Het is misschien wel het meest Amerikaanse onderwerp om over te schrijven: onderweg zijn in dat grote land, dat helemaal geen land is maar een verzameling bestuurlijke eenheden die totaal verschillend over dingen denken, landschappen en klimaten die elkaar uitsluiten, de woonplaats van de allerrijksten en allerarmsten.
Maar 'The Passenger' speelt helemaal niet in Amerika, of in elk geval nauwelijks, en al helemaal niet in de zin van Route 66 en andere meeslepende, spectaculaire roadtrips waarbij je alleen maar je elleboog uit het raampje hoeft te laten hangen en elke nieuwe staat je een nieuw inzicht brengt.
De auteur, zanger Iggy Pop, zit in het begin in een Berlijnse sneltram:
En verderop heeft hij een plek veroverd op de achterbank van de auto van zijn vriend David Bowie, die op tournee is, over de halve wereld, en hem meeneemt.
In het echt liep het andersom: eerst kwam die tournee, daarna het verblijf in West-Berlijn, waar de twee samen woonden en werkten.
Beluister 'The Passenger'
'The Passenger' verscheen in 1977 op het album Lust For Life.
De reiservaring is door Pop zelf kernachtig beschreven als ad infinitum. Zelf had hij geen rijbewijs, en trouwens ook geen actieve rol tijdens de concerten, dus hij kon niks anders doen dan zich overgeven en de tijd ondergaan. Die gewaarwording zit in 'The Passenger', een lied van herhaling. Geboemel. Het feit dat als je een route vaak genoeg hebt genomen, je uit het geluid dat je hoort als de sporen kruisen, uit het gevoel dat een bepaalde bocht geeft, kunt afleiden waar je bent. Zonder te kijken.
Maar de hoofdpersoon van 'The Passenger' kijkt wel:
En hij ziet daar een ander leven dan hij tot dusver leidde.
Het was 1976. Het ging niet zo heel lekker met Iggy Pop. Verslaafd aan van alles had hij juist een fikse periode in een inrichting doorgebracht, waar hij allerlei diagnoses opliep en bepaald niet beter uitkwam. David Bowie, die zich ook niet zo jofel voelde, vatte een plan op waarin ze allebei wat patronen konden doorbreken. Het idee was om samen af te kicken en uiteindelijk, in Berlijn, nieuwe albums te maken. Maar eerst ging het nog langs New York en Zürich en Helsinki en Londen en Rotterdam, en nog veel meer plekken. Deels in een Mercedes 600, een limousine waar eerder de president van Sierra Leone zich in rond had laten paraderen.
Iggy Pop werd niet bekeken, maar zat half onderuit de wereld aan te zien.
Eenmaal in Berlijn ging het verplaatsen door. Het was te druk in de stad, om goed te kunnen nadenken had Pop frisse lucht nodig. Zo vaak als maar kon nam hij de S1 naar het groen en het water van Wannsee. En ’s avonds laat weer terug.
Dat ripped-back (en de diverse varianten daarop gedurende het nummer) verwijst naar een regel uit The lords, een dichtbundel van Jim Morrison. Daarin staat:
Het woord passenger leende Pop daar trouwens ook uit. The lords gaat over van alles, en Morrison heeft er erg veel woorden en gedoe voor nodig, maar er is een kern die overeenkomt met die van 'The Passenger': het toeschouwer zijn.
'Modern life is a journey by car,' schrijft Morrison. Maar zijn kijkers zijn al snel voyeurs, gepreoccupeerd met seks, geweld, macht. En het raam waardoor ze kijken, is hun ‘prooi’. Morrison lijkt de goede afloop van een en ander niet alleen te betwijfelen, maar bijna uit te sluiten. Zijn ‘passenger’ is een grimmige, terwijl Pop al na één couplet moet concluderen:
Zelf moet ik bij 'The Passenger' ook altijd denken aan Schubert, of eigenlijk aan Goethe. Die laatste schreef in 1782 de ballade die een jaar of dertig later het lied 'Der Erlkönig' zou worden.
Onderweg zijn was namelijk ook al een thema lang voor het asfalt van Route 66 werd gestort. De figuur van de Wanderer, de wandelaar, sjokt door de hele Romantiek heen op zoek naar ruige natuur, andere inzichten en vooral zichzelf.
In 'Der Erlkönig' vindt net als in 'The Passenger' vindt ook een eindeloze rit plaats. In dit geval te paard, met een vader in het zadel die hoopt zijn doodzieke zoon, die hij aan zich vastklemt, op tijd naar de bewoonde wereld te krijgen. Gaandeweg wordt het kind steeds gevoeliger voor de verleidingen die de Dood, vermomd als Elfenkoning, hem aanbiedt.
Tegenwoordig draait Iggy Pop in zijn programma Iggy Confidential, dat hij maakt voor de BBC, geregeld klassieke muziek. Hij plaatst Schubert dan gerust naast Junglepussy en Sleaford Mods. Ik weet niet of hij de liederen van deze componist, of de gedichten van Goethe, in de jaren zeventig al kende. Maar voor mij zijn er overeenkomsten.
'Der Erlkönig' heeft in de vorm van een dreigend rollende piano precies wat we in de moderne tijd een riff noemen. Een steeds weer terugkerend stukje melodie dat niet alleen het lied, maar ook de luisteraar drijft, als een draaiende motor. Ook 'The Passenger' wordt voor een groot deel bepaald door een en het zelfde motief, hier niet dreigend maar vooral energiek.
Diezelfde herhaling zit in de tekst. Dezelfde elementen komen steeds terug, al dan niet in een net andere vorm. Bij 'Der Erlkönig' als manier waarop de vader en de zoon elkaar proberen te overtuigen van elkaars waarheid: blijf leven! Laat me gaan!
Bij 'The Passenger' in de vorm van observaties die je steeds opnieuw doet, en die steeds een andere betekenis krijgen.
Er zit een zeker ‘ik ga op reis en ik neem mee’-aspect in de tekst. Eerdere constateringen blijven staan, maar dan net anders, en er komen nieuwe bij.
In 'Der Erlkönig' zien en berijden vader en zoon uiteindelijk twee verschillende, elkaar uitsluitende paden. In 'The Passenger' komen juist inzichten samen. Aanvankelijk is de verteller een ‘ik’, verderop een ‘wij’, en weer later een ‘hij’. Aanvankelijk kijkt hij door het fysieke raam naar buiten, dat verderop een meer metaforisch venster wordt, dat uiteindelijk de blik totaal keert:
Hmmm. Dus Iggy Pop had associaties bij Jim Morrison, en ik juist bij Goethe. En de resultaten zijn deels hetzelfde, en deels totaal uiteenlopend.
Bij Morrison is er misschien heel klein kansje op spirituele wedergeboorte, bij Goethe heeft nog voor de rit voorbij is de dood al gewonnen. Bij Pop is het voertuig meer een soort baarmoeder, waardoor de verteller terug keert naar het leven.
Door te accepteren dat hij maar een toeschouwer is, zonder al te groot belang, wordt de verteller weer een deelnemer. In elk geval aan zijn eigen verhaal. En zo ging het ook min of meer. De heren kickten een soort van af, ze maakten die platen in Berlijn, iedereen brak door en vooral Iggy Pop leefde nog lang en gelukkig.
Mans Weghorst
Mans is een visueel/narratief maker. Hij beweegt zich op het vlak van Illustratie en animatie. In zijn werk laat hij zich inspireren door comics, occult, symboliek, Science fiction, clowns, early film, vroege renaissance, Japanse ukiyo-e, paddestoelen, biowetenschappen en kunst, in al z’n algemeenheid. Zijn werk is vaak surreël, ruimtelijk, absurd, fantasierijk, gedetailleerd, kleurrijk, psychedelisch en beweeglijk. Het werken aan verschillende opdrachten ziet Mans als een constante kans om nieuwe beelden en stijlen te ontwikkelen. Zijn werk is een soort reflectieve speeltuin waarin hij zich af kan vragen waar de randen van zijn werkelijkheid liggen. Het maken van werk voelt voor hem als het constant opzoeken en verleggen van de grenzen van zijn beleving en realiteit. Het resultaat, de ruimte om een blik te werpen in een andere werkelijkheid.
Meer over Mans