Filosofische verhandeling, memoire, liefdesbrief. In De Argonauten beschrijft Maggie Nelson haar relatie met Harry Dodge, een genderfluïde kunstenaar die zichzelf butch noemt maar eigenlijk niet geïnteresseerd is in genderaanduidingen. Scenes uit hun leven samen worden doorweven met reflecties op Gilles Deleuze, Judith Butler en Ludwig Wittgenstein en de vraag of je iets onbenoembaars toch kunt benoemen, of dat je het daarmee vastpint als iets wat het niet is. Op lenige wijze verknoopt Nelson taal, ervaring en betekenis, om uiteindelijk te concluderen dat er soms geen conclusie is, dat het chaos blijft.