Rijke romans en beeldschone taal in Spaanstalige literatuur en poëzie
1. Gabriel García Márquez - Honderd jaar eenzaamheid (vertaald door C.A.G. van den Broek)
'Vele jaren later, staande voor het vuurpeloton, moest kolonel Aureliana Buendia denken aan die lang vervlogen middag, toen zijn vader hem meenam om kennis te maken met ijs.'
Dit boek is niet alleen zo goed vanwege misschien wel de beste eerste zin in de wereldgeschiedenis – dat zal vele mensen wel bekend zijn, en zo niet, zoek het vooral op – maar vooral ook vanwege de sfeer en gevoel van Zuid-Amerika dat ik herken. Het magische, dat naadloos overloopt in het dagelijkse, droom in realiteit en de eindeloze opeenvolging van grote en kleine oorlogen die de Zuid-Amerikaanse geschiedenis kenmerkt. Daarbij ben ik groot liefhebber van familiekronieken, en van de belangrijke rol die een (voor)ouderlijk huis kan hebben in de geschiedenis van een familie.
2. Miguel de Cervantes - Don Quichot (vertaald door Barber van de Pol)
Ik heb zelden met zoveel plezier zo’n klassiek boek gelezen. Don Quijote en Sancho Panza zijn een komisch duo, maar wel een komedie van het droevige soort. Don Quijote’s waanvoorstellingen zijn niet meer of minder dan het ontkennen van de grauwe werkelijkheid ten faveure van een schitterend ideaal. Sancho Panza staat daarentegen voor het kleingeestige, burgerlijke en soms ook cynische. Een figuur die zijn “meester” vaak belachelijk maakt, maar vooral bezig is met het voor zichzelf veilig stellen van eten en drinken. Een boek over de botsing tussen een verzonnen werkelijkheid en de vaak teleurstellende realiteit.
3. Jesus Carrasco - De vlucht (2013, vertaald door Arie van der Wal)
Beklemming. Dat is het woord dat het eerst in me opkomt als ik denk aan dit boek. Het verhaal gaat over een jongetje dat om onbekende redenen uit zijn dorp moet vluchten. Er zitten mannen achter hem aan, je weet niet waarom, maar hij moet weg, en vlucht door de woestenij van een verlaten en desolaat Spaans landschap. Zonder eten of water zoekt hij een weg door het zinderend hete en dorre landschap van Extremadura. Je voelt zijn angst en hoe hij langzaam uitdroogt. Zelfs de taal is kort, bijna staccato, alsof ook de taal is uitgedroogd en bijna tot stilstand komt. Maar toch blijf je lezen.
4. Carlos Ruiz Zafón - Schaduw van de wind (2001, vertaald door Nelleke Geel)
Het meesterwerk van de helaas veel te vroeg overleden Zafón. Wat heb ik van dit boek genoten. Ten eerste van de bloemrijke stijl - waarbij de openingszin overigens ook doet denken aan die van Honderd Jaar eenzaamheid – en daarnaast van al die rijke elementen aan het verhaal: de sfeer van een bijna “gothic” Barcelona; het magische en mysterieuze Kerkhof der Vergeten Boeken; de zoektocht naar een mysterieus boek van een nog mysterieuzere schrijver; het rijke en uitbundige karakter van Fermín Romero de Torres en de donkere en duivelse aanwezigheid van een antagonist zonder gezicht maar met brandende ogen. Doorlezen, verwonderen en genieten van de rijke stijl waarin het verhaal geschreven is.
5. Federico García Lorca - Gedicht van de Cante Jondo (1998, vertaald door Bart Vonck)
Federico García Lorca was toneelschrijver, componist, pianist, schrijver maar vooral dichter, en misschien wel de grootste die Spanje ooit heeft voortgebracht. Een man die in 1936, bij het uitbreken van de Spaanse burgeroorlog, vermoord werd door rechtse milities omdat hij links was en openlijk homoseksueel. Zijn surrealistische gedichten zijn van een onwerkelijke schoonheid. In deze bundel dicht hij over Granada, de stad van de Alhambra maar ook vooral van de flamenco muziek en de cante jondo, een manier van zingen die op een diepe manier uitdrukking geeft aan emoties en onverbrekelijk verbonden is aan de zigeunercultuur.
6. Mario Vargas Llosa - De stad en de honden (2006, vertaald door J.G. Rijkmans)
De tweede Zuid-Amerikaanse Nobelprijswinnaar in deze lijst (na García Márquez) komt uit Peru. Mijn ouders lazen alles van Vargas Llosa, en hun favoriet was en is dit boek. Gesitueerd in een militaire academie, vertelt het verhaal over een groep studenten die zich staande probeert te houden – eigenlijk probeert te ontsnappen – uit zware en soms vernederende omstandigheden op de school. De klasseverschillen, die binnen de Peruaanse maatschappij altijd zeer groot zijn geweest, spelen een belangrijke rol in dit boek. De wisselende perspectieven en de niet-lineaire tijdlijn bepalen het ritme van het verhaal en maken het tot een iconisch boek in Llosa’s oeuvre.
7. Arturo Barrea - De slag (2019, vertaald door Roland Fagel)
Tijdens mijn research voor Land van echo’s stuitte ik op deze autobiografische roman van de Spaanse journalist Arturo Barea, over het beleg van Madrid tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Het schetst op invoelbare wijze de klassenverschillen en sociale spanningen binnen de Spaanse maatschappij die uiteindelijk zouden leiden tot de het uitbreken van de Burgeroorlog. Het grootste deel van het verhaal gaat over het beleg van Madrid zelf. Niet alleen de strijd aan het front, maar ook de bijna dagelijkse bombardementen op de stad die soms akelige dichtbij komen, en de interne verdeeldheid en ruzies in het linkse, republikeinse kamp.
In 2022 debuteerde Mark Stokmans met 'Land van echo's'
Land van echo’s is de monumentale debuutroman van Mark H. Stokmans, een epische familiegeschiedenis tegen de achtergrond van de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939).
Lees meer