Amor Fati
Eerlijk is eerlijk, dit is geen boek dat ik zelf van de plank had gepakt voor mijn dagelijkse dosis bed time reading. Waarom ik me als non-moeder niet met het onderwerp identificeer? Nog nooit een kind gebaard, nog nooit zelf een zwangerschap ervaren. Wel kinderen geboren zien worden en geboortebloed afgeveegd van hoofdjes met donkere dotjes haar op hun open fontanellen, kinderen van mijn zusjes, van een enkele vriendin.
Of was het omdat de titel – de Engelse zowel als de Nederlandse – mij niet aansprak? Still Born, Het enige kind, allebei uitstekend vertaald door respectievelijk Rosalind Harvey en Hendrik Hutter. Dit boek ging over iets met kinderen en moeder zijn. Niet aan mij besteed, als lezende lezer. Dacht ik.
Ik besta uit drie lezers: de boekenlezer die ik altijd was en blijf, de uitgever, de schrijver.
Ik ben alle drie en alle drie lezen anders.
Als uitgever moedig ik mensen aan boeken te lezen die ze misschien niet direct zouden kiezen. Titels, onderwerpen, genres, schrijvers, waar je je in eerste instantie niet mee identificeert.
“Mannen: lees vrouwen”.
“Gezonden: lees zieken”.
“Blonde cisgender uit een gymnasiumklas: lees het verhaal van een Aziatische queer jongen uit een achtergestelde wijk die niet eens naar school gaat”.
Want dat is lezen: een oefening in solidariteit.
Als uitgever had ik dit manuscript dus zeker gelezen met grote aandacht en ongetwijfeld gepubliceerd, was het op mijn pad gekomen.
Deze ogenschijnlijke tegenstrijdigheid presenteer ik u niet zonder enig schaamrood op mijn kaken: als lezer, had ik dit boek niet gekozen. Wat ontzettend goed dat ILFU boekenclubs organiseert als deze en mij lukraak opbelde met de opdracht dit boek te lezen. De lezer moet af en toe een duwtje in de rug krijgen, een richting op, een ander leespad in, zelfs ik. Wat ben ik blij met dat duwtje.
Mijn schrijvende lezer leunt dicht tegen mijn lezende lezer aan. En als schrijver was ik geraakt, omdat ik las dat dit boek over vriendschap gaat. Vriendschap, voornamelijk tussen vrouwen. Een thema dat bij mij altijd als een bom inslaat.
Gaat het dan niet over moeders en kinderen? Ja ook. Maar de essentie voor mij was vriendschap. Vriendschap tussen moeder en dochter, tussen oude vriendinnen, tussen de oppas en een kind dat niet eens geboren had kunnen worden volgens de medisch specialisten, en tenslotte een vriendschap tussen een kind en een kindloze vrouw.
De verteltoon in dit boek ontroerde mij veelvuldig. Auteur Guadalupe Nettel droeg het niet voor niets aan haar vriendin op die de gecompliceerde zwangerschap ervoer, zo wezenlijk beschreven door Nettel.
Je vrienden kies je, toch? Maar hoe hou je ze bij je, als ze een gelofte verbreken, als ze andere wegen betreden, als ze andere relaties aangaan? Laura, de verteller, en haar beste vriendin Alina, sluiten een pact rondom hun dertigste: wij nooit kinderen. En misschien niet eens een relatie. We zijn vrije vrouwen, we laten ons niet bepalen door biologische klokken of opgelegde maatschappelijke verwachtingen. Ze denken dat ze kiezen. Voor hun vriendschap, vrijheid en voor het krijgen van geen kinderen.
Alina kiest er uiteindelijk toch voor om toch zwanger te worden, maar zal het kind ook het levenslicht zien? Laura liet zich steriliseren omdat ze nu eenmaal gezworen heeft haar leven niet te laten bepalen door kinderen. Toch krijgt ze, tegen beter weten in, ook een kind.
Hoe gaat het als je moet kiezen – als vrouw – om wel of geen kinderen te krijgen? En dat krijgen, wat bedoelen we daar mee?
Krijg je in het leven de dingen die je aankan, of waar je bewust of onbewust voor kiest?
Ook ik kreeg kinderen, zeven dochters, toch baarde ik er zelf geen.
Misschien gaat dit boek over lotsbestemming, een thema in de literatuur dat nog lang niet uitgeput is. Hoe ga je om met wat je krijgt?
Kort gezegd: je kunt je lot niet ontwijken, dus beter omhelzen we het, soms, in de meest letterlijke zin van het woord.