Wat een ep is voor een muzikant, dat is een chapbook voor een schrijver. Kun je vertellen hoe het idee voor De Splitsingen is ontstaan?
Wintertuin vroeg mij vorig jaar inderdaad of ik een chapbook wilde schrijven. Wat precies de invulling wordt van een chapbook staat de maker volledig vrij. Die vrijheid is een van de belangrijkste kenmerken van dit project en van Wintertuin. Ze gaven me de kans om bij mezelf na te gaan: hoe wil ik mezelf als schrijver aan de buitenwereld laten zien? Ik was toen nog maar een half jaar bezig met het schrijven van proza en merkte dat het korte verhaal – en in het bijzonder het fantastische korte verhaal, waarin er hele gekke of magische dingen kunnen gebeuren – me heel erg aansprak. Ik heb het chapbook echt gezien en aangegrepen als een kans om die vorm naar mijn hand te zetten.
Hoe ben je te werk gegaan?
Anders dan bij mijn vorige projecten had ik vanaf het begin van dit traject bij elk verhaal al een ‘wat als’-vraag in mijn hoofd. Wat als een personage van de ene op de andere dag de hele wereld ondersteboven ziet? Wat als een personage niemand meer aan kan kijken? Allemaal magische of surrealistische concepten dus. Doordat ik die concepten zo snel had vastgezet, voelde ik zoveel drang om aan alle verhalen te beginnen dat ik eigenlijk zo snel mogelijk van alle verhalen een eerste versie heb geschreven. Tijdens het schrijven en herschrijven van de verhalen ontstonden langzaam de personages die daarbij hoorden en welke realistische verhalen, diepte, thema's er nodig waren voor het verhaal. De 'wat als'- vragen waren het startschot, waarna de rest volgde.
De splitsingen (2023) - Steff Geelen
Het werden verhalen met een magisch randje, in elk verhaal gebeurt iets wat in onze wereld eigenlijk niet kan. Wat maakt het korte verhaal hier zo geschikt voor, denk je?
Ik heb het gevoel dat je in het korte verhaal over het algemeen minder psychologische informatie hoeft te geven dan in een roman. Daar is geen ruimte voor, je moet als auteur in een paar penstreken als het ware een geheel bouwen. Ik denk dat een lezer dan ook veel sneller accepteert als er iets raars gebeurt, waardoor je veel beter iets ‘fantastisch’ centraal kan stellen. In een roman zou ik precies moeten uitzoeken waarom iets gebeurt voor een personage. In een kort verhaal heb je geen tijd om heel veel uit te leggen en hoeft het dus ook niet.
En waarom magie?
Er waren een aantal thema's waar ik sowieso over wilde schrijven. Ik wist dat het allemaal trans personages moesten zijn en dat het moest gaan over grenzen en transformatie. Ik wilde in de bundel vanuit een trans en non-binaire lens schrijven, zonder het er per se óver te hebben. Dit klinkt misschien tegenstrijdig, maar ik denk dat magie soms handig of zelfs nodig is om bepaalde ervaringen van trans-zijn in deze maatschappij weer te geven. Voor mij was er echt een soort noodzaak er aan de hand van magie over te schrijven, omdat ik naar mijn idee daarmee een ervaring of emotie dichter kon benaderen dan met realistische elementen. Speculatieve en magische elementen in verhalen kunnen gebruikt worden om tegen dominante denkbeelden in te schrijven. Ze dragen een vorm van verzet in zich die past bij mensen wiens leven zich niet naar de norm laat voegen. Daarom heb ik me ook laten inspireren door genres als body horror en magisch realisme. Magisch Realisme, veelal ontstaan in gekoloniseerde landen gebruikt folklore en mythes van de inheemse cultuur en neemt daarin afstand van een opgedrongen Westerse, koloniale rationaliteit. Body horror gaat in het bijzonder over wat ze The Anxiety of Having a Body noemen. Die anxieties zijn bijvoorbeeld een lichaam dat ouder wordt, of ziek is. Het lichaam, en dan vaak ook het groteske lichaam staat centraal: het lichaam dat wordt gezien als afwijkend of zelfs walgelijk door anderen of door de maatschappij. In dit genre komt de horror van binnenuit, de verandering neemt het lichaam over, maar kan ook een bevrijding teweegbrengen. Waar ik me minder van bewust was tijdens het schrijven, maar nu achteraf zie, is dat alle verhalen niet alleen over metamorfose gaan, maar specifieker over het kantelpunt, wat een grote fascinatie van mij is: het moment waarop alle zekerheden wegvallen. Dit is een tussenplek waar ruimte voor het irrationele ontstaat.
Je maakte ook een performance over het eerste verhaal uit De Splitsingen. Kun je uitleggen wat er gebeurt als je audio en beeld toevoegt aan een verhaal dat op papier al bestond?
Ik vond dat een heel leuk proces, wat ik nog nooit eerder zo had gedaan. Ik maak vaker interdisciplinaire performances, maar ik moest nu voor het eerst van de ene naar een andere vorm. Ik heb gewerkt met het eerste verhaal ‘Wankelen heeft een slechte reputatie’, het verhaal waarin het personage de wereld plotseling ondersteboven ziet. Ik wist gelijk dat ik met dat verhaal wilde werken en dat ik beeld wilde gebruiken zodat het publiek ook echt ervaart hoe die ervaring is, en duizeligheid en verwarring ervaart. Samen met componist Marc Alberto en kunstenaar Abel Enklaar heb ik een performance gemaakt waarbij een webcam mij live filmt op het podium en mijn beeltenis achter mij getoond wordt. Het beeld visualiseert de vervreemdende ervaring van de protagonist. Het verdubbelt zich en gaat draaien. Het resultaat is een overweldigend beeld waar je in combinatie met de prachtige soundscape ook een fysieke reactie op krijgt als publiek. Die performance werd echt een extensie van het werk, alsof het verschillende onderdelen van hetzelfde zijn. Het is een vorm die ik verder zou willen onderzoeken.
Is het eerste verhaal voor jou ook het sleutelverhaal geworden?
Hm, lastig. Ik zou zeker niet zeggen dat ‘Wankelen heeft een slechte reputatie’ het sleutelverhaal is, maar het is wel het eerste verhaal in de bundel omdat het voor mij een voorwaarde schept waardoor je de rest van de verhalen kunt lezen. Omdat de consequenties van een wereld die plotseling ondersteboven is misschien wel de meest duidelijke metafoor is voor een situatie waarin alles opeens verandert. Het laatste verhaal ‘No real Toni’ kun je dan misschien weer als het titelverhaal zien, omdat dat personage steeds opsplitst in verschillende versies van zichzelf. Er is geen sleutelverhaal, maar als ik zelf een favoriet moet kiezen is het 'De Engel', ik merk namelijk dat ik met het personage uit dat verhaal ook nog niet klaar ben.
Wat zie je dan nog voor je bij dat personage?
Een roman.