Een nostalgische droomwereld - 4 boeken vanuit het perspectief van een kind

Dat Anne Eekhout het kindperspectief als geen ander beheerst, is allang bekend. Haar roman Nicolas en de verdwijning van de wereld (2019), waarin ze een achtjarige verteller centraal stelt, werd zelfs uitgeroepen tot Beste Boek voor Jongeren. Vandaag verschijnt haar nieuwe roman, Kind van de aarde, verteld door de dertienjarige Lucy Applewhite. Na een ontwrichtende gebeurtenis in haar familie geschiedenis is Lucy bang is om volwassen te worden. Ze klampt zich vast aan haar kindertijd terwijl het volwassen leven aan haar trekt. Het is een verhaal over drift en hekserij. Over moederschap en vriendschap en het worden van een vrouw. Of een heks. Voor de gelegenheid tipt ze enkele van haar favoriete verhalen die, net als haar roman, de wereld door kinderogen bekijken.

Thema

Verplichte Kost

Tags

Boektips Kind

Word ILFU Member en kijk al onze programma's online terug

Nu de eerste maand gratis

Ik lees en schrijf graag boeken vanuit het perspectief van een kind. Onze kindertijd zit diep in ons, daarom resoneert dat perspectief. Het is een wereld die we allemaal kennen, en tegelijk herkennen we hem niet meer als de onze. Alsof je je droom niet meer herinnert, maar het gevoel nog wel kan oproepen, diep van binnen.

De blik van kinderen staat in veel opzichten tegenover die van volwassen: zij zetten vraagtekens waar wij uitroeptekens schrijven, wij zetten vraagtekens bij hun uitroeptekens.

De overkoepelende blik op onze werelden raakt elkaar maar een beetje. De overlap verschuift langzaam naarmate je ouder wordt. Juist het punt dat die vlakken over elkaar heen beginnen te schuiven vind ik interessant, daar schuilt een bepaalde waarheid in over wat het betekent om een mens te zijn.

Hierbij mijn favoriete verhalen vanuit de blik van het kind.

1. Huilbaby, Annelies Verbeke (uit de bundel Halleluja, 2017)

Ik ga gewoon niets vertellen over dit verhaal. Dat zou absoluut zonde zijn. Maar in de nauwelijks zes pagina’s die het beslaat, verandert je kijk op huilende baby’s voorgoed. Een puntgaaf verhaal van een schrijver van wie je álles wilt lezen. Ik raad je aan: doe dat.

2. De Shining, Stephen King (2014, vertaald door Lia Belt)

In meerdere opzichten een meesterwerk. We hebben hier niet alleen een kind-verteller, ook zijn moeder Wendy en zijn vader Jack zijn vertellers in het verhaal over dit jonge gezin waarvan de vader wordt aangesteld als beheerder tijdens de wintersluiting van een gigantisch hotel in de afgelegen bergen van Colorado. Het hotel blijkt een verzamelplaats van ellende en kwaadaardigheid te zijn en de jonge Danny, die over bovennatuurlijke gaven beschikt, is een extra smakelijk hapje voor de ronddolende entiteiten. Geschreven in de derde persoon, maar zo dichtbij dat het voelt als de eerste persoon. Behalve een horror-roman van grote klasse, ook een prachtig en tragisch verhaal over een man die worstelt met alcoholisme en daardoor met zijn relatie met zijn vrouw en zoon.

3.Max (en de Wild Things), Dave Eggers (2018, vertaald door Irving Pardoen)

Geënt op het mooiste prentenboek ter wereld: Where the Wild Things Are van Maurice Sendak, is Max (en de Wild Things) een verhaal op zich. De zevenjarige Max kan zich niet verenigen met de wereld waarin zijn moeder, zijn zus en de vriend van zijn moeder leven. Dan hoort hij op school ook nog dat de zon ooit zal doven. Hij raakt zo over zijn toeren dat hij, gehuld in zijn wolvenpak, zijn moeder bijt en voor straf zonder eten naar bed moet. Hij loopt weg, vindt een boot en vaart naar een land waar hij nooit eerder is geweest. Het is het land van de Wild Things: monsterlijke, ietwat melancholische wezens met eigenaardig normale namen als Judith, Carol en Douglas. Na een incident waarbij ze Max bijna opeten (ze houden nogal van eten) kronen ze hem tot hun koning. Geschreven in de derde persoon en niet in de taal van een zevenjarige, maar wél vanuit de belevingswereld van een zevenjarige.

4. Kamer, Emma Donoghue (2018, vertaald door Manon Smits)

Te hartverscheurend voor woorden. Donoghue heeft hier de perfecte verteller gevonden voor het meest gruwelijke verhaal dat je je kunt voorstellen. Door de zeer jonge leeftijd van hoofdpersoon Jack (vijf jaar) kun je als lezer alleen geleidelijk bij elkaar puzzelen wat er aan de hand is. Dat kan ik hier dus ook niet vertellen. Wel dat het nooit melodramatisch of te zwaar wordt. Dit is echt de kracht van een kind-verteller in optima forma.