Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen – voorpublicatie

Op 28 maart organiseren we een bijzondere ILFU Book club rondom Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen, de nieuwe bundel van de Syrisch-Palestijns-Zweedse dichter Ghayath Almadhoun. Bezoekers krijgen op de avond zelf een exemplaar van het boek, bij aankoop van je ticket ontvang je van ons alvast de digitale pdf om mee te kunnen praten. Vandaag mogen we al drie gedichten openbaar maken in een exclusieve voorpublicatie.

Tags

Poëzie Palestina Gaza

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Ghayath Almadhoun (1979) is een Syrisch-Palestijns-Zweedse dichter. Hij is geboren in het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk in Damascus als zoon van een Palestijnse vader en een Syrische moeder. Almadhoun woont in Berlijn. Eerder verscheen van hem in vertaling Weg van Damascus (2014, vertaald door Djûke Poppinga) en ik hier jij daar (samen met Anne Vegter). Lees hieronder alvast drie gedichten uit zijn nieuw bundel Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen, die deze maand in het Nederlands verschijnt bij Uitgeverij Jurgen Maas.

Alle wegen leiden naar Berlijn

In het begin was er jouw shirt, en de mannen spraken je naam uit alsof ze om hun moeders riepen. Ik liep langs je heen, terwijl je zeelui probeerde uit te leggen wat water is. Ik was verbijsterd en het vocht lekte op mijn schrift. Alle wegen leiden naar Berlijn, zei je. Ik gooide mijn kompas weg en werd verliefd op het derde gezicht. Ik vroeg je of je geloofde in liefde op het derde gezicht. Nee, zei je. De dingen werden weerkaatst als in een spiegel, zodat ik dacht dat je ‘kom hier’ zei. Toen ik terugkeerde naar mijn volk om het goede nieuws over jou te vertellen, geloofden ze me niet en zeiden ze: Kom met een teken als je tot de oprechten behoort. En toen ik je shirt neergooide, knielden de mensen neer.

In het begin was er jouw shirt, en de dingen werden als in een spiegel weerkaatst. De stad reed weg van de trein, het lichaam van de strijder vloog naar de kogel, de horizon keek me door het raam van de trein in de ogen en het Arabisch probeerde van links naar rechts iets te betekenen.

In het begin was er het einde.

– 2017

Mijn hand die is weggegaan en niet is teruggekeerd

Ik ben een vrij man uit een land dat niet vrij is. Ik schrijf liefdesgedichten in de vorm van nachtmerries; ik deel ze gratis uit aan de doden die zijn geboren uit vermoorde moeders. Ik heb mijn hand, die ik tijdens de vrede heb verworven, in de oorlog verloren, daarom kan ik je niet stevig omhelzen.

Ik heb haar in de oorlog verloren, maar soms zie ik in een droom hoe ze de martelaren op hun schouders klopt. Dan huil ik als de andere mannen, terwijl God op de groepsfoto glimlacht. Soms heb ik het koud en ga ik naar haar op zoek, om haar in mijn jaszak te stoppen, maar ik vind haar nooit.

Ik ben een vrij man uit een bezet land. Mijn hand die is verslonden door de wolf, is het enige deel van mij dat jou nooit heeft ontmoet, en daarom houden we altijd het gevoel dat er iets kleins ontbreekt tussen ons.

Ik ben een vrij man uit een land dat droomt van vrijheid. Ik probeer je vaak te omhelzen zonder mijn hand, die is weggegaan en niet is teruggekeerd, waardoor het lijkt alsof ik je maar half bemin. Toch wil ik, mijn liefste, dat je voor altijd onthoudt dat ik je, als ik je met één hand omhels, meer vrijheid geef wanneer de dag komt waarop je besluit te vertrekken.

– 2023

Gerecyclede dood

De enige reden waarom ik mijn land niet haat, is dat ik geen land heb.

Een soldaat die met een geamputeerd geheugen van het front is teruggekeerd, zegt: ‘Ga weg. Je bent geen stoplicht, je kunt niet zomaar op een kruispunt tussen twee wegen blijven staan.’ Ik staar naar een gat in zijn hemd en denk aan het tweedehands geluk dat ik van mijn moeder heb geërfd en aan mijn vrienden die zijn gestorven door een overdosis hoop.

Een jongen die onder bedreigingen heeft geleefd en door martelingen is gestorven, zegt: ‘Als je leeftijd uitstijgt boven je schoenmaat, gaat het er niet meer om op welke grond je sterft, maar op welke grond je leeft.’ Ik staar naar zijn afgehakte vingers en denk aan de dood, die we steeds opnieuw recyclen in het geheugen van de familie, en naar de lijken die mijn boeken hebben veranderd in graven.

Mijn vader zegt: ‘Ik kom uit Israël; Palestina is verloren geraakt in de vertaling.’ Ik kijk naar Syrië, waar hij woont en naar Palestina dat in hem woont, en probeer het glas halfvol te zien. Halfvol met bloed. De enige reden waarom Palestina nog steeds in het Midden-Oosten ligt, is dat het niet naar Europese musea vervoerd kan worden.

‘Ga op reis en vernieuw jezelf ’, zegt Abu Tammam. Ik kijk naar de twaalf eeuwen die ons van elkaar scheiden en denk aan de eeuwigheid. Dichters reizen door de ruimte en poëzie reist door de tijd.

Ibn Abu Talib zegt: ‘De mensen slapen en pas als ze doodgaan worden ze wakker.’ Ik kijk naar de tijd en denk aan de eeuwigheid: hoe we de dagen laten verstrijken, uit angst dat ze verstrijken.

God zegt: ‘Was Gods aarde niet zo uitgestrekt dat jullie daarheen konden uitwijken?’ Dan kijk ik naar het prikkeldraad dat tevoorschijn komt uit mijn gedichten en denk aan mijn land dat ik in mijn reistas heb verstopt. Toen ik de Zweedse nationaliteit kreeg, werd ik een Palestijn en kon ik naar Palestina reizen.

De dichter die ik in Damascus was, vraagt: ‘Heeft de verwoesting je verdrietig gemaakt, of heeft het verdriet je verwoest?’ Dan kijk ik naar mijn stad die door een wolf is verslonden en denk ik aan de omgekeerde evenredigheid. Hoe groter het bloedbad, des te minder getuigen.

– 2023

Kom naar onze Book Club met Ghayath Almadhoun