Voor de laatste van mijn zeven tips vroeg ik me af of ik niet een boek van een journalist in oorlogstijd kon noemen, zoals Een schrijver in oorlog van Vasili Grossman, Op oorlogspad van Virginia Cowles, of De Wolga ontspringt in Europa van Curzio Malaparte (of een van zijn andere oorlogsboeken Kaputt of De huid), maar toen stuitte ik op het recent gepubliceerde deel in Oorlogsdomein van De Arbeiderspers (de onvolprezen reeks waarin de meeste van de boeken die ik noem zijn verschenen): Het schemeren van de hele wereld.
Er is geen vak waarin zoveel beunhazen actief zijn als in de schrijverij (politici, bekende Nederlanders, beïnvloeders op het internet), dus met enige huivering begon ik aan dit bescheiden werkje, dat geschreven werd door filmmaker Werner Herzog, die ik bewonder vanwege zijn prachtige speelfilms (de films met Klaus Kinski, (vooral Fitzcarraldo) en zijn ontroerende film over Kaspar Hauser, Jeder für sich und Gott gegen alle), zijn geweldige documentaires (zoals die over zijn samenwerking met Klaus Kinski en het componistenportret Gesualdo: Tod für fünf Stimmen en uiteraard Grizzly Man) en zijn iconische Duitse accent.
Kan een goede scenarist en regisseur ook een goed boek schrijven?
Ja, dus.
Dit is een wonderbaarlijk verhaal, dat begint als een klassieke raamvertelling. Al snel volg je de avonturen van Hiroo Onoda, een jonge soldaat die echt bestaan heeft. Hij moet het eiland Lubang (dat iets kleiner is dan Texel) in de Stille Oceaan bezet houden als het Japanse leger zich in 1945 terugtrekt, maar het ontgaat hem dat Japan na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki capituleert en hij zich zou moeten overgeven. In plaats daarvan verschanst hij zich in het oerwoud.
Uiteindelijk zal hij, deels gesteund door enkele kameraden, het eiland tot in 1974 blijven verdedigen, zich als een guerrilla dag en nacht verplaatsend door de jungle. ‘In de bijna dertig jaar van zijn eenzame oorlog zal Onada in totaal elfhonderd hinderlagen overleven,’ schrijft Herzog.
Het eiland behoort na de oorlog tot de Filipijnen en er wonen een paar duizend mensen, die Onada vrezen, want als hij in het nauw wordt gedreven, aarzelt hij niet om te schieten. Daarbij vallen diverse slachtoffers en zelfs doden. Allerlei mensen doen pogingen om Onada ervan te overtuigen dat de oorlog voorbij is. Een geluidsopname, waarop zijn broer hem smeekt om zich over te geven en een liedje uit hun kindertijd zingt, die via grote luidsprekers wordt afgespeeld in zijn buurt, doet Onada af als een vervalsing van de vijand.
Uiteindelijk weet iemand de oude bevelhebber van Onada naar het eiland te sturen:
‘Taniguchi stapt naar buiten, een oude man, licht gebogen, grijze haren, achtentachtig jaar oud […] “Luitenant, uw oorlog is afgelopen.”’
Het schemeren van de wereld is maar honderd bladzijden dik, maar potverdorie wat mooi. Ook stilistisch, soms weet Herzog de sfeer van de grote Japanse natuurdichter Matsuo Bashō te benaderen, met alinea’s als deze:
‘De rijst wordt geplant, geoogst en weer geplant. Koninkrijken verdampen in de nevel. Stilte. In de verstomming van de eeuwigheid vallen ineens schoten. De boeren vluchten.’
En anders dan alle boeken die ik hiervoor heb genoemd, is dit ook een boek dat hoop geeft. Dat kunnen we wel gebruiken.