd; een perspectief is gewenst maar moet onmiddellijk worden gerelativeerd; een uitkomst is het doel maar moet in de volgende regel op losse schroeven worden gezet. Juist met die onbestemdheid, ambiguïteit en ongerijmdheid doet de literaire vorm recht aan het basale karakter van de werkelijkheid waar Calvino het over heeft, dat entropisch proces, een onverbiddelijk verval van orde waarin hier en daar eilandjes van orde kunnen opbloeien, zij het niet voor lang.
Ik denk steeds vaker dat in dat grimmige perspectief het wezenlijke engagement van literatuur ligt. In een tijd waarin de puntige tweets ons om de oren vliegen, de pakkende slogans van de spin doctors, de talking points van de politici, de stellige opinies aan de tafels van de talkshows, de leugens van een ex-president, het parmantige gezwets van influencers, de voorspelbare scheldpartijen van de volkswoede, de suikerspin van de reclamemensen, het gelul van de voetbalexpert, diepe zucht, is literatuur een plek waar al dat simplisme moet wijken. Elke roman, schrijft Kundera, houdt de lezer voor dat niets simpel is. Met die boodschap krijgt literatuur in het huidige klimaat als vanzelf een politiek, geëngageerd karakter.
Dat is met wat goede wil een hoopvol besluit en reden genoeg om door te schrijven, om literatuur serieus te blijven nemen, ook al is dat tegen de verdrukking in. Literatuur is nog een van de weinige onderwerpen waar ik het zonder sarcasme over kan hebben – zonder intellectuele gêne. En met dat net-niet-verzuipen blijft het schrijven zelf ongelooflijk opwindend en verontrustend. Annie Dillard vergelijkt het met het alligatorworstelen dat in het zuiden van de VS populair is: elke zin weer hang je om de nek van een alligator, in een modderige poel, zonder enige garantie dat je wint. Op dit punt gekomen beschrijft ze een werkelijk voorval, in Florida, waar een jongeman en een alligator worstelen in zo’n modderige poel, gadegeslagen door publiek. Op zeker moment verdwijnen de twee onder water. Even later stijgen er wat luchtbellen op. Weer even later kleurt de poel rood. De toeschouwers kijken elkaar aan, staan op en gaan bedrukt naar huis. Het duurde een week, schrijft ze, voordat het lichaam van de jongen werd teruggevonden.
Genoemde titels
Italo Calvino, Six memos for the next millennium (1988)
Annie Dillard, The writing life (1989)
Milan Kundera, The art of the novel (1986)
James Wood, How fiction works (2008)