Huizen die fluisteren, ademen en smijten: 10 boeken waarin het huis leeft

‘Wie met een intieme blik kijkt, ziet dat zelfs het meest bescheiden onderkomen schoonheid bezit,’ schreef de Franse filosoof Gaston Bachelard in The poetics of space. Toch blijft ruimte in de literatuur vaak onderbelicht, terwijl een zorgvuldig gecreëerde ruimte – zoals een huis – soms kan functioneren als een volwaardig personage. Een huis kan een veilige haven vormen, maar een huis kan ook zuchtend en kreunend haar bewoners naar buiten werken, of ze levend opslokken. Winter is de perfecte tijd om binnenshuis in een boek te duiken. Daarom: tien boeken waarin het huis leeft. 

Thema

Verplichte Kost

Tags

Leestips

Word ILFU Member en kijk al onze programma's online terug

Nu de eerste maand gratis

1. De bewaring, Yael van der wouden (2024, vertaald door Fannah Palmer en Roos van de Wardt)

De bewaring speelt zich af in het naoorlogse Overijssel. Kogelgaten zijn weer gedicht, herinneringen aan de Holocaust zo veel mogelijk verstopt. Isabel woont alleen in het huis van haar overleden moeder, waar alles rustig voortkabbelt, tot plotseling haar broer Louis met zijn nieuwe vriendin Eva voor de deur staat om bij haar de zomer door te brengen. Eva is in alles het tegenovergestelde van Isabel. Waar Isabel houdt van rust, houdt Eva van liederlijk late avonden; waar Isabel bedeesd en voorzichtig is, stampt Eva door het huis en trekt ze letterlijk alles uit de kasten. Maar dan beginnen er kleine dingen – een lepel, een mes, een kom – uit het huis te verdwijnen. Heeft Eva er iets mee te maken? Dat idee laat Isabel niet los. Koortsachtig houdt ze de nieuwe vrouw in de gaten, totdat ze – op het hoogtepunt van die zinderend hete zomer – een mysterieuze ontdekking doet waardoor netjes afgedekte geheimen haar plotseling keihard in het gezicht slaan. Misschien is de oorlog niet helemaal voorbij. De bewaring is een zorgvuldig opgebouwd verhaal waarin continu een aanstekelijke spanning voelbaar is tussen twee vrouwen en tussen het heden en ons donkere, collectieve verleden.

2. Beminde, Toni Morrison (2020, vertaald door Nettie Vink)

Beminde speelt zich af in het midden van de 19e eeuw. Sethe draagt de littekens van haar verleden als tot slaaf gemaakte op de ironisch genaamde plantage Sweet Home. Ze wordt achtervolgd door een gruwelijke daad die ze ooit heeft gepleegd om haar kinderen te beschermen.

Haar overleden dochter, van wie de grafsteen slechts het woord 'Beminde' draagt, keert terug als een spookverschijning. Deze geest neemt bezit van het huis en confronteert Sethe met haar schuld, haar liefde en haar trauma. Het boek is een klassiek ‘haunted house’-verhaal, waarin het bovennatuurlijke symbool staat voor de allesverzengende invloed van slavernij en verlies.

3. Beladen huis, Christien Brinkgreve (2025)

Beladen huis is het relaas van een vrouw na het overlijden van haar man. Na zijn dood dringt tot haar door dat hun huis overwoekerd is geraakt met spullen en zwaarmoedigheid. Terwijl zij de kamers opruimt, ontstaat langzaam weer ruimte in haar gevoelens voor hem. Ze wil terugvinden hoe hij ooit was, hoe zij ooit was en begrijpen waarom hun leven samen is gelopen zoals het is gelopen. Herinneringen komen terug, de doorwerking van het verleden wordt zichtbaar, materiële en psychische verwerking gaan hand in hand. Beladen huis is een moedige memoir over de ruimte die je inneemt in een relatie, in een gezin, in de maatschappij, als moeder en als vrouw, over eenzaamheid, angst en de keuzes die we maken uit liefde.

4. We hebben altijd in het kasteel gewoond, Shirley Jackson (2017, vertaald door Rob van Moppes)

Dat kasteel is het familiehuis van de Blackwoods, waar Merricat Blackwood woont met haar zus Constance en haar oom Julian. Niet lang daarvoor waren er zeven Blackwoods, totdat er op een vreselijke nacht een dodelijke dosis arsenicum in de suikerpot belandde. Constance werd verdacht van de moord omdat zij geen suiker at maar ze is vrijgesproken, en sindsdien laat de buitenwereld de Blackwoods niet meer met rust. De overlevende Blackwoods klampen zich wanhopig vast aan hun afbrokkelende kasteel – een illusie van stabiliteit. Als hun neef Charles arriveert wordt de situatie nog dreigender. Merricat is echter de enige die het gevaar inziet dat de komst van Charles met zich meebrengt, en ze moet snel handelen om haar overgebleven familieleden uit zijn greep te houden. We hebben altijd in het kasteel gewoond is grappig, morbide en fantasierijk tegelijkertijd. 

5. Het huis met de geesten, Isabel Allende (2018, vertaald door Saskia Otter)

Het huis met de geesten volgt de Trueba-familie: patriarch Esteban, zijn etherische vrouw Clara, hun dochter Blanca en kleindochter Alba, door liefde, macht en politieke omwentelingen. Via Clara’s notitieboeken reconstrueert Alba haar voorgeschiedenis en de erfenis van de uitzonderlijke vrouwen in haar familielijn. Het landgoed Las Tres Marías vormt de levendige kern van de roman: een plaats waar geesten en herinneringen samenkomen, tegelijk toevluchtsoord, getuige en soms gevangenis van de familie. Het huis met de geesten is een magisch-realistische kroniek van erfenis, verzet en verzoening.

6. In het droomhuis, Carmen Maria Machado (2022, vertaald door Ineke van der Elskamp)

Carmen ontmoet haar op een doordeweekse avond, tijdens een etentje met een wederzijdse vriendin in een klein restaurant. De vrouw komt net van de sportschool en is bezweet. Haar witblonde haar zit in een paardenstaart. Ze heeft een oogverblindende glimlach, een rasperige stem die klinkt als een kruiwagen die over stenen wordt gesleept. Carmen valt als een blok voor deze verschijning. Ze beginnen een relatie, maar al snel neemt die een duistere wending. Hoewel het moeilijk is om de charme van haar partner te weerstaan, realiseert de verteller zich dat haar wensen en haar vrijheid in hun inmiddels beklemmende situatie steeds meer in het geding komen.

Machado worstelde jarenlang om de gebeurtenissen onder woorden te brengen. Om de ervaringen te analyseren en te begrijpen hoe deze haar vormden, put ze uit tal van literaire genres en popcultuur. Hoofdstuk na hoofdstuk worden we heen en weer geslingerd van horror naar de bildungsroman, van noir naar picaresk, van Tsjechov naar sprookjes, van Star Trek naar Disney-schurken, in een hoogstandje over trauma en het stereotype van de idyllische relatie tussen vrouwen. En temidden van dit alles staat daar het droomhuis, het huis waar het gebeurde, het symbool van wat had kunnen zijn en niet was.

7. Verbruikt licht, Lara Pawson (2025, vertaald door Lisette Graswinckel)

Een vrouw kijkt naar haar broodrooster en plotseling barst de hele wereld open in haar keuken, in al zijn brutaliteit en schoonheid. En ze blijft kijken: de broodrooster wordt geassocieerd met de CIA, de eierwekker met de IRA, haar telefoon met de uitbuiting van Congo – en langzaam dringt het besef door dat we omringd worden door objecten die weliswaar levenloos zijn, maar zeker niet onschuldig.

In een meesterlijke mengeling van fictie, geschiedenis, memoir en liefdesbrief verheft voormalig oorlogscorrespondent Lara Pawson de netwerken van troep die we om ons heen verzameld hebben tot meedogenloos en extreem grappig proza. Verbruikt licht is een onthutsende leeservaring waarna je nooit meer op dezelfde manier zult kijken naar een wasmachine, een eekhoorn of een eierwekker.

8. North Woods, Daniel Mason (2023, vertaald door Theo Schoemaker)

Wanneer twee jonge geliefden ontsnappen uit een puriteinse kolonie, beseffen ze niet dat hun eenvoudige blokhut de thuisbasis zal gaan vormen voor een uitzonderlijke reeks bewoners. Een Engelse militair, voorbestemd voor eeuwige roem, verlaat de slagvelden van de Nieuwe Wereld om zich aan appels te wijden. Een stel ongetrouwde tweelingzussen overleeft de oorlog en de hongersnood, maar gaat ten onder aan jaloezie en begeerte. Een misdaadverslaggever graaft een massagraf op en merkt dat de eeuwenoude bomen weigeren hun geheimen prijs te geven. Een hopeloos verliefde schilder, een oplichter, een rondsluipende panter, een wellustige bij: allemaal zien ze de mysteries van de noordelijke bossen onder ogen, en komen erachter dat het duistere, rauwe en mooie verleden nog steeds springlevend is. Al die tijd waakt het huis trouw over haar bewoners. Door cycli van de geschiedenis, de natuur en zelfs literatuur te doorkruisen toont North Woods ons de ontelbare, magische manieren waarop wij verbonden zijn met onze omgeving en met elkaar, dwars door tijd, taal en ruimte heen.

9. Het leven een gebruiksaanwijzing, Georges Perec (2016, vertaald door Edu Borger)

Een magistraal literair vlechtwerk van de bizarre levensverhalen van bewoners in een groot oud flatgebouw in Parijs. Excentrieke miljonairs, croupiers, moordenaars, necrofiele schilders, televisieproducenten, danseressen, kamermeisjes en coureurs passeren de revue. Maar hoe uitzonderlijk die personages ook mogen zijn, het is de banale, nooit ondervraagde, alledaagse werkelijkheid die Perec op minutieuze wijze beschrijft en onder de loep neemt, en die deze roman zo bijzonder maakt.

10. Het kaartenhuis, Mark Z. Danielewski (2008, vertaald door Karina van Santen en
Martine Vosmaer)

Ze zouden helemaal opnieuw beginnen. Maar wanneer een jonge familie haar intrek neemt in een huis op Ash Tree Lane ontdekken ze dat er iets vreselijk mis is. Hun huis is aan de binnenkant groter dan aan de buitenkant. Veel, veel groter. Een blinde oude man, een jonge bediende in een tattoo-winkel, en een krankzinnige vrouw die rondwaart in de zalen van een psychiatrische inrichting - ze vertellen het verhaal van een familie die wordt geconfronteerd met een constant veranderende reeks gangen in hun huis, totdat ze uiteindelijk oog in oog komen te staan met de verschrikkelijke duisternis die in het binnenste verborgen zit. Maar zelfs terwijl de omvangrijke architectuur van het huis langzaam wordt blootgelegd, beginnen de grenzen tussen de schaduwen van het huis en die van de levens van de vertellers hun onderscheid te verliezen. Plotseling verandert het huis op Ash Tree Lane in iets heel anders - in een wereld die achtervolgd wordt door angst en demonen en ineenstort van verdriet. Het kaartenhuis is veelal bestempeld als een van de engste boeken ooit.