Welke boeken moet je beslist kopen tijdens deze Boekenweek?

De Boekenweek staat in bloei! Ter ere van de start van de Boekenweek brengt het ILFU-team op persoonlijke titel 9 boeken onder de aandacht die het deze Boekenweek verdienen gelezen te worden. Literaire hoogstandjes in je moerstaal (een uitzondering daargelaten) die relevant blijven, herkenning oproepen, troost bieden, liefkozen of juist woest maken.

Tags

Boektips Boekenweek

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Emy Koopman – De vrouw in de kelder (De Arbeiderspers, 2025)

In Emy Koopmans nieuwste roman De vrouw in de kelder lezen we over een vrouw die zich – vrij letterlijk – losweekt uit de maatschappij na het verliezen van haar vader. De verteller trekt zich ondergronds terug, in een kelder waar ze naar eigen zeggen alles heeft wat ze nodig heeft: ‘Ik heb planken vol ongelezen boeken. Ik heb stromend water. Ik heb voorraden. […] Ik heb een grotendeels functionerend lichaam en niemand die zijn levensgeluk of wat dan ook van mij laat afhangen. Ademruimte. Hier zit ik en hier blijf ik voorlopig zitten.’ Losbreken uit maatschappelijke verwachtingen en patronen, dat zit in dit boek, maar ook woede en nog specifieker vrouwelijke woede krijgt in dit verhaal, net als in Koopmans vorige boek Tekenen van het Universum (2022), alle ruimte. *** – Lisa | Redacteur

Joost Oomen – Het paradijs van slapen (Querido 2024)

Ik zou iedereen heel graag 'Het paradijs van slapen' van Joost Oomen willen aanraden. De roman beschrijft Gerrit Blauw, die na een rijk en mooi leven dat graag in schoonheid wil afronden. Hij is niet ziek, hij heeft geen pijn, maar hij beschouwt zijn leven als voltooid. Het verzoek landt bij euthanasie-arts Theo Engel, die het geloof in schoonheid juist is verloren. Het paradijs van slapen is een ode aan de schoonheid en een pleidooi voor euthanasie bij voltooid leven. Het is het verhaal van twee mannen met als inzet het recht om op eigen voorwaarden te sterven. Voor het schrijven van deze roman interviewde Joost Oomen zijn vader, die in Friesland werkt als euthanasie-arts. Het boek van Oomen roept de vraag op: wanneer is een leven eigenlijk voltooid? *** – Nanda | Hoofd marketing en membership

Jeroen Brouwers en Geert van Oorschot – Briefwisseling 1968-1986 (Atlas Contact, 2024)

Door Hermans begon ik met lezen, door Brouwers begon ik met schrijven. Sinds het overlijden van mijn favoriete Nederlandse auteur zijn de mensen achter Stichting Jeroen Brouwers hard bezig om zijn werk in ere te houden; in april verschijnt het prachtige Cahier Jeroen Brouwers, een jaarlijkse uitgave met documenten en vondsten uit zijn indrukwekkende archief, voorpublicaties uit de biografie in wording, bijdragen van gastauteurs, analyses & anekdotes, interpretaties & illustraties, parafernalia & paralipomena. En afgelopen oktober verscheen al deze heerlijke briefwisseling met uitgeeftitaan Geert van Oorschot, waarin we een boeiend inkijkje krijgen in twintig jaar literaire vriendschap. Een onmisbaar boek voor de liefhebber van Nederlandse literatuurgeschiedenis. *** – Gijs | Hoofdredacteur

Jilt Jorritsma – Autopsie (Das Mag, 2025)

Op het drooggevallen wad bij Moddergat wordt het dode lichaam van een vrouw gevonden. Hoewel de autopsie wijst op een ongelukkige verdrinkingsdood en de lokale autoriteiten daarom afzien van verder onderzoek, hebben de zussen van het slachtoffer, Mette Brun, hun vraagtekens bij het plotselinge overlijden. Het verhaal leidt naar een labyrintische zoektocht langs de barre waddenkust. Terwijl de zussen dichter bij de waarheid denken te komen, brengen ze een verontrustend feit aan het licht dat hen dwingt hun eigen problemen onder ogen te komen. Jorritsma schreef een ijzingwekkende roman die onderduikt in een verborgen wereld, onder het oppervlak van het zichtbare, terwijl de levens en de zussen worden ontleed. Onder de voortdurende aanwezigheid van een beklemmende sfeer en psychologische dreiging ga je als lezer kopje onder, en geef je je over. *** – Sophie | Programmeur

Anjet Daanje – Het lied van ooievaar en dromedaris (Passage, 2022)

Dit boek behoeft eigenlijk geen aanbeveling, het is al overladen met prijzen en vijf-sterren recensies, en vorige week nog in NRC door professionele lezers verkozen tot beste Nederlandstalige boek van deze eeuw. Maar toch, als je het nog niet gelezen heb, neem dan van deze gewone, doorsnee lezer aan dat het niet alleen verpletterend goed is maar ook heerlijk om te lezen. Dit is zo’n boek waarvan ik moeilijk afscheid kon nemen toen ik het uit had, het liefst was ik meteen weer opnieuw begonnen. Wie weet doe ik dat deze boekenweek. *** – Monique | Zakelijk directeur

Mensje van Keulen – Alle dagen laat. Dagboek 1976 (Atlas Contact, 2006)

Hopeloos melancholisch en solistisch door Italië zwervend las ik deze zomer het eerste dagboek van Mensje van Keulen, opgetekend in 1976. Soelaas, verlichting, troost. Overdonderd door mijn ervaringen begon ik tijdens een treinrit mijn eigen dagboek op de witte bladzijden achterin. In Alle dagen laat komen Van Keulens literaire kunstenaarskringen aan bod, lange avonden met veel drank, theatrale figuren, dagelijkse beslommeringen en strubbelingen, moeizame liefdesrelaties en liefdevolle vriendschappen. Een warm bad van herkenning. Van Keulen schreef dit om haar gedachten te ordenen zonder zicht op publicatie; het leverde een persoonlijk relaas op, een intiem inkijkje in haar gevoelswereld en werkwijze. Lange zomerdagen, met een jaren ’70 Amsterdam als eervol achtergronddecor, vol briefcorrespondenties, oude auto's en pastis. Een onmisbare klassieker in mijn canon.  *** – Brechtje | Redactiestagiair

José Saramago – De stad der blinden (Meulenhoff, 2011, vertaald door Harrie Lemmens)

De bekende vraag die aan het menselijk handelen in oorlogstijd ten grondslag ligt, is ook nu weer relevant: hoe zou jij jezelf tijdens een (dreigende) oorlog gedragen? Hoe aardig ben je nog voor je medemens als je zelf in gevaar bent, en hoe pakken je opvattingen over vrijheid en democratie in zo’n situatie uit? Precies dit gedachteexperiment nam José Saramago als uitgangspunt voor zijn roman De stad der blinden. Een besmettelijke blindheid ontneemt een deel van de bevolking van Lissabon het zicht, waarna de slachtoffers worden geïsoleerd in een ziekenhuis. De crisis zorgt ervoor dat het wettig gezag buiten de muren in een handomdraai in een autokratisch regime verandert, compleet met voedseldistributie, een verbod op de vrije pers en gewapende milities die elke vorm van onwelgevallig gedrag direct mogen beantwoorden met een schot. Binnen de muren breekt intussen de hel los: het wordt een mensonterende zwijnenstal van ontlasting en rottend afval waar slechts het recht van de sterkste geldt. De vraag ‘hoe kon dit in ’s hemelsnaam gebeuren’, beantwoordt Saramago in zijn allegorische roman als volgt: ‘Ik denk dat we niet blind zijn geworden, ik denk dat we blinden zijn, blinden die zien, blinden die ziende niet zien.’ Dit jaar is het precies 30 jaar geleden dat De stad der blinden verscheen; dat gegeven en de wereldwijde opmars van extreemrechts zijn prima redenen om het boek (weer eens) te lezen. *** – Michaël | Algemeen directeur

Anne-Gine Goemans – Wondermond (Ambo Anthos, 2024)

De met een zilveren lepel in de mond geboren Boye de Koning lijkt verzekerd van een gouden toekomst – totdat zijn vader wordt opgepakt. Samen met zijn moeder vlucht Boye naar zijn oma in het Friese vissersgehucht Wondermond, waar een oude scheepsramp de dorpelingen nog stevig in zijn greep houdt. De roman is een vervlechting van historische gebeurtenissen en actuele thema's die door Goemans moeiteloos met elkaar worden verbonden, gekenmerkt door sterke, zelfredzame vrouwen, tegen het decor van het Waddengebied. *** – Lieke | Kwartiermaker Boekfest

Maria Kager - De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf (2024, de Arbeiderspers)

Opgroeien in de gevangenis, althans, in het huis dat eraan vastgeplakt zit zoals je zelf vastgeplakt zit aan de onvergelijkbare gekte, genialiteit, warmte, verwaarlozing en liefde van je vader. Maria Kagers verhaal over Frida Wolf is even eigenzinnig en zelfbewust als haar hoofdpersonage, dat veel te verduren krijgt maar ook veel aan kan. Dat ieder drama van haar leven voelbaar wordt terwijl Kager juist om alle emoties heen schrijft, zich richt op details en concreta (de hoeveelheid flessen wijn, een geheime gang) is de grote kracht van het boek, dat bovendien speelt met vorm op een manier die van het lezen een intiem, verrassend en gepeperd avontuur maakt. *** – Mirjam | Programmeur