Had maar meer gelezen, zou je Derksen willen toeroepen

Manon Uphoff ging dit weekeinde in De Morgen in op de kwestie Vandaag Inside, waarin ze zich wendt tot diegenen die de kritiek op het programma zien als een beperking van de vrijheid van meningsuiting: "jullie riedel van vernedering en minachting is ónze kroegpraat niet. Die tijdgeest waar jullie zo naar terugverlangen, díe tijdgeest is uit de fles: want oh man, oh man wat een stinkend gasvormig goedje is dat." In deze bijdrage voor ilfu.com gaat ze nog eenmaal in op de kwestie aan de hand van de Poolse auteur Wiesław Myśliwski.

Tags

Actualiteit Grensoverschrijdend gedrag

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Een detail is als de kosmos

 

Nog één keer aan de hand van de Poolse auteur Myśliwski de kwestie Vandaag Inside. In Het oog van de naald treft een jonge man zijn oudere zelf. Deze bejaarde man wandelt met een stok moeizaam naar een plek die voor beiden van betekenis is, struikelt dan, valt en sterft ter plekke. De jonge man wordt meteen opgepakt, als getuige - hij is de enige die iets van de toedracht kan weten - en onderworpen aan een verhoor.

 Vertelt u me ondertussen, in welke hand hield hij de stok, in de linker, in de rechter, toen hij er, zoals u beweert, over struikelde? U weet het niet meer. Jammer. U verbaast zich erover waarom zo’n detail betekenis kan hebben? Ik zal u zeggen dat een detail ons meer kan vertellen dan we vermoeden. Een simpel detail kan alle bekentenissen omverwerpen, alle getuigen weerspreken. Een detail is als de kosmos. De wereld is zogenaamd groot, maar beslissen doen de details (…).

Wiesław Myśliwski

Ik denk aan het detail bij Vandaag Inside, dat van het snelle handgebaar van Johan Derksen, en zijn woordkeus ‘erin’. En aan een ander detail dat zijn ‘biecht’ ondergraaft: hij liederlijk, de ‘juffrouwen’ kotsend, erger nog, hém onderkotsend.

“Een smerig verhaal”, zei hij, en dacht waarschijnlijk dat de kijkers het op dit vlak met hem eens zouden zijn en dat die de smerigheid ervan bij de vrouwen zouden leggen. Dronken worden, zelfs stomdronken, en dán nog over iemand heen kotsen, en dan niet meer aanspreekbaar, niet meer wilsbekwaam. Dat was het smerige wat Johan Derksen probeerde te benadrukken. De kaars, bij het weggaan, een min of meer terechte ‘straf’ voor de vernedering die hij had ondergaan.

En dan, zoveel jaar later, met inzet van deze details, moet er ook, ergens ver weg, rinkelend (maar als een héél zacht belletje) hebben doorgeklonken dat zijn eigen gedrag de schoonheidsprijs niet verdiende; een voorzichtig, bang, weifelend vermoeden van een ander perspectief, een ander licht op het geheel.

Maar dan is daar al het lachsalvo. De mogelijkheid voor een snelle ontsnapping, het alweer kunnen wegspringen van dit vage, al verstervende geluidje. In de armen van de tafelgenoten, Genee, Gijp. Is er het grote kalmeren in het uitvergroten van ‘de grap’. Niets dan ongein, een gebbetje, een smeuïg verhaal.

Maar lezen doet Derksen natuurlijk niet; hij maakt zijn eigen verhalen.

Bevrijd, moet hij hebben gedacht. De vaste kijkers (onder wie sommigen mogelijk één seconde lang stilstonden bij wat hij vertelde) konden eveneens opgelucht uitademen, in de warme lucht van de kroeg, de warme lucht van de kleedkamer, de plek voor de absolutie. Hier kan alles, mag alles, is alles liefde, waardering, genegenheid.

Had maar meer gelezen, zou je willen roepen. Had maar eens écht gelezen. Dan had je je leren verplaatsen, op lichte voeten en soms met lood in de schoenen en zwaar gemoed.

Maar lezen doet Derksen natuurlijk niet.

Hij maakt zijn eigen verhalen (boeken zelfs) en brengt die naar de mensen, in zijn gedaante van verlichte strijder voor de vrijheid, een groot begenadigd verteller: ik breng het licht en de grazige weiden, deze tafel is mijn vrijplaats, hier gebeurt het.

En als de door hemzelf tot leven gewekte realiteit van daden, handelingen, hem, vanwege de details, inhaalt, het verhaal blootlegt waar zijn échte waardes liggen, dan trapt hij stampvoetend als een kleine boze jongen dat tere rinkelende belletje van zijn eigen geweten helemaal aan gruzelementen.

Om vervolgens vol zelfbeklag te kermen dat het stuk is.

Helemaal naar de ratsmodee. 

Leestip uit deze bijdrage:

'Het oog van de Naald' door Wiesław Myśliwski, de nieuwe magistrale roman van de Poolse meesterverteller over de liefde, de verstrijkende tijd en onze herinnering

Info