8 lichte boeken over zware onderwerpen

Literatuur kan uitkomst bieden in het begrijpen en verwerken van de meest zware thematiek. Geweld, fascisme, disfunctionele families: schrijver en cultuurcriticus Bouke Schut laat met deze 8 boekentips zien dat door humor en satire zelfs de donkerste onderwerpen bespreekbaar worden.

Tags

Leestips
Foto: Kelli De Vriendt

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

In een tijd van klimaatcrises, genocide, AI en politieke verharding is het soms moeilijk om zacht en open te blijven. Daarbij komt de literatuur goed van pas. Hierbij tip ik 8 lichte boeken over zware onderwerpen: niet om de staat van de wereld te bagatelliseren maar om wat lees- en levensvreugde op te wekken.

1. Lucia Berlin – Een handleiding voor poetsvrouwen (2015)

Lucia Berlin liet zich voor haar verhalen inspireren door haar persoonlijke leven. Haar personages zijn rondtrekkende, straatarme, alcoholverslaafde mensen van wie de levens niet zo zijn verlopen als ‘The American Dream’ hen had beloofd. Berlins werk is vergelijkbaar met dat van Raymond Carver, al zijn haar verhalen smeuïger, rijker aan plotlijnen, en bovenal lichter in sfeer. Elk verhaal voelt een beetje alsof je op vakantie bent, want hoewel de beschreven levens soms van misère aan elkaar hangen, zet Berlin de zon er op. Weinig schrijvers lukt het om in zulke korte boogjes volwaardige mensen te scheppen. Als lezer blijf je ontwapend en nagloeiend achter.

2. Rebecca de Wit – Afhankelijkheidsverklaring (2019)

‘Misschien moeten we rekening houden met de mogelijkheid dat ons wereldbeeld de wereld veroorzaakt, in plaats van omgekeerd,’ schrijft Rebecca de Wit, en in dat citaat ligt de ziel van dit boekje besloten. Aan de hand van anekdotes en essays zet de Wit haar levenshouding uiteen: waarom het naïef is om een ander naïef te noemen, waarom het cultiveren van onafhankelijkheid gevolgen kan hebben voor de vrijheid van een ander, en waarom we tegen de klippen op moeten blijven geloven in de kracht van ontwikkelingshulp en menslievende initiatieven. Met humor en flair spoort De Wit ons aan om meer betrokken te zijn bij de mensen om ons heen, want ‘wat er in ons op zou kunnen komen wordt buiten ons om bepaald.’

Dit boek staat vol ontroerende passages over massaslachtingen en andere menselijke gruwelen.

3. Italo Calvino – De baron in de bomen (1957, Nederlandse vertaling uit 2002 door Henny Vlot)

Een twaalfjarige baron klimt in een boom en komt daar nooit meer uit. Op behendige wijze, en met hulp van vrienden en familieleden die nog aan de grond leven, krijgt het baronnetje het voor elkaar een volstrekt origineel bestaan te leiden. In deze vrolijke allegorie verkent Calvino de mogelijkheden van een moedig en hoopvol leven, en maakt hij glimlachend gehakt van conformisme, angst en scepsis. Voor wie Calvino nog niet kent, is dit een warm welkom: een fantastisch, fantasierijk verhaal met personages die je keer op keer verrassen. Aan het einde wil je zelf ook in een boom klimmen, of je nu twaalf of tachtig jaar oud bent.

4. Voltaire – Candide (1759, Nederlandse vertaling o.a. uit 2003 door Hannie Vermeer-Pardoen)

Dit boek staat vol ontroerende passages over massaslachtingen en andere menselijke gruwelen, een beetje zoals in Slachthuis Vijf van Vonnegut. Ik denk nog steeds met grote ontroering terug aan die stuntelende, naïeve Candide en het bonte gezelschap personages dat om hem heen cirkelt, op zoek naar logica, rechtvaardigheid en redelijkheid. Hoewel Voltaire in deze klassieke satire laat zien hoe ongelofelijk gewelddadig en hypocriet de mens zich door de wereldgeschiedenis heen gedraagt (ondanks alle romantiek, wetenschap, filosofie en religie waarmee we onszelf aankleden), geeft het boek toch levensvreugde. In z’n laatste zin komt Voltaire met een oplossing. 

5. De beste jaren van juffrouw Brodie – Muriel Spark (1974, Nederlandse vertaling uit 2019 door W.A.C. Whitlau)

Door naar ’t fascisme! Dit keer neemt de schurk een vorm aan van een keurige juf die zich ontfermt over een roedel schoolmeisjes. Ze besluit haar favoriete meisjes volledig te boetseren naar haar ideaalbeeld. In terloopse zinnen blijkt dat het met de meisjes niet altijd even goed afliep, later in hun leven. Onder alle schijn van juf Brodie’s beschaving klopt een ijdel, bang en beestachtig hart. Maar hoe problematisch Brodie’s methodes in de kern ook mogen zijn, ze is zo charmant, zo komisch en oorspronkelijk, dat we niet anders kunnen dan haar tot het bittere eind te volgen, als waren wij één van haar uitverkoren meisjes.

Een collega zei vorige week: ‘Ik ben achterdochtig naar mensen die American Psycho aanraden, want dat boek is volkomen gestoord.’ Ik knikte beteuterd en nam gauw een slok koffie. Het staat in m’n rijtje lievelingsboeken.

6. Nicolien Mizee – De kennismaking (2017)

Afgelopen zomer verslond ik de Faxen aan Ger-reeks van Nicolien Mizee als een uitgehongerde rottweiler. Met gekrulde tenen van puur genot lag ik in mijn hangmat de bladzijdes om te smijten. M’n huisgenoot was wat Mizee-moe na al mijn enthousiaste gevoorlees, en ze leek opgelucht dat het vijfde boek eindelijk uit was (in mei verschijnt het zesde deel! VERRASSING!). Mizee’s maatschappelijke randpositie geeft haar de vrijheid om volkomen eerlijk over het leven te schrijven, want ze heeft toch niets te verliezen. Ze werpt een licht op hypocriete maatschappelijke normen, de absurditeit van instanties en de worstelingen binnen een disfunctionerend gezin. Niet door grote, plechtige bogen te maken, maar door vol humor te schrijven over het piepkleine persoonlijke. Daarin schuilt de grootste zeggingskracht. 

7. Bret Easton Ellis – American Psycho (1991)

Een collega zei vorige week: ‘Ik ben achterdochtig naar mensen die American Psycho aanraden, want dat boek is volkomen gestoord.’ Ik knikte beteuterd en nam gauw een slok koffie. Het staat in m’n rijtje lievelingsboeken. Niet omdat ik het nou zo graag jaarlijks herlees, maar omdat ik het niet nóg eens zou durven oppakken, zo’n indruk maakte de inhoud op me. Het is de zwartste satire die ik tot op heden las en blijft een interessante lens op de moderne wereld: op het uitgeputte gevoel als je veel te lang langs perfecte plaatjes op je telefoon hebt gescrold, of op je eigen huidroutines die per ongeluk iets te veel op die van Patrick Bateman zijn gaan lijken.

8. Francis Ponge – Namens de dingen (1942, Nederlandse vertaling o.a. uit 2018 door Piet Meeuse)

Genoeg gelachen – Ponge lezen gaat vooral over het voeden van je verwondering. In zijn zogenaamde prozagedichten, met namen als ‘de kaars’, ‘de sigaret’ en ‘de oester’, neemt Ponge uitgebreid de tijd om tot de wonderen en geneugten van de meest alledaagse objecten te komen. Zo beschrijft hij het genoegen van een deur: ‘zachtjes of bruusk een van die grote vertrouwde panelen voor je uit duwen, je er naar toe keren om haar weer te sluiten – een deur in je armen houden’ en komt tot de conclusie dat koningen dat genot niet ervaren, want zij raken tenslotte geen deuren aan. Ponge lezen is een kleuter worden, een kleuter die aan het bestuderen van een slak al een dagtaak heeft.