Vrouwenliefde als verzet - Over ‘Compulsory Heterosexuality’ van Adrienne Rich
‘My husband voted for him,’ hoor ik in een sterk zuidelijk accent uit mijn telefoonspeakers komen. Twee blauwe ogen, omlijnd met zwart kohlpotlood, kijken me via het scherm aan. ‘Should I file for divorce?’ Ik knik meteen, ook al weet ik dat deze Amerikaanse vrouw op TikTok me niet hier in mijn dekbed ziet liggen. Het is de nacht van de verkiezingen en hoewel de uitslag nog niet definitief is, proberen vrouwen en non-binaire mensen in de Verenigde Staten nu al in te schatten wie in hun omgeving heeft gestemd tegen hun rechten en veiligheid in. Sommige vrouwen hebben een partner die medeplichtig is aan de winst van de presidentskandidaat die seksueel geweld pleegt en zelfbeschikking afpakt. Wat doe je dan? Kun je nog kiezen voor een leven zonder de man die zegt van je te houden, maar stemt tegen jouw belangen? Wat is het alternatief?
Voor dichter en essayist Adrienne Rich (1926), een icoon die ik ken van mijn leeslijst, is er slechts één logische oplossing: leven als lesbienne. In haar poëzie en essays is de onderdrukking van vrouwen door mannen de rode draad. Mannen zijn namelijk niet de beste bondgenoten geweest voor de feministische zaak: ze maakten wetten om te verzekeren dat vrouwen niet politiek actief konden worden en sloten ons uit van universiteiten. Mannelijke echtgenoten waren een nog groter blok aan je been, want zodra je gehuwd was verloor je in Nederland tot 1957 het recht op een eigen bankrekening, een baan, of tot nog later het recht ‘nee’ te zeggen tegen seks. Verkrachting binnen het huwelijk werd in Nederland pas strafbaar vanaf 1991 en volgens Rich is het opdringen van heteroseks één van de belangrijkste pilaren van mannelijke macht. De heteroseksuele relatie is het strijdtoneel waarop veel van die onderdrukking zich voltrekt.
Rich’s essays worden gekenmerkt door radicale politieke opvattingen en een urgentie die je door de regels heen naar de keel grijpt. ‘You must write, and read, as if your life depended on it,’ schreef ze in ‘What Is Found There: Notebooks on Poetry in Politics’. In zekere zin is dat ook zo: Rich schetste een manier van leven die vrouwen een uitweg bood uit onderdrukkende relaties. Een alternatief dat ze verder nergens tegenkwamen. In haar essay ‘Compulsory Heterosexuality and Lesbian Existence’ introduceert zij de inmiddels bekende term ‘verplichte heteroseksualiteit’, in de queer uithoeken van het internet vaak afgekort tot ‘CompHet’. Verplichte heteroseksualiteit is kort gezegd het idee dat heteroseksualiteit een politiek en sociaal construct is. Een construct dat vrouwen al in hun jeugd meekrijgen en waaraan ze worden onderworpen, hun banen worden afgenomen en ze potentieel worden blootgesteld aan (seksueel) geweld. Verplichte heteroseksualiteit zorgt ervoor dat mensen ‘male-identified’ raken – ‘the casting of one’s social, political, and intellectual allegiances with men’ - oftewel mensen identificeren zich of voelen solidariteit met de positie van de man.
Heteroseksualiteit wordt opgedrongen, vandaar dat Rich het ‘verplicht’ noemt. Die verplichting ligt in het feit dat heteroseksualiteit altijd wordt gepresenteerd als ‘natuurlijk’, ‘universeel’ en ‘normaal’. Vanwege dat zogenaamd universele karakter, wordt heteroseksualiteit nauwelijks onderzocht of ter discussie gesteld. Maar ‘verplicht’ heeft ook een meer letterlijke betekenis. Rich schrijft in 2003 een toevoeging aan haar originele essay, waarin ze beschrijft hoe ‘The New Right’, de conservatief-rechtse politici die toen oprukten, heteroseksualiteit via politieke wegen probeerden door te drukken. ‘The New Right’s boodschap aan vrouwen is dat we het emotionele en seksuele eigendom van mannen zijn en dat de autonomie en gelijkheid van vrouwen een bedreiging zijn voor het gezin, het geloof en de staat. De instituties waardoor vrouwen traditioneel worden beheerst – patriarchaal moederschap, economische uitbuiting, het kerngezin, verplichte heteroseksualiteit – worden versterkt door wetgeving, religieuze voorschriften, mediabeelden en censuurpogingen.’ Woorden die net zo goed aan de Verenigde Staten van 2024 toegeschreven hadden kunnen worden.
Rich’s betoog barst natuurlijk van het genderessentialisme: niet alle mannen zijn machtswellustelingen, sommige vrouwen wel, en er bevinden zich veel mensen op andere plekken op het spectrum dan in de hokjes man of vrouw. Toch kan ik me herinneren hoe ik opgroeide met Disneyfilms waarin prinsessen werden gered door prinsen, hoe tijdschriften me vertelden in welke kleding mannen mij mooi zouden vinden en hoe ik hoorde dat je trouwdag de mooiste van je leven zou zijn. We slaan boeken pas dicht als hij en zij nog lang en gelukkig zullen leven en op het grote doek is het jawoord tussen bruid en bruidegom het slotakkoord. Snakken naar de bevestiging van mannen wordt via alle mogelijke bloedwegen je aderen in gepompt, heteroseksualiteit hangt in de lucht die we ademen. En ook Nederlandse politici bemoeien zich met onze seksualiteit. Ze doen bijvoorbeeld hun beklag over de lage geboortecijfers, proberen de toegang tot abortussen in te perken en maken het leven voor single vrouwen onbetaalbaar. Het leven is cultureel én politiek vormgegeven voor het heteroseksuele stel.
Houden van vrouwen is dus verzet tegen deze verplichting. ‘Het bestaan van lesbiennes,’ schrijft Rich, ‘is een realiteit en een bron van kennis en macht die voor vrouwen beschikbaar is.’ Het verwerpen van heteroseksualiteit en de daaruit voortvloeiende ‘male-identification’ maakt de weg vrij voor een leven waarin je je identificeert met vrouwen en onze politieke en sociale positie: ‘women-identification’. In de collegezaal waar ik deze woorden voor het eerst hoorde, begon direct een proces van ontleren. Hoe vaak had ik universele vertellingen aangenomen zonder goed te horen dat dat verhaal verteld werd door een mannenstem? Hoe vaak had ik mezelf niet bekeken in de spiegel door de ogen van een man? Hoe kon ik, in de woorden van Rich, een ‘women-identified’ vrouw worden?
Het ontleren van verplichte heteroseksualiteit en de identificatie met mannen, op een politieke, sociale en/of seksuele manier, is volgens Adrienne Rich iets om aan te blijven werken. De blootstelling aan verplichte seksualiteit stopt immers niet. Voor mij krijgt dit proces kleur wanneer ik er voor kies om vrouwen te geloven wanneer ze over hun ervaringen spreken, ook als de dominante mening is dat zij niet te vertrouwen is. Als ik me irriteer aan een andere vrouw of weerstand voel bij wat ze te zeggen heeft probeer ik na te gaan waar dat gevoel vandaan komt. Ik doe mijn best om kritisch na te denken over hoeveel waarde ik hecht aan wiens mening. Luister ik sneller naar een man of naar een vrouw en waarom? Hoewel lastig, schrijft Rich, is het bevrijdend voor alle vrouwen om je los te weken van mannen die zich niet met jou identificeren. Mannen bij wie jouw sociale positie niet eens in hen opkomt als ze een bolletje rood kleuren in het stemlokaal.
Liefde is namelijk iets waaraan jij zelf eisen mag stellen. Ik verving het geromantiseerde beeld van heteroseksuele bevestiging met een nieuw ideaalbeeld: iemand die een bondgenoot is in mijn strijd, iemand die net zoveel van vrouwen houdt als ik, iemand die zich verzet tegen verstikkende gendernormen die uiteindelijk voor iedereen funest zijn. Iemand die samen met mij huilt wanneer een verkrachter tot president wordt verkozen en iemand die belooft mijn lichaam van mij te laten. ‘Identificatie met vrouwen is een bron van energie,’ concludeert Rich, ‘een potentiële bron van vrouwelijke macht, ingeperkt door de instelling van heteroseksualiteit, waar uit te ontsnappen valt.’