De nachtwandelingen die Mellie maakt worden op verschillende momenten als ritualistisch beschreven.
In de basis zijn rituelen heel belangrijk voor ons. Ieder mens heeft rituelen nodig; zonder raak je het ritme van je leven kwijt. In die zin ben ik pro-ritueel. Als ik een motto had moeten kiezen voor Nachtgids, zou dat een citaat van Antoine de Saint-Exupéry zijn: ‘ritual is in time, what a house is in space.’ Dat vind ik heel mooi. Als het gaat over communiceren met de wereld, gaat het ook over toebehoren. Het gevoel dat je ergens thuis bent, daar is ritueel erg belangrijk voor. Ritueel tilt je even op uit het hier en nu – de tijd van de telefoon en afspraken. Rituele tijd is een ander soort tijdlaag; het verbindt je met het ritme van een ander soort leven.
Daarnaast gaat ritueel ook over het heilige: over de grenzen die je moet bewaken en de dingen die je moet beschermen. Zo brengt het mensen ook bij elkaar en vormt het gemeenschap. Dit is allemaal aanwezig in een ritueel. Dus ik denk eigenlijk dat we meer rituelen nodig hebben.
In Nachtgids zet het personage Diane op een bepaald moment de belangen van de natuur tegenover de belangen van de vrouw.
Het was een gekke ervaring dat, terwijl ik het boek het afrondde, de moord op Lisa plaatsvond. Er ontstonden parallellen tussen Nachtgids en mijn eigen leven. Ik was op dat moment duisternissessies aan het voorbereiden voor Stadsdeel Noord. Terwijl ik schreef dat Mellie bang was haar contactpersoon bij de gemeente te verliezen, kreeg ik zelf ook e-mails van mensen die koudwatervrees hadden. Toen kwam ‘Wij eisen de nacht op’. Dat begrijp ik natuurlijk heel goed als een oproep voor de veiligheid van vrouwen. Maar ik vind het moeilijk dat het aan de nacht wordt gekoppeld. Dat geeft een vertekend beeld, want er is geen bewijs dat geweld tegen vrouwen vaker ‘s nachts plaatsvindt. Licht gaat over controle – en vrouwen zijn altijd gecontroleerd door mannen – ook door licht. Op veel plekken was het bijvoorbeeld verboden voor vrouwen om ‘s nachts naar buiten te gaan. De nacht staat voor velen symbool voor onveiligheid: we eisen de nacht op, dus we eisen veiligheid op. Maar hiermee bekrachtig je iets wat bij voorbaat al scheef geredeneerd is. De nacht is ons niet kwaadgezind als vrouwen; dat is ons slechts heel lang verteld.
Ik ben zelf eigenlijk nog steeds bang voor het donker. Het is deels wel biologisch: het schijnt dat de hypofyse, een klier in je hersenen die onder andere angstgevoelens onderdrukt, licht nodig heeft. Zonder licht komen angstgevoelens makkelijker los. Toch is dat ook maar een theorie. De gigantische paniek die mensen bij een donker bos ervaren, is denk ik cultureel. Ik hoop met Nachtgids de mythe te doorbreken dat donker gevaarlijk zou zijn, maar het is natuurlijk nog wel een roman. Wat ik bedoel is dat er vast ook mensen zijn die zich met Diane zullen identificeren, die het intuïtief verkeerd vinden om het donker meer toe te laten. En Mellie zullen zien als een dwangmatige, dogmatische en militante vrouw. Dat mag; het is uiteindelijk fictie. Maar ik zou het fijn vinden als het gesprek over de nacht door dit boek wat meer wordt opgepakt.
In Nachtgids zitten elementen van verschillende literaire genres. Zijn er werken of genres waar je inspiratie uit hebt opgedaan?
Niet echt. Wat je terugleest komt, denk ik, vooral voort uit mijn eigen werk: ik schrijf fictie, non-fictie en poëzie, en die lagen zitten allemaal in het boek. Ik houd van hybride vormen waarvan je niet precies weet wat het is. De logboeken wilde ik bewust dichter naar de poëzie trekken, wat verder weg van de non-fictie. Feiten en poëzie staan wat mij betreft niet tegenover elkaar; het hangt ervan af hoe je ze opschrijft. Je kunt ook heel lyrisch over feiten schrijven. Over het algemeen heb ik niet zo veel gedachten over genre. De ene keer wordt een werk bestempeld als dit, de andere keer als dat. En als ik naar mijn gedichten kijk, zit er weleens iets tussen dat misschien helemaal geen poëzie is.
Hoe verhoudt dit werk zich tot de rest van je oeuvre?
Nou, het leuke aan fictie is dat je veel erbij kunt verzinnen, en daar had ik enorme behoefte aan. Het is acht jaar geleden dat ik een roman uitbracht. En we noemen hem is trouwens ook grotendeels gebaseerd op mijn eigen leven, maar toch fictie. Ik vind het heel leuk om dat te combineren. Ik had er gewoon zin in, en ik heb Nachtgids met veel plezier geschreven. Volgens mij is dat genoeg reden om iets te doen.