Wanneer je aan het nieuwe boek van Lara Pawson begint, kan het even duren voordat je doorhebt wat je precies aan het lezen bent. Verbruikt licht laat zich niet gemakkelijk in een genre plaatsen en misschien nog lastiger navertellen. ‘It’s quite a hard book to talk about,’ gaf Pawson zelf ook toe in een interview. In dit derde boek van de voormalig oorlogsverslaggever ontbreken duidelijke verhaallijnen, en in plaats van personages komen er vooral objecten in voor. Ze spreekt een jij aan die haar geliefde blijkt, maar echt een brief kun je het geheel ook niet noemen. Er dringen zich vooral vragen op tijdens het lezen, zoals: waarom schrijft deze journalist over levenloze voorwerpen in haar huis in plaats van personen? Is dit fictie of non-fictie? Is Lara zelf de verteller? Maakt dat uit? En ook: vilt en eet ze echt de eekhoorns die haar hond doodt tijdens hun wandelingen?
De Britse Lara Pawson (1968) debuteerde in 2014 met In the Name of the People, een non-fictiewerk over een verzwegen massamoord op burgers in Angola. In 2016 volgde This is the place to be, dat net als haar debuut gaat over de conflicten en het onrecht waar zij als verslaggever mee in aanraking kwam.
Voor dit derde boek, dit jaar door Lisette Graswinckel vertaald naar het Nederlands, bleef Pawson echter thuis. Dit verhaal moest en zou zich daar afspelen, en dat niet alleen: ‘My only rule was to follow, with full attention and loyalty, the contents of my mind as I gazed (sometimes for hours, sometimes weeks on end) at a single object.’ Met deze restrictie ging Pawson aan de slag. Het resulteerde in een experimentele ode aan associëren, waarin ondanks een nieuwe vorm een bekend Pawson-thema onmiskenbaar naar boven drijft: geweld.
In een rap tempo voert Pawson de ene na de andere associatie op. Een pepermolen die voelt als een handgranaat, het villen van een eekhoorn doet denken aan omgekleed worden door je grootmoeder, drie zwarte slipjes lijken op het kapsel van Hitler. Ze laat zien hoe de objecten in huis, hoewel levenloos, alles behalve onschuldig zijn. Hoewel de hoeveelheid sprongen door de gedachtewereld van deze verteller met vlagen overweldigend is (hoe komen we in twee regels van stof in de keuken naar Gaza en weer terug?), is Pawsons proza ook een verademing. De auteur creëert ondanks deze zelfopgelegde schrijfopdracht, binnen de muren van haar vertrouwde omgeving, ruimte om na te denken over grotere thema's als privilege, oorlog en onrecht. Om er vervolgens achter te komen: zelfs met de deur dicht houd je de wereld niet buiten.