Een tijdperk van onderdrukking, apartheid, zwarte vrijheidsstrijd en ontluikende democratie
Toen ik tijdens de jaren zestig en zeventig opgroeide in een wit Zuid-Afrikaans gezin waren apartheid en de daarmee gepaard gaande achterstelling en discriminatie van mensen van kleur voor mij tamelijk vanzelfsprekend, schokkend vanzelfsprekend eigenlijk. Later, toen ik tegen de twintig liep, ging studeren, en in contact kwam met mensen die daar heel anders over dachten, en ook in aanraking kwam met literatuur die de andere kant van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis liet zien, kreeg ik oog voor het schrijnende, eeuwenoude onrecht. Over mijn ervaringen, het verdriet om wat er mede in mijn naam werd misdreven, maar ook over de niet uit te wissen liefde voor mijn land, schreef ik Om het hart terug te brengen; liefde en geweld in Zuid-Afrika (Atlas Contact, 2021). De volgende elf boeken hebben me daarbij enorm geïnspireerd. De lijst is chronologisch, volgens de oorspronkelijke publicatiedata.
1. André Brink – Kennis van de avond (1973, vertaald door J. Witten)
Tegen de achtergrond van twee eeuwen Zuid-Afrikaanse geschiedenis krijgen we het verhaal te lezen van een talentvolle Kaapse bruine man. Zijn bestaan, dat mede in het teken staat van een liefdesverhouding met een Brits meisje, wordt geleidelijk aan verwoest door politieke spanningen en de harde realiteit van een racistische samenleving. Niettemin weet hij op een paradoxale manier te overleven. Kennis van de avond werd in Zuid-Afrika kort na verschijning verboden, en pas in 1982 op gerechtelijk bevel vrijgegeven.
2. Elsa Joubert – The long journey of Poppie Nongena (1978)
Klassiek geworden roman over de lotgevallen van een zwarte vrouw, die net als vele duizenden andere zwarte Zuid-Afrikanen onderworpen werd aan gedwongen verhuizingen, opgelegd door het apartheidsbewind dat strikt gescheiden leefruimtes tussen de verschillende bevolkingsgroepen nastreefde. Nuchter en realistisch verteld, en daarmee des te treffender. Bij verschijning was dit boek niet minder dan een moedig statement. Helaas niet in het Nederlands vertaald.
3. Nadine Gordimer – July's mensen (1981, vertaald door Dorinde van Oort)
Gordimer, gelauwerd met de Nobelprijs voor literatuur, vertelt een verhaal dat in 1981 (en ook nu nog) denkbeeldig was, maar toch niet helemaal onwaarschijnlijk. Als in Zuid-Afrika een burgeroorlog tussen wit en zwart uitbreekt, vindt een wit gezin onderdak bij de familie van hun zwarte huishoudster July.
4. Breyten Breytenbach – De ware bekentenissen van een witte terrorist (1984, vertaald door Gerrit de Blaauw en Adriaan van Dis)
Breytenbach woonde al enige jaren in Parijs toen hij in 1975 onder een andere naam terugkeerde naar zijn vaderland, met de bedoeling om een bijdrage te leveren aan de gewapende strijd tegen het apartheidsregiem. Hij werd vrijwel onmiddellijk gearresteerd en veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf. In 1982 kwam hij vervroegd vrij en deed vervolgens verslag van zijn ervaringen. Bitter en niet zonder zelfkritiek.
5. Lewis Nkosi – Mating Birds (1986)
Over het destijds geldende witte taboe op interraciale relaties. In afwachting van zijn executie vertelt de zwarte ik-figuur hoe hij betrokken is geraakt in een seksuele verhouding met een wit meisje. Als ze worden betrapt, vertelt ze de politie dat ze door hem is verkracht. Wat zich precies heeft voorgedaan, wordt nooit helemaal duidelijk, maar de schijn is tegen hem en dus wordt hij op grond van het geldende recht ter dood veroordeeld. Nkosi belicht de complexiteit en zelfs de onmogelijkheid van een gemengde relatie ten tijde van de apartheid. Niet in het Nederlands vertaald.
6. Antjie Krog – De kleur van je hart (1998, vertaald door Robert Dorsmam en Ed van Eeden)
Na het einde van het witte Zuid-Afrikaanse minderheidsbewind, de eerste vrije verkiezingen en de ambtsaanvaarding van de eerste zwarte president, de legendarische vrijheidsstrijder Nelson Mandela, werd er een Waarheids- en Verzoeningscommissie ingesteld, met als taak een diepgaand onderzoek naar de mensenrechtenschendingen die tijdens het apartheidstijdperk hadden plaatsgevonden. De meeste van degenen die vrijwillig wilden getuigen en bekennen kregen amnestie. De gruwelen die tijdens de maandenlange zittingen aan het licht kwamen gaan het normale voorstellingsvermogen ver te boven. Dichter en journalist Antjie Krog deed er op een niets- en niemand ontziende manier verslag van in een relaas dat aan het denken zet over racisme, onderdrukking en terreur, over goed en kwaad.
7. J.M. Coetzee – In ongenade (1999, vertaald door Joop van Helmond en Frans van der Wiel)
Hoofdpersoon David Lurie, professor aan de Universiteit van Kaapstad, wordt hardhandig geconfronteerd met de sociale veranderingen die zich na het einde van de apartheid hebben aangediend. Hij moet lijdzaam dulden hoe hij en zijn dochter slachtoffer worden van zwart geweld, en ervaart tot schade en schande dat zijn seksuele relatie met een studente gemakkelijk in verband kan worden gebracht met masculien machtsmisbruik. Deze roman van Nobelprijswinnaar Coetzee stelt pijnlijke vragen, zonder dat er eenduidige antwoorden komen.
8. Zakes Mda – The Heart of Redness (2000)
In The Heart of Redness, genomineerd voor de prestigieuze Commonwealth Writers Prize, vertelt Zakes Mda over het leven in een dorp ten tijde van de ontluikende post-apartheidsdemocratie, tegen de achtergrond van een traumatisch verleden. De roman geeft een breed sociaal en historisch beeld en staat in het teken van passie, diep-menselijke gevoelens en verzoening. Een indrukwekkend weefsel van geschiedenis, mythe en realistische fictie. Niet in het Nederlands vertaald.
9. Marlene van Niekerk – Agaat (2004, vertaald door Riet de Jong-Goossens)
Als Milla, de witte bazin van een boerderij op het Zuid-Afrikaanse platteland, verlamd raakt door een spierziekte die ook haar spraakvermogen aantast, wordt ze geheel afhankelijk van haar bruine huishoudster Agaat. Die leest voor uit Milla’s dagboek en neemt zo de kans te baat om haar meesteres te confronteren met een niet altijd even fraai levensverhaal. Een mooie en ingenieus vertelde doorbreking van een vastgeroest relatiepatroon.
10. Ronelda Kamfer – Kompoun (2021)
Een verhaal dat een draai geeft aan de traditie van de zogenaamde Zuid-Afrikaanse ‘plaasroman’, een genre dat steevast is gesitueerd op het platteland. Hier staan niet de witte bazen in het middelpunt, maar de bruine arbeiders en de ellende van hun bestaan. Deze roman, de eerste van de bekende en vaak bekroonde dichteres Ronelda Kamfer, verschijnt binnenkort in een Nederlands vertaling.
11. Damon Galgut – De belofte (2021, vertaald door Rob van der Veer)
In vier hoofdstukken, die zich in vier achtereenvolgende decennia afspelen, vertellen vier verschillende vertellers een doorlopend familieverhaal waarin telkens een begrafenis centraal staat. Terwijl zich in deze halve eeuw allerlei politieke, maatschappelijke en culturele veranderingen voltrekken, speelt zich in de familie Zwart een conflict af dat draait om hun boerderij, een armetierig stuk grond in de buurt van Pretoria. Over een lang geleden afgelegde belofte die nooit wordt ingelost. Bekroond met de Booker Prize.