Kunst geeft kleur aan je leven
Met je (klein)kind op schoot een prentenboek lezen, dat is zo ongeveer het fijnste wat er is. Hoe goed wij ook denken te kijken, kinderen zien haast altijd meer. Of in elk geval andere dingen dan wij. We vinden het haast onmogelijk om te kiezen welke boeken we hier willen bespreken. Om de ruimte zo goed mogelijk te benutten geven we in elk geval een rijtje kunstenaars die in geen enkele boekenkast mogen ontbreken. In willekeurige volgorde: Marit Törnqvist, Charlotte Dematons, Martijn van der Linden, Milja Praagman, Annette Fienieg, Philip Hopman, Djenné Fila, Max Velthuis, Jan Jutte, Annemarie van Haeringen, Marije Tolman, Ingrid & Dieter Schubert, Harrie Geelen…
De verhalen in een prentenboek worden zonder, of met weinig woorden verteld. Wie goed kijkt, ontdekt dat er soms meerdere verhalen in een tekening verstopt zitten. Als je al heel jong veel prachtige prentenboeken voor je neus krijgt leer je goed kijken, leer je goed praten en leer je te genieten van kunst. Kunst die kleur geeft aan je leven.
1. Sydney Smith - Weet je nog? (2024, vertaald door Edward van de Vendel)
De eerste ochtend in het nieuwe huis halen een moeder en haar zoon herinneringen op. Het jongetje denkt aan zijn verjaardag, dat hij een fiets kreeg van papa en mama en dat hij viel: ‘En toen ging het mis.’ Je verwacht iets vreselijks, maar op de volgende bladzij vindt mama hem in het hooi, lachend. Gaandeweg vraag je je af waar de vader is gebleven? Wie terugbladert, ontdekt het in de sfeervolle illustraties. Een beeldschoon prentenboek over afscheid nemen. Het woord ‘scheiden’ valt nergens, toch wordt voelbaar wat het betekent als ouders uit elkaar gaan. Aan het begin van het boek is het nog donker, aan het eind komt de zon op. ‘En we waren nergens bang voor. We wisten dat alles goed zou komen.’
2. Loes Riphagen - Kom mee Kees (2021)
Kees gaat met zijn vader naar een concert van de Kwakers, papa’s lievelingsband. Onderweg ziet Kees veel bijzondere dingen die hij wil bekijken. Maar papa wil door! Als ze er bijna zijn, wordt papa gegrepen door een grote snoek. Gelukkig heeft Kees een krokodillentak gevonden waarmee hij zijn vader kan redden. Voor het concert komen ze te laat, maar papa is zó blij dat hij er nog is! Als ze teruglopen, neemt hij zelf ook de tijd om bij alle mooie dingen stil te staan. Loes Riphagen maakt de wereld van Kees zo prachtig en intiem. Het boek zit vol details en kleine kikkergrapjes. Je zou zelf een kikker willen zijn.
3. Koos Meinderts (tekst) & Annette Fienieg (illustraties) - Stork (2021)
Bij de Ooievaarscentrale zijn er massa’s baby’s die bezorgd moeten worden. Iedereen is dolblij als een gepensioneerde ooievaar een handje wil helpen. De oude Stork vliegt met een meisje in een mandje de wereld in, maar is al snel vergeten wie het meisje heeft besteld. U misschien? vraagt hij aan mevrouw De Hondt. Als het een poesje is wel, luidt het antwoord? U dan? vraagt hij aan de koningin. Alleen als het een prinsje is, roept de koning, prinsessen genoeg. De moeder van een groot gezin vraagt ontzet aan haar man of hij alweer een kind heeft besteld? 'Ikke niet. Ik wou eens een jaartje overslaan.'
Aan het eind van dit grappige boek met stemmige, vrolijke illustraties vliegt Stork zonder mandje terug naar de Ooievaarscentrale. Tenminste, als hij de weg kan vinden.
4. Tjibbe Veltkamp (tekst) & Noëlle Smit (illustraties) - Vuilnisvarkens Job en Bob (2020)
Een prentenboek op rijm. De varkens Job en Bob werken op een vuilniswagen. Vol enthousiasme gooien ze kliko’s leeg en smijten ze losse rommel in de laadbak. Maar steeds loopt er een hondje in de weg. De tekst is simpel en nodigt uit om lekker hard mee te roepen: ‘HOPPAKEE, moet dat hondje ook nog mee? NEE!’
Wat wil dat hondje toch? Hij verstopt zich steeds tussen de rommel en laat zich keer op keer in de vuilniswagen gooien. Elke keer storten Job en Bob de laadbak leeg om het hondje eruit te vissen. Uiteindelijk snappen ze het. Het hondje wil, en mag meerijden. In de cabine van de vuilniswagen. De droom van vele peuters. Hoe langer je naar de tekeningen kijkt, hoe meer grapjes je erin ontdekt.
5. Lizette de Koning (tekst) & Gareth Lucas (illustraties) - Een toren van tijgers (2023)
Een speels poëzie-prentenboek met korte diergedichten, kleurrijk en strak geïllustreerd. Over beren die zich na hun winterslaap afvragen of de lente al voorbij is. En over wat kroos nu eigenlijk is: kleine kleurplaatjes, groen ‘gemaakt door kikkerpootjes.’ Het gedicht Verlenglijstje gaat over een kind dat bang is op zwemles. Ze wil veranderen in een giraf, schrijft ze aan Sinterklaas, en dan:
‘…ik ga gewoon dat bad in,
zonder zeuren, zonder piepen.
want mijn hoofd blijft boven water,
ook al spring ik in het diepe.’
Eigenlijk zou je twee exemplaren van dit boek moeten kopen – laat het ene heel en snijdt de illustraties uit het andere, zodat je ze thuis op kunt hangen. Nog een tip uit een van de gedichten: als je een jarige egel zoent, goed mikken, want ‘ezels kunnen prikken.’
6. Catharina Valks - Die kleine is Don, de lange is Sjon (2020)
Een prentenboek met op elke bladzijde een paar regels tekst. Don is een kleine, ondeugende, zwarte vogel met een wit hoedje. Sjon een bedachtzame, slungelige eend met een zwarte hoed. Ze wonen samen in een klein huisje. Zoals echte vrienden maken ze soms ruzie (om koekjes). Ze worden verliefd en ze raken bevriend met een enorme hond die niet in hun huisje past. In dit kleine boekje staan zes grappige verhaaltjes. Fijn om voor te lezen, maar ook heel leuk om zelf te lezen als je het nét kunt. Door deze verhalen en tekeningen krijg je zin in meer boeken van Don en Sjon. Je hebt geluk! Die zijn er!
Extra tip: Mượn Thị Vă (tekst) & Victo Ngai (illustraties)- De wens (2024, vertaald door Hans & Monique Hagen)
Een prentenboek dat haarscherp laat zien wat het betekent om te moeten vluchten en alles wat vertrouwd is achter te laten. Wij mochten eraan meewerken door de summiere tekst te bewerken/vertalen. De tekeningen vertellen het verhaal van angst en gemis, maar ook van verlangen naar en hoop op een betere wereld.