Tijdens ILFU Exploring Stories afgelopen jaar spraken filosoof Martha Claes en ik - onder leiding van schrijver Marian Donner - over trots, verzet, self care en verandering. Als schrijvers die delusional genoeg zijn om te denken dat woorden de wereld kunnen veranderen, bogen we ons ook over deze vraag: kun je de wereld veranderen door jezelf te veranderen?
Dit Exploring Stories fragment terugkijken?
'Het pad naar zelfliefde gaat niet over Rituals-kaarsen,' stelt Clarice Gargard op geestige manier vast in haar gesprek met Martha Claeys tijdens ILFU Exploring Stories 2023. Toch is het belangrijk om kritisch te kijken naar hoe je jezelf in de weg staat, hoe jouw zelfbeeld ook zijn weerslag heeft op hoe je de ander behandelt – en hoe die ander vervolgens weer de volgende persoon behandelt. Kun je, kortom, de wereld veranderen door jezelf te veranderen?
Tegenwoordig kijk ik steeds minder naar sociale media en ben ik opgehouden met overbodig nieuws verslinden. Ik vermoed dat ik niet de enige ben. De beelden van lichaamsdelen die niet verminkt zouden moeten zijn of waarvan we niet zouden moeten weten hoe ze er verminkt uitzien, zijn de simulacrum (Baudrillard) van deze tijd. Je hebt het niet direct met je eigen ogen gezien, maar het is zo wijdverspreid dat iedereen inmiddels kan vertellen hoe het eruitziet.
Het is niet alleen oorlog, dood en verderf op de straten van de wereld, maar het is ook oorlog dood en verderf in onszelf. Schrijver en visionair Octavia Butler schreef in haar Xenogenesis-serie – een trilogie over een buitenaardse post-apocalyptische wereld – dat de menselijke erfzonde hiërarchisch denken is. Het verdelen in rangordes zou zo geprogrammeerd in ons DNA zitten als Microsoft in een willekeurige computer. Het is in dit verhaal zelfs de reden voor ons uiteindelijke uitsterven. ‘You are hierarchical. It's a terrestrial characteristic. When human intelligence served it instead of guiding it, when human intelligence did not even acknowledge it as a problem, but took pride in it or did not even notice it at all,’ vertelt een buitenaards wezen het hoofdpersonage.
Dit postapocalyptisch scenario is meer realiteit dan fictie. Vooral na het jaar 2020 voelt het alsof we in een tijdmachine zijn gestapt en opnieuw reizen langs geschiedenislessen over oorlog, genocide en onderdrukking die we allang geleerd zouden moeten hebben. In de wirwar van groteske en grandioze gebeurtenissen – onder andere de oorlog in Oekraïne, genocide in Palestina, uitbuiting in Congo, humanitaire crisis in Tigray, onderdrukking in Afghanistan en Iran, en in ons eigen land de overwinning van de PVV – verliezen we onszelf en de hoop voor verandering. Als ik nadenk over wat verandering nu zou betekenen, is dat eenieder dezelfde rechten heeft en kan leven zoals die wil en zijn zoals die is, op een planeet die niet aan het uitsterven is en waar we geen dood en verderf zaaien terwijl we proclameren op te komen voor het leven. Al is dat klaarblijkelijk zo genormaliseerd dat voor het tegendeel staan al als een radicaal standpunt wordt gezien. Je kunt je niet voorstellen dat je als individu iets kunt doen aan deze verdorven staat van de wereld. Je hebt amper genoeg hersenfunctie om te bevatten wat er allemaal gebeurt.
En toch voel ik een sprankeling van hoop. Voorheen dacht ik dat we – om koers te wijzigen – eerst alle systemen moesten veranderen die uitbuiten, onderscheid maken en ons roven van onze adem en levenslust. Nu denk ik dat die systemen onmogelijk permanent kunnen veranderen als wij niet met hen mee veranderen. Wij - de mensheid - zijn tenslotte degenen die in stand houden dat er enkelen zijn die meer geld bezitten dan de meerderheid, dat we anderen beoordelen en veroordelen op basis van hoe ze eruitzien, identificeren en van wie ze houden, dat wat er tussen je benen zit bepaalt welke positie je in het leven hebt en behoudt, en dat waar je geboren bent dat ook doet. Dat zijn enkele van de hiërarchieën waar Butler over schreef.
We houden het in stand omdat we er zelf in zijn gaan geloven, of moeten geloven omdat ons verteld is dat het nou eenmaal is Hoe De Dingen Zijn. Alsof De Dingen niet zo zijn omdat wij willekeurige afspraken hebben gemaakt met elkaar waar we ook weer van af kunnen stappen.
Maar helaas bestaan die hardnekkige systemen van hiërarchie ook in ons. Zoals je niet in badwater kunt drijven zonder er als een verschrompelde vijg uit te komen. Als mensen absorberen wij onze omgeving en internaliseren we de regels die daar gelden. We zien dat op kleinere schaal, doordat we werken en produceren tot je erbij neervalt, we hard uithalen naar onszelf of een ander als die een fout maakt en het liefst daar een passende straf bij bedenken en we de een, om wat voor willekeurige sociale norm dan ook, beter behandelen dan de ander. De liefdeloosheid die in de wereld zit, begeeft zich ook in ons. De truc is om niet alleen de versplintering in de samenleving aan te pakken, maar ook de splinters in onszelf te verwijderen en de wondjes die we eraan over hebben gehouden heel te kussen.
De Egyptische filosoof, profeet en tot god-gemaakte Thot – bekend onder de Griekse naam Hermes Trismegistus – had daar wellicht de juiste oplossing voor. Volgens de Grieken was Hermes tevens boodschapper van de goden, een scribent. Hij werd grondlegger van en beïnvloedde filosofische leren als het hermetisme en gnosticisme, maar ook religies zoals het christendom en jodendom. Een van zijn metafysische principes van correspondentie luidde: ‘As above so below, as within so without.’ Dat zou je kunnen interpreteren als: ‘dat wat er buiten ons plaatsvindt, bevindt zich ook in ons. Dat wat in ons plaatsvindt, bevindt zich ook daarbuiten.’
Dat zou betekenen dat als je werkt aan het ontmantelen van oude systemen in jezelf en anders met jezelf omgaat, je dat ook met je buurman doet en als al jouw buren dat doen, de wijk ineens verandert. De wijk beïnvloedt de stad, de stad het land, het land het continent en het continent de wereld. Kortom: we creëren wat we willen door daar zelf de reflectie van te zijn. Omdat alles in de wereld, in het gehele universum, een reflectie is van elkaar.
Denk aan de Fibonacci-code, een wiskundige formule waarvan ik de wiskunde niet aan je zou kunnen uitleggen, maar wel de poëzie. Dat is een getallenreeks die gegenereerd wordt door het optellen van de vorige twee getallen in de reeks. De getallen in de reeks zie je frequent terug in natuur, kunst en zelfs de sterren, als spiralen en de gulden snede, een slakvormig symbool. Je ziet walvissen in de snede zwemmen, in het hart van een zonnebloem of de piramide van Gizeh. Maar ook de takken van bomen die op een röntgenfoto van onze longen lijken, zijn het bewijs van de aanwezigheid van dezelfde patronen binnen en buiten onszelf.
Zowel de Fibonacci-reeks als de leer van Hermes vertellen ons dat alles aan elkaar verbonden is. Het universum levert daar tevens onomstotelijk bewijs voor aan. Dan zou je als individu in principe de wereld wel moeten kunnen veranderen door jezelf te veranderen, of in ieder geval daaraan kunnen bijdragen. Je bent tenslotte een cruciaal onderdeel van de wereld. Als een tandwieltje, ogenschijnlijk insignificant, maar waar de hele machine niet zonder runnen kan.