Brief aan de minister: Gustaaf Peek schrijft minister van Financiën Sigrid Kaag

Twintig schrijvers vormen een 'literair schaduwkabinet'. Ze schrijven elk een brief aan een minister uit het kabinet-Rutte IV, met daarin een leesadvies. Geen non-fictie, geen zelfhulpboeken of op feiten gestoelde analyses van maatschappelijke onderwerpen, maar fictie, romans, gedichten en verhalen die je in het hoofd van iemand anders verplaatsen. En dat is essentieel voor bewindslieden die aan het hoofd staan van een democratie. Vandaag aflevering 6: roman- en scenarioschrijver Gustaaf Peek heeft een leestip voor Sigrid Kaag, minister van Financiën. Heb je zelf ook een goede romantip voor Kaag, laat die dan hieronder achter in de comments.

Tags

Politiek Poëzie
Gustaaf Peek (foto: Maria Hermes) en Sigrid Kaag (foto: Martijn Beekman)

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Aan Hare Excellentie S.A.M. Kaag MA, MPhil, Minister van Financiën, viceminister-president kabinet-Rutte IV

 

Hooggeachte mevrouw,

Dit is de eerste strofe van het gedicht ‘keeping house’ van Eve L. Ewing (1986) uit haar bundel 1919:

‘do not steal,’ she said

and you can stay here for months.

 years, even.’ Her mouth

a red line, she never asked

if I wanted to stay there.

In de zomer van 1919 ontvlamden in Chicago meedogenloze rassenrellen. Er vielen uiteindelijk 38 doden (23 zwart, vijftien wit) en 537 gewonden (twee derde zwart, een derde wit). Ook verloren meer dan 1000 mensen (het merendeel zwart) hun woning aan vernieling en vuur. De stad was overbevolkt toen, te veel mensen voor te weinig huizen en banen. Nieuwkomers (zwart, uit zuidelijke staten, de zogenaamde Great Migration) vroegen weinig, maar om meer dan ze gewend waren, terwijl oudgedienden (Europese immigranten) steeds feller vasthielden aan verworvenheden. Zwarte veteranen keerden terug van de Eerste Wereldoorlog (‘to preserve democracy’) met een andere, meer militante kijk op racisme. Bovendien zat de economie in een dal, een economie die toch al niet om z’n natuurlijke generositeit bekendstond. Zwarte stadgenoten moesten binnen hun ‘Black Belt’ blijven, de witte bevolking had daar steeds meer geweld voor over. De plaatselijke variant van Amerikaanse segregatie dreigde onhoudbaar te worden.

Directe aanleiding voor de uitbarsting in Chicago was het lot van een zeventienjarige jongen, Eugene Williams (zwart), die tijdens het zwemmen in Lake Michigan per ongeluk belandde in het Witte gedeelte van het meer. Witte mensen gooiden stenen naar hem om hem van hun oever weg te houden. Het is onduidelijk of de jongen uiteindelijk is geraakt of vanuit angst voor mishandeling te lang van de kant is gebleven, maar hij verdronk. Zwarte badgasten eisten van een politieagent de arrestatie van de daders. 1919 of 2022, soms is een eeuw niet meer dan een spottende zucht. De agent liet de stenengooiers ongemoeid en binnen enkele uren begonnen de verwoestende rellen die een dikke week zouden duren.

Foto: Maria Hermes
Foto: Martijn Beekman

Eve L. Ewing, zowel dichter als socioloog, heeft dus een dichtbundel over de Chicago Race Riot van 1919 geschreven, maar zoals het kunstenaars betaamt, roept ze veel meer op dan die ene concrete, historische passage. ‘I like to use poems as what-if machines and as time-traveling devices’, schrijft Ewing in haar voorwoord en ik begrijp meteen wat ze bedoelt, het menselijke element is zo sterk aanwezig, Ewing benadert haar verhalen en figuren met zoveel belangstelling, alles aan de bundel straalt betrokkenheid uit, de gedichten zijn zo levendig. Zoals deze regels uit ‘or does it explode’:

Het bevattingsvermogen achter dit soort verzen is nuchter en gul, een bevattingsvermogen dat weids heeft gelezen en geen genoegen neemt met verouderde gedachten. De dichter is moedig, hoewel Ewing zelf zich bescheiden opstelt (uit datzelfde voorwoord): ‘This collection of poems is meant as a small offering, an entry point into a conversation about a part of our history that I think is worth talking about much more than we do.’ De bundel bevat foto’s, citaten, een van de gedichten is grotendeels zwart afgelakt, er zijn bijbelse passages, zelfs een tram komt heel even aan het woord, het idee ontstaat van een getuigenis, een wezenlijk document, van gedichten gered uit het vuur. Dit is de laatste strofe van ‘True Stories About the Great Fire’:

The Great Fire already lives next door

and hides in the daytime.

The Great Fire knows they don’t want it here.

The Great Fire is going to burn the city they built

and we will watch from the stone tower

and we will wait for it to finish

and we can wait a long time

and the Fire can too.

1919 is een uitzonderlijk literair werk, maar ik breng het niet met een didactisch doel ter sprake. Ik schrijf u niet aan om u van iets te overtuigen. Vooral hoop ik de onverwachte lezer van deze brief op een wellicht nog onbekende dichter en bundel te wijzen. Bezieling maakt van ieder mens een heraut.

Neem me dus niet kwalijk, deze ‘boekentip’ is niet direct aan u gericht. U leest toch niet meer. Oh, u zult nog wel lezen, voor verstrooiing en productieverhoging, maar het echte lezen, daar heb ik het over, het lezen ter beleving, het lezen van werkelijke ervaring en blijvende herinnering, dat lezen zal u nu even vreemd voorkomen als de verlangens en gedachten van uw medemens.

U leest toch niet meer. Oh, u zult nog wel lezen, voor verstrooiing en productieverhoging, maar het echte lezen zal u nu even vreemd voorkomen als de verlangens en gedachten van uw medemens.

U hebt gekozen, u bent op uw plek, een ambt dat door z’n onwrikbare vorm en opdracht onmiddellijk een schil vormt rond het geweten, een positie die afscheid verlangt van het laatste persoonlijke. Zijlstra, Witteveen, Vondeling, Nelissen, Duisenberg, Andriessen, Van der Stee, Ruding, Kok, Zalm, Hoogervorst, Bos, De Jager, Dijsselbloem, Hoekstra – dit zijn uw voorgangers. Zijlstra, Vondeling en Witteveen zult u waarschijnlijk amper bewust hebben meegemaakt, maar de namen erna, gehoorzame architecten van ons heden, zaten daar uw helden tussen? Uw benoeming als een bekroning zien is de dwingende eenvormigheid ontkennen, de antidynamiek die het departement immer heeft beheerst. Onder de zelfbedwelmende wetten van de meritocratie hebt u gekozen. Het ambt onthult de persoon die al langer naar onthechting heeft toegeleefd.

Het is waar, u bent actief deel van een reeks destructieve, naoorlogse kabinetten. Geen zorgen. U hoort bij een min of meer ongenaakbare kaste, het is u gegeven naast de geschiedenis te leven, u kunt zich eruit denken. Maar voor wie terugbladert zal dit altijd uw verhaal blijven. Minister van Financiën in het vierde kabinet van Mark Rutte.

 

Met hoogachting,

Gustaaf Peek

A.D.

1597. De jonge Republiek der Nederlanden stuurt reusachtige schepen oostwaarts. Na vele ontberingen en omzwervingen bereikt het schip een onbekende kust. De eilandbewoners zien vreemde mensen naderen. Er volgt een ontmoeting die de koers van beide volkeren de komende eeuwen zal bepalen.

Lees meer

1919

Eve L. Ewing gebruikt in 1919 Afrofuturistische en speculatieve perspectieven om de geschiedenis in een nieuwe mal te gieten en verlicht daarmee de dunne lijn tussen heden en verleden.

Lees meer

Over Sigrid Kaag

Sigrid Kaag studeerde onder andere in Utrecht, aan Oxford en in Exeter, was onder-secretarisgeneraal voor de VN in Libanon en Syrië. In kabinet-Rutte III was ze minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en minister van Buitenlandse Zaken. Kaag is vicepremier en minister van Financiën in kabinet-Rutte IV.

Lees meer