Jullie maakten hiervoor – naast de maandelijkse Poeziebar – al tien voorstellingen, telkens met een andere dichter in de hoofdrol. Hebben jullie een soort dichtersverlanglijstje?
Een beetje. Natuurlijk zijn er dichters die voor ons veel betekenen en waarvan we denken dat er een mooie voorstelling in zit. Szymborska, Pessoa, Bob Kaufman, Anna Achmatova. Noem maar op. Er worden ons veel dichters aangeraden door bijvoorbeeld Joost Oomen. Maar vaak volgt een dichter een andere dichter op. Veel kunstenaars hebben elkaar geïnspireerd en zijn dus onlosmakelijk verbonden met elkaar. Zo komt een dichter vaak dus op ons pad doordat er ergens in een voetnoot of in een biografisch stukje wordt verteld dat deze en die dichter door die en die kunstenaar zijn beïnvloed. Het is super leuk om dat landschap in te gaan en heel langzaam steeds meer dichters en kunstenaars te leren kennen. Dat is misschien wel een van de leukste dingen die er bij ons vak horen.
Hoe kwam Georges Perec op jullie pad?
Ik leerde Georges kennen op de HKU, de toneelschool. Een docent van me vertelde over een oefening die een schrijver deed waarbij hij telkens in het moment probeerde herinneringen op te diepen, door telkens de zin te beginnen met ‘Ik herinner me’ en dan een al dan niet banale herinnering te beginnen. We deden deze opdracht in de klas en we moesten allemaal huilen. Ik wilde meer over deze schrijver weten en die docent raadde me boeken aan. Nu zijn de meeste boeken makkelijk te vinden, veel zijn herdrukt. Maar in die periode was het werk van Perec erg zeldzaam en dat droeg alleen maar bij aan de bijzonderheid ervan. Dit moest wel een hele bijzondere man zijn, als hij een boek schrijft waar de letter ‘e’ niet in voorkomt en dat dat boek dan ook nog eens niet te vinden is. Ik begon steeds meer boeken te vinden en zo raakte ik steeds meer verliefd op deze buitengewoon grappige en lieve schrijver. Hij heeft altijd op ons verlanglijstje gestaan.
Perec hield zich bezig met het ondergewone, het alledaagse van het leven. Wat hebben jullie door Perec weer leren zien? (of: wat hebben jullie van Perec geleerd?)
Ik heb echt mensen weer leren zien. Ik moest tijdens het repeteren altijd met de trein naar Den Haag, dan moest ik soms best een tijdje op Utrecht Centraal wachten. Waar ik ervoor soms in mijn muziek of telefoon verdween kon ik nu ineens echt naar de mensen kijken en naar de dingen die ze deden. Hoe ze die dingen deden en me kon afvragen waarom ze die dingen zo deden. Ik vond de mensen ook weer ontzettend lief, met hun gebruiken en rare gesprekken met hele vreemde maar mooie zinnen.
“De wereld kan wel weer wat Rock & Roll & Poëzie gebruiken,” schreven jullie. Wat maakt poëzie rock & roll?
Het feit dat het zo’n ogenschijnlijk simpele manier is om kunst te maken. Je hebt een pen en papier nodig, inspiratie en misschien ooit een publiek. Het is een ontzettend vrije kunstvorm waarbij de schrijver zelf bepaalt wat de grenzen van poëzie is. Er is zoveel vrijheid en daardoor zo veel mogelijk. Ik vind dat ontzettend Rock en Roll. Er kan in zo’n korte tijd zoveel verteld worden, veel kernachtiger dan bijvoorbeeld een roman dat kan doen. In een veel kortere tijd.
Wat kan op het theater wel, wat op papier misschien niet kan?
Meerdere dingen. Nu bij PEREC is dat vooral het kijken naar dingen. We kunnen op de vloer echt ongegeneerd naar mensen en dingen kijken, ons daar dingen over afvragen. Op papier kijken we naar woorden en dan hebben die woorden een betekenis en een associatie bij ons. Op de vloer komt daar nog zo veel meer bij kijken. Iemand doet daar iets met diens lichaam heel bewust en daar mogen we naar kijken, dat is toch bijzonder? Daarnaast kunnen we op de vloer klank geven aan de woorden en er zo nog meer mee doen dan dat de woorden in je hoofd klinken.
Wat is leuker? Elke dag 5 keer op de Parade of elke dag in een nieuw theater?
Oef dat is een moeilijke vraag. De afwisseling is juist zo lekker. Om een paar maanden met de voorstelling te reizen en dan in de zomer, als het lekker weer is in een snikhete tent voor veels te veel mensen te spelen. Ik vind dat een heerlijke afwisseling. Ze hebben beide hun voor- en nadelen.