Als kind keek ik minimaal eens per jaar naar The Sound of Music, ik weet niet precies waarom die film me zo trok. Het zal iets te maken hebben met de muziek, het kneuterige, de romantiek. Laatst keek ik ‘m voor het eerst sinds tijden en toen resoneerde vooral de gespletenheid van Maria. How do you solve a problem like Maria? Hoe ze enerzijds verlangt naar het nonnenbestaan waar een dagelijks leven vol rust, soberheid, regelmaat realiteit is. Tegelijk blijft ze altijd op zoek naar reuring, prikkels, muziek, avontuur, de liefde.
Jij schreef, ik parafraseer, gelukkig leven we niet langer in een tijd, een maatschappij waar vader pastoor de scepter draait, vrijheid om jezelf te ontwikkelen en je eigen pad te ontdekken is belangrijk. Uiteraard sluit ik me daarbij aan - vrijheid is denk ik het grootste goed, maar soms lijkt het me ook zo heerlijk overzichtelijk om te leven naar een concreter uitgestippeld plan.
Ik ervaar soms ook hoe vrijheid kan benauwen, herken je dat? Het heeft vast te maken met de paradox van keuzevrijheid, waar, zoals je terecht opmerkte mijn generatie (en de generaties daaronder) in grote mate tegen aan lopen. Velen van ons hebben impliciet of expliciet meegekregen dat alles mogelijk is. Als je maar je best doet, hard werkt alle kansen grijpt en benut, kin omhoog, schouders eronder. Het is een privilege om zo veel keuzevrijheid te hebben en tegelijk werkt het ook verlammend. Ook al doe je alles wat er in je macht ligt, veel heb je niet in de hand. Er is geen eindpunt als het gaat over succes of geluk.
Ik heb moeite met kaders en grenzen herkennen, erkennen, aangeven en tegelijk vind ik het soms heerlijk overzichtelijk om binnen kaders te leven. Tijdens deadlineperiodes bijvoorbeeld: ik sluit me op in mijn veilige haven, cancel afspraken, muziek wisselt de ultieme stilte af, soms hoor ik urenlang alleen het getik van mijn vingers op het toetsenbord, gevolgd door de voldoening van een wit papier dat zich langzaamaan vult, m’n telefoon in een hoek van de kamer geslingerd, alleen eten en drinken als ik niet langer zonder kan, soms een ommetje of even naar de sportschool, slapen wanneer mijn ogen dichtvallen.
En dan daarna toch altijd weer losbreken, me omringen met anderen, te veel te vaak, op tafels dansen, een schorre stem, rondrennen, een moe maar vervuld lijf.
Ik wil een tatoeage met woord ’Sometimes’. Allebei de kanten zijn waarachtig, soms het een soms het ander. Steeds maar weer luisteren naar die onderbuik, naar de drang, de needs, de bron.