Neurodiversiteit: Erik Jan Harmens tipt 5 boeken over leven met autisme

Schrijver en dichter Erik Jan Harmens (1970) weet sinds een aantal jaar dat hij autisme heeft. In februari 2023 verscheen zijn dichtbundel De man die blauw werd, over hoe het is om op je vijftigste deze diagnose te krijgen. Met zijn werk geeft hij woorden aan zijn binnenwereld, zodat de lezer eens zelf kan ervaren hoe het is om te leven met een neurodivers brein. Vandaag tipt hij vijf lezenswaardige boeken geschreven door en over mensen op het autismespectrum.

Tags

Verplichte kost neurodiversiteit
Foto: Els Zweerink

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Voorheen waren het vooral 'deskundigen' die zich uitspraken over neurodiversiteit in het algemeen en autisme in het bijzonder. Boeken als Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht van Mark Haddon en De man die zijn vrouw voor een hoed hield van Oliver Sacks zijn leeswaardig en informatief, maar het zijn ook beschouwingen van buitenaf. Wie echt wil weten (of: wil voélen) hoe het is om autisme te hebben, zal naar de mensen moeten luisteren die autisme hébben. Die maken zelf inmiddels ook boeken en ik ben er daar een van. Hier vijf zeer lezenswaardige boeken van andere schrijvers 'op het spectrum'. 

1. Kamran Nazeer – Send in The Idiots (2006)

Een jongen met autisme gaat in New York naar speciaal onderwijs en weet later politiek adviseur in Londen te worden. Hij zoekt vier oud-klasgenoten opnieuw op om te kijken hoe zij zich hebben ontwikkeld. Een boek vol rake citaten: ‘Striking up conversations with strangers is something like extreme sports for autistic people.’ Toen ik Nazeer (of Emran Mian, zoals hij echt heet) interviewde voor het VPRO-radioprogramma ‘De Avonden’, was ik bang dat hij dat heftig zou vinden. Maar hij zei: ‘Geïnterviewd worden is juist het fijnste wat er is. In het draaiboek staat precies hoelang het gesprek duurt. Ik hoef jou niks te vragen, ik hoef alleen jouw vragen te beantwoorden. En als we beginnen met praten gaat in de studio een rood lampje aan. Als we klaar zijn gaat het weer uit.”

Ineens begreep ik ook waarom ik zo hou van hardlopen en van dansen: alleen als ik spring ben ik werkelijk vrij.

2. Naoki Higashida – The Reason I Jump (2013, vertaald door David Mitchell)

Een ongelooflijk ontroerend boek, prachtig geïntroduceerd door David Mitchell, verteld door een 13-jarige jongen met autisme die in kraakheldere taal autisme niet zozeer uitlegt als wel bezingt. ‘When I'm jumping it's as if my feelings are going upward to the sky. Really, my urge to be swallowed up by the sky is enough to make my heart quiver.’ Ineens begreep ik ook waarom ik zo hou van hardlopen en van dansen: alleen als ik spring ben ik werkelijk vrij.

3. Judith Visser – Zondagsleven (2020)

Zeer herkenbare vertelling over hoe intens het voor mensen met autisme kan zijn om een liefdesrelatie te hebben. Ik heb me best vaak geen ‘boyfriend material’ gevoeld, maar dit boek sterkte me in de overtuiging dat er veel manieren zijn om lief te hebben. Voor de hoofdpersoon in deze roman voelt het toelaten van iemand alsof ze ‘opnieuw moet leren ademhalen’ en dat herken ik. Het is alsof je de beschikbare hoeveelheid zuurstof ineens moet delen.

4. Matt Haig – Reasons To Stay Alive (2015)

‘Words, just sometimes, really can set you free.’

Een boek over hoe je met en na een depressie kunt kiezen voor leven. Niet dat dat moet. Alleen maar dat dat kán. Extreem helder opgeschreven, zonder opsmuk, technisch echt heel vaardig. Net als een ander boek dat helaas niet meer in deze top-5 past, Strangers to Ourselves van Rachel Aviv, dat óók een overwinning van de taal is. Zowel Aviv als Haig benadrukken dat er voor mentale problemen vaak niet echt oplossingen zijn, maar dat het delen van verhalen erover troostend en zelfs helend kan werken. Het is denk ik daarom dat Joanna Lumley over 'Reasons To Stay Alive' zei: "This is a masterpiece that might even save lives."

5. Julian Harmens – Altijd op reis (2021)

Een dichtbundel van mijn zoon, die net als zijn vader autisme heeft en prachtig schrijft over zijn talent om anderen gelukkig te maken. Maar ook heel rauw en heel eerlijk over het ontbrekende talent om zichzelf gelukkig te maken: ‘Ik heb geen gevoel/Er valt ook niets te voelen.’