Radna Fabias dicht op ironische wijze over het jezelf rijk rekenen met de privileges die je hebt: 'laat ons/eminente wijnen drinken op onze gezondheid laat het ons smaken het donker/is elders proost'. Er wordt geproost op het zonlicht, het uitzicht en op de verzaligde woorden die uit onze monden vallen. De kritiek schijnt door in de nauwkeurig gekozen woorden die door het gedicht verspreid liggen; het licht wordt argeloos gedragen, we absorberen licht zonder daar weet van te hebben, de lijken zijn toch elders, proost.