ILFU Songbook: 'Cygnet Committee' van David Bowie

Sinds Bob Dylan de Nobelprijs voor de Literatuur won en Kendrick Lamar een Pulitzer in de wacht sleepte, is het officieel: sommige popliedjes dragen een hele roman in zich. In ILFU Songbook gaan we op zoek naar precies dat ene liedje, dat couplet, dat refrein dat beelden en verhalen oproept waardoor je even het gevoel krijgt dat je in een andere wereld bent. Schrijver Cor de Jong graaft voor ons een deep cut uit het grandioze oeuvre van David Bowie op.

Tags

Songbook
Beeld: Mans Weghorst

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

De stille wapens van de liefde

Met zijn beroemde afscheidsspeech in de Hammersmith Odeon op 3 juli 1973 maakte David Bowie een einde aan zijn rol als Ziggy Stardust. Ziggy was de eerste in een reeks van alter ego’s en vermommingen. In de daaropvolgende jaren zou Bowie nog tal van andere identiteiten aannemen, vele rollen spelen. Maar meer dan een zanger, performer of acteur is Bowie in zijn liedjes een verteller. Meestal een verteller van donkere, dystopische verhalen. Zoals het verhaal van Ziggy, de buitenaardse rockster die op de stervende planeet aarde de jeugd in vervoering komt brengen, maar aan zijn eigen succes ten onder gaat. Of het verhaal van Orwells 1984, dat hij op zijn album Diamond Dogs tot een soort rockmusical bewerkt. Of het verhaal van Nathan Adler (op 1.Outside), een detective die gruwelijke moordkunstwerken onderzoekt.

Maar ook in zijn vroegste werk is Bowie al een onheilsprofeet. Zijn meest duistere werk uit die periode is ongetwijfeld ‘Cygnet Committee’ (1969), een uitgesponnen compositie (ruim negen minuten) waarin hij beschrijft hoe een jonge generatie uit naam van de liefde een revolutie ontketent. Eentje die ontspoort en eindigt in bloedvergieten.

Het nummer begint als een ingetogen (liefdes)liedje, waarin een ik-verteller zich tot een ‘you’ richt: ‘I love you badly/ Just in time, at times, I guess’. Het lieftallige begin mondt al snel uit in een quasi filosofische overpeinzing: 

So much has gone
And little is new
And as the sparrow sings
Dawn chorus for
Someone else to hear
The Thinker sits alone, growing older
And so bitter

Het is een wat paradoxaal beeld: zo veel is verdwenen, en tegelijkertijd is er weinig veranderd. Het lijkt een echo van het Bijbelboek Prediker: ‘Er is niets nieuws onder de zon.’ En terwijl een mus de nieuwe dag aankondigt is ‘The Thinker’ verbitterd. In de volgende passage komt die Thinker zelf aan het woord, of we lezen zijn gedachten: 

I gave them life
I gave them all
They drained my very soul
...dry
I crushed my heart
To ease their pains
No thought for me remains there
Nothing can they spare
What of me?

Het zijn inderdaad verbitterde woorden. Wie is die Denker die hier spreekt (of denkt) eigenlijk? De hoofdletter doet denken aan een soort god, eentje die teleurgesteld is in zijn schepping. Hij heeft zijn best gedaan, maar zijn volgelingen putten hem uit en keren zich uiteindelijk tegen hem. Wie de tekst verder leest kan in deze Denker ook de voorloper zien van een opstand, een revolutionair. Karl Marx wellicht. Al lijkt hij ook (het zal eens niet…) een alter ego van Bowie himself.

Beluister 'Cygnet Committee'

'Cygnet Committee' verscheen op David Bowies zelfgetitelde album uit 1969. Sinds de heruitgave van 1972 staat het album bekend als Space Oddity.

Als Bowie in 1969 zijn muzikale debuut maakt, lopen de sixties op hun eind. The Beatles zijn uit elkaar, Brian Jones is verdronken in zijn eigen zwembad, Woodstock is geweest. De belofte die de flower power met zich meebracht laat steeds duidelijker een keerzijde zien: drugsverslaving ongewenste zwangerschappen, soa’s. De boodschap van vrede en gelijkheid blijkt bovendien een goudmijn voor handige profiteurs. Flower power is big business, waar handige zakenlui op inspringen om er hun voordeel mee te doen en van de oorspronkelijke idealen is steeds minder over.

Dat ondervindt Bowie aan den lijve. In de zomer van 1969 richt hij het Beckenham Arts Lab op, een plek waar jonge artiesten kunnen werken en experimenteren, helemaal in de geest van die tijd. Hij organiseert een gratis festival en treedt er zelf op. De hippies stromen toe. Maar al snel blijkt dat de meeste gasten alleen komen om hem te zien optreden en om goedkoop drank en drugs te scoren. Teleurgesteld houdt hij ermee op. Zijn ervaringen vormen de basis voor het nummer ‘Memory of a Free Festival.’ Dat liedje is vooral een weemoedige hommage aan een gelukkige tijd:

The children of the summer's end
Gathered in the dampened grass
We played our songs and felt the London sky
Resting on our hands
It was God's land
It was ragged and naive
It was Heaven

‘Cygnet Committee’ is grimmiger van toon. Het utopische gedachtegoed van de hippie-beweging, dat in Memory of a Free Festival’ nog werd afgedaan als ‘ragged and naive’, mondt hier uit in een ware nachtmerrie. Het tweede couplet begint met dezelfde woorden als het eerste couplet, maar nu laat de ‘ik’ niet De Denker aan het woord, maar zijn vrienden:

So much has gone
And little is new
And as the sunrise stream
Flickers on me
My friends talk
Of glory, untold dream, where all is God and God is just a word

"We had a friend, a talking man
Who spoke of many powers that he had
Not of the best of men, but Ours
We used him
We let him use his powers
We let him fill Our needs
Now We are strong

God is alles en tegelijkertijd niet meer dan een woord; Spinoza doet zijn intrede hier. Of is het Nietzsche? Veel goeds brengt het in elk geval niet. ‘Now We are Strong’ klinkt het opstandig (let op de hoofdletter!). En kort daarna, al even triomfantelijk: ‘The silent guns of love will blast the sky’. Is dat een dreigement of een belofte? Is het de voorbode van een gewapende opstand? De geest van de Russische Revolutie dient zich aan. De Rote Armee Fraktion steekt zijn hoofd om de hoek.

Yeah, and We slit the Catholic throat
Stoned the poor
On slogans such as:
     'Wish You Could Hear'
     'Love Is All We Need'
     'Kick Out The Jams'
     'Kick Out Your Mother'
     'Cut Up Your Friend'
     'Screw Up Your Brother or He'll Get You In the End'
And We Know the Flag of Love is from Above
And We Can Force You to Be Free
And We Can Force You to Believe

‘Love is All We Need’ is een knipoog naar ‘All You Need Is Love’ van The Beatles, dat verscheen in juli 1967 en zo ongeveer het volkslied van de Summer of Love mag worden genoemd. ‘Kick Out The Jams’ is de titeltrack van een album van MC5, een Amerikaanse proto-punkband, dat enkele maanden voor ‘Cygnet Committee’ verscheen. Dat nummer begint met de kreet ‘Kick out the jams, motherfuckers’ en lijkt vooral een oproep om los te breken, de gebaande wegen te verlaten. Het is veelzeggend dat de slogans van de beweging steeds agressiever worden. Ronduit bloederig wordt het met de oproep ‘Cut Up Your Friend’ en ‘Screw Up Your Brother’

We Can Force You to Be Free’ beweren de rebellen, met gevoel voor contradictie. Hun opstand mondt uit in een slagveld. De revolutie eet haar eigen kinderen op. Als de verteller om zich heen kijkt ziet hij de slachtoffers:

And I open my eyes to look around
And I see a child laid slain on the ground
As a love machine lumbers through desolation rows
Ploughing down man, woman, listening to its command
But not hearing anymore…

Ook muzikaal werkt het nummer naar een climax. Te midden van de chaos om hem heen schreeuwt de ik-verteller dat hij wil geloven in wat hij noemt ‘The Madness that calls “Now”’ en dat hij wil geloven dat er ergens een licht door de kieren schijnt. De naïviteit heeft hij van zich af geworpen. Hij wil nog maar één ding: leven.

Van het optimistische begin van het nummer is niets meer over. Toch kan de welwillende luisteraar in die wanhopige uithalen ‘I want to live! Live!’ waarmee het nummer eindigt, ook iets hoopvols horen. De wil om te leven. In 1969 staat Bowie nog aan het begin van zijn carrière. In de jaren die volgen zal hij zichzelf steeds opnieuw uitvinden, zichzelf steeds om zeep helpen en reïncarneren in een andere gedaante.

Mans Weghorst

Mans is een visueel/narratief maker. Hij beweegt zich op het vlak van Illustratie en animatie. In zijn werk laat hij zich inspireren door comics, occult, symboliek, Science fiction, clowns, early film, vroege renaissance, Japanse ukiyo-e, paddestoelen, biowetenschappen en kunst, in al z’n algemeenheid. Het maken van werk voelt voor hem als het constant opzoeken en verleggen van de grenzen van zijn beleving en realiteit. Het resultaat, de ruimte om een blik te werpen in een andere werkelijkheid.

Meer over Mans Weghorst