'Mijn interesse voor mijn familie is gevoed door onze drie voormoeders. Mijn overgrootmoeder Constantia Augustina Doorson, de marktvrouw, mijn grootmoeder Paulina Magdalena Wijks, de wasvrouw, en haar dochter, mijn moeder, Annette Josephine Wilson, de naaister, matriarchen uit drie generaties. De Doorson-Wijks-familie.'
Dit verhaal is dat van Roline Redmonds eigen, tot slaaf gemaakte, familie. Ze vertelt het als een intercontinentale reis door Suriname en Nederland, een zoektocht die bemoeilijkt wordt doordat haar voorouders ontbreken in alle archieven. Redmond stuit op vrouwen in haar familie die hun kinderen beschermden, de overerfde pijn van verlies heelden, en zo de achterstand van de familie ombogen.