Exploring Stories 25: het thema Chorus of Many

Op 27 september keert ILFU's grootste festivaldag Exploring Stories voor de vijfde keer terug naar TivoliVredenburg. Op deze dag belichten we met meer dan 25 Nederlandse en internationale schrijvers in vier zalen vijf actuele en urgente thema's vanuit de literatuur. Op deze pagina lees je over het thema Chorus of Many en het bijbehorende programma.

In elke samenleving klinkt een koor van stemmen, maar niet iedereen wordt even duidelijk gehoord. Sommige verhalen vinden hun weg naar het parlement, naar talkshows en schoolboeken. Andere blijven hangen in de marge, niet verteld, of wel verteld maar niet gehoord. In de programmalijn Chorus of Many onderzoeken we hoe onze aandacht verdeeld is, en ontdekken we hopelijk wat er gebeurt als de minder gehoorde stemmen tóch doorklinken. We hopen het lawaai van de meerderheid te dempen, zodat we echt kunnen luisteren naar verhalen die ons als (nieuwe) muziek in de oren klinken. 

Het idee van een verenigd Europa, bijvoorbeeld, klinkt als een grootse hymne van vooruitgang, vrijheid en gelijkheid. Maar niet iedereen voelt zich vertegenwoordigd in dat lied. Schrijvers als Safae el Khannoussi en Houria Bouteldja laten zien wat er gebeurt als je de blik kantelt, als je luistert naar stemmen die zelden worden uitgenodigd om mee te zingen. Stemmen van gemarginaliseerde gemeenschappen, van mensen die zich vervreemd voelen in het zogenaamd vrije Westen. In het werk van deze twee auteurs horen we een tegenkoor, dat de blinde vlekken van het Europese project blootlegt.

Veelstemmigheid gaat ook over vorm. In de literatuur zijn satire en parodie bijzonder effectieve manieren om aan de poten van de macht te morrelen. Want als je om de macht kan lachen, wordt die al een heel stuk minder dominant. Directe kritiek roept natuurlijk weerstand op, maar als ‘hofnar’ van de democratie kun je je goddelijke gang gaan met het omverwerpen van heilige huisjes en het ontmaskeren van hypocrisie. Schrijvers als Herman Koch en Natasha Brown houden hun lezers een spiegel voor door de literaire wereld zélf op de hak te nemen. Ook in hun romans wordt blootgelegd naar wie we graag luisteren, maar vooral wat er allemaal níet gezegd wordt. 

Onder programmalijn Chorus of Many hoor je ook de noodzakelijke ‘irritante’ stemmen. Storende geluiden, die ons dwingen om te luisteren naar wat we liever niet horen. Zoals het gekrijs van een duif die onze stedelijke rust verstoort – maar de duif is natuurlijk geen duif, de duif is een symbool voor alles wat we naar de marges hebben geduwd. Klinkt dit cryptisch? Kom dan zeker luisteren.

Gesprekken en performances

Safae el Khannoussi en Houria Bouteldja over worstelen met het monsterlijke maar stokoude dier ‘Europa’

Wie zijn de schaduwfiguren van Europa? Wie worden structureel niet gehoord, genegeerd of actief onderdrukt in de staten van Europa in de 21e eeuw? Wat gebeurt er als je de postkoloniale blik loslaat op Europa zelf, waar koloniale machtsstructuren nog steeds doorwerken? En wat gebeurt er wanneer deze uitgesloten groepen zich tóch organiseren, wanneer grenzen, religies en kleur vervagen en in elkaar overlopen?

In dit programma gaan schrijver en filosoof Safae el Khannoussi (Marokko, 1994) en politiek denker en activist Houria Bouteldja (Algerije, 1973) met elkaar in gesprek over de ‘verliezers’ van de Europese moderniteit: mensen uit voormalige koloniën, witte arbeiders, ballingen en vluchtelingen. Over hoe deze groepen tegen elkaar worden uitgespeeld door (supra)nationalistische tendensen. Maar ook en vooral over de radicale solidariteit én emancipatie die mogelijk wordt wanneer deze groepen elkaar vinden en omarmen.

De tekst gaat door onder de slider

Safae el Khannoussi (foto: Merlijn Doomernik)
Houria Bouteldja (foto: Christian Werner)q

Houria Bouteldja is mede-oprichter van de Parti des Indigènes de la République, een dekoloniale politieke beweging in Frankrijk. In haar werk, dat zich laat inspireren door onder andere Frantz Fanon, Antonio Gramsci, en James Baldwin, analyseert ze hoe koloniaal gedachtegoed en raciale hiërarchie nog steeds diep verankerd zijn in Europese samenlevingen. In Witte mensen, Joden en wij (2020, vertaald door Joost Beerten, Editie Leesmagazijn) onderzoekt ze de raciale verhoudingen binnen Frankrijk en roept ze op tot het herzien van linkse politieke allianties. In haar meest recente boek Eigen volk en immigranten (2024, vertaald door Ellis Booi, Editie Leesmagazijn) laat ze zien dat de geboorte van de natiestaat doordrenkt is met paradoxen over wat vrijheid betekent, en voor wie. In het boek richt ze zich op de door haar aangetoonde grote ‘losers’ van dit pact: de mensen uit voormalige koloniën en witte arbeiders. Kunnen zij, aangezien ze door dezelfde elite worden onderdrukt, elkaar vinden in een gezamenlijke strijd voor rechtvaardigheid? 

Safae el Khannoussi is schrijver, docent en promovendus in de politieke filosofie. In haar werk onderzoekt ze thema’s als ballingschap, vlucht, identiteit en ontheemding. Haar debuutroman Oroppa (2024, uitgeverij Pluim) is een uitbundige, hallucinante vertelling over de kant van Europa die voor de meesten onzichtbaar blijft. De bonte groep schaduwfiguren die aan bod komt, worstelt ieder met een eigen trauma. Ze zijn, elk op een eigen manier, uitgespuugd door een monsterlijk Europa, maar lijken ondanks hun eenzaamheid toch bij elkaar soelaas te kunnen vinden in snackbars, kroegen, zolders en kelders. Het boek werd direct bejubeld door critici, bekroond met de Boon én de Libris Literatuur Prijs, en geldt inmiddels als een mijlpaal in de Nederlandse literatuur. El Khannoussi liet zich inspireren door het werk van Bouteldja, waaronder het citaat: “Ik ben een loser. Dat en dat alleen is mijn vertrekpunt.” De fictieve schrijver van het laatste deel van Oroppa, ‘de angstcahiers’, brengt als ‘dichter en dissident’ Bouteldja’s principe luisterrijk in de praktijk.

Bouteldja en El Khannoussi zijn twee gedroomde gasten voor een gesprek over wat literatuur kan betekenen voor thema’s als identiteit, uitsluiting en het smeden van nieuwe allianties. Beide schrijvers weten in hun werk allerlei ogenschijnlijke tegenstellingen met elkaar te verbinden, schakelen moeiteloos tussen literatuur en politiek, tussen Europa en de veel grotere rest van de wereld, tussen onderdrukking en emancipatie – en zullen dat hopelijk ook doen in dit gesprek.

Natasha Brown en Herman Koch over satire als spiegel

Wat kan satire blootleggen dat in een serieus gesprek onbesproken blijft? Hoe gebruik je humor om te confronteren zonder te preken? We zijn ongelofelijk blij met de combinatie van deze twee literaire helden op één podium: de Britse schrijver Natasha Brown (VK, 1990) en Herman Koch (Arnhem, 1953). Zij gaan, aan de hand van hun beider nieuwe romans, in gesprek over satire als stijlmiddel én als manier om gevestigde ideeën onderuit te halen. Hun romans spelen zich allebei af op het snijvlak van fictie en maatschappijkritiek, en wordt bevolkt door personages die ons, en u als literatuurliefhebber waarschijnlijk ook, huiveringwekkend bekend voorkomen. In Universeel en Luchtplaats, de media- en literatuursatires die Brown en Koch recent publiceerden, moet je als lezer voortdurend op je hoede zijn.

Natasha Brown (foto: Alice Zoo)
Herman Koch (foto: Pablo Koch)

Allereerst Universeel. In haar tweede roman richt Natasha Brown, die in 2021 debuteerde met Bijeen (beide boeken zijn vertaald door Nadia Ramer en uitgegeven door Uitgeverij de Geus), haar pijlen op de mediawereld. Ze laat zien hoe identiteit, klasse en ras kunnen marginaliseren maar ook ingezet worden voor persoonlijk gewin. In de roman volgen we een aantal journalisten die allemaal op hun eigen manier deelnemen aan het opportunistische spel om invloed en macht. De roman eindigt op een literatuurfestival, waar een book talk ontaardt in een openbaar machtsspel. Een scène die pijnlijk herkenbaar is voor iedereen die weleens een literair avondje heeft bijgewoond – ja, we zijn ons bewust van het Droste-effect, en nee, zo meta hebben we het tijdens ILFU nog niet eerder meegemaakt. 

Bestsellerauteur Herman Koch schreef met Luchtplaats (2024, Ambo|Anthos uitgevers) een satire op de misdaadroman en het literaire circuit tegelijk. In zijn kenmerkende droogkomische stijl legt hij de onderlinge competitie bloot tussen schrijvers, uitgevers en andere spelers in het culturele veld. Koch weet als geen ander hoe je ongemak oprekt tot het eerst hilarisch en daarna schrijnend wordt. Je wilt je blik ervan afwenden maar je wil óók weten hoe het verder gaat.

Wat u verder nog moet weten: Natasha Brown is een bewonderaar van Herman Koch en beschouwt de morele dubbelzinnigheid van zijn personages als belangrijke inspiratiebron. En dan is er nog een bijna ongemakkelijke overeenkomst tussen hun laatste boeken: allebei spelen ze met de dynamiek van interviews op literaire festivals, waar achter de beleefde vragen soms heel andere belangen schuilgaan. We zijn benieuwd of we dat ongemak ook gaan voelen als dit bijzondere duo met elkaar in gesprek gaat.