Geënt op het mooiste prentenboek ter wereld: Where the Wild Things Are van Maurice Sendak, is Max (en de Wild Things) een verhaal op zich. De zevenjarige Max kan zich niet verenigen met de wereld waarin zijn moeder, zijn zus en de vriend van zijn moeder leven. Dan hoort hij op school ook nog dat de zon ooit zal doven. Hij raakt zo over zijn toeren dat hij, gehuld in zijn wolvenpak, zijn moeder bijt en voor straf zonder eten naar bed moet. Hij loopt weg, vindt een boot en vaart naar een land waar hij nooit eerder is geweest. Het is het land van de Wild Things: monsterlijke, ietwat melancholische wezens met eigenaardig normale namen als Judith, Carol en Douglas. Na een incident waarbij ze Max bijna opeten (ze houden nogal van eten) kronen ze hem tot hun koning. Geschreven in de derde persoon en niet in de taal van een zevenjarige, maar wél vanuit de belevingswereld van een zevenjarige.