Het is al ruim twee jaar geleden dat ik voor het eerst Lauren Groffs Marie de France ontmoette. Ze komt letterlijk tevoorschijn, vanuit het bos, vanuit Lauren Groffs verbeelding. Zo opent het boek, een korte alinea met twee zinnen. Steeds weer keerde ik terug naar dat begin, zoveel informatie in twee zinnetjes. Het is naargeestig weer, Marie is alleen, ze rijdt op een paard, ze is zeventien, ze komt uit Frankrijk. Het was een puzzel van stukjes die ik lang heb rondgeschoven totdat ze naar mijn gevoel eindelijk goed in elkaar pasten.
Dat gold voor de hele vertaling. Sommige passages gingen gelukkig vlotter, op een gegeven moment zit je ook beter in de wereld die Groff oproept, de fictieve middeleeuwse alledaagsheid van het verhaal krijgt steeds meer geur en kleur.
Naast een inleidende karakterschets van Marie bevat het eerste hoofdstuk veel historische achtergrondinformatie. Als vertaler moet je de geschiedenisboeken in duiken om alle verwijzingen te kunnen begrijpen. Neem de scène waarin Cecily tekeer gaat over Eleonora.
Hoe zat het met die zeug en met die schaal lamprei? Als oudste zoon van Lodewijk VI was Filips de opvolger voor de Franse troon, maar hij overleed na een val van zijn paard. Het dier was gestruikeld over een loslopend varken. Zo kwam Filips’ jongere broer in beeld: Lodewijk VII besteeg de troon in 1137, waarmee Eleonora, als zijn echtgenote, koningin werd. Op een gegeven moment scheidde Eleonora van Lodewijk om te trouwen met Hendrik Plantagenet, de latere Hendrik II. De lamprei verwijst naar diens vader, Hendrik I van Engeland, die onverwachts overleed na het eten van te veel vis, wat de weg vrij maakte voor Hendrik II en dus voor Eleonora. Het knappe van Matrix is dat al die informatie in slechts twee bijzinnetjes wordt overgebracht. In diezelfde passage verwijst de tierende Cecily naar nog minstens vier andere anekdotes over Eleonora. Een scheldtirade van een stuk of tien regels tekst bevat een schat aan historische informatie.
Ik bleef puzzelstukjes verzamelen en rondschuiven om het plaatje kloppend te maken. Voor de geschiedenis van Eleonora raadpleegde ik naast talloze internetbronnen vooral Eleonore van Aquitanië (1122-1204) van Guus Pikkemaat. Sowieso een aanrader, Pikkemaat beschrijft heel gedetailleerd en ook toegankelijk het leven van Eleonore. Zijn boek hielp me een beter idee te krijgen van de sfeer waarin Matrix zich afspeelt.
Marie is geobsedeerd door Eleonora, over wie betrekkelijk veel bekend is. Over Marie de France zelf weten we niet zoveel, maar haar lais (verhalende gedichten) zijn bewaard gebleven. Omdat een vertaling altijd ook een interpretatie is, heb ik verschillende Nederlandse vertalingen van de lais gelezen. Op internet vond ik de vertaling van Jules Grandgagnage, daarnaast las ik onder andere die van Corine Kisling en Paul Verhuyck. Nog een puzzelstukje.
Groff geeft Marie een leven als kloosterlinge. Zo dook ik in die wereld om thuis te raken in de terminologie, de regels en gebruiken van het kloosterleven, het ritme van de dagen, etc., en dat alles getransponeerd naar de middeleeuwse context van Matrix. Zoals eerder in die paar regels die bol staan van informatie over Eleonora’s leven verwerkt Groff steeds weer bijna terloops oneindig veel historische details in haar zinnen. Om die goed over te zetten moest ik me ook onderdompelen in bijvoorbeeld de humeuren. Pas als je grip hebt op het onderwerp, ben je vrij om op zoek te gaan naar de juiste formulering voor de vertaling.
Tijdens het vertalen hield ik allemaal lijstjes bij, onder meer eentje met mogelijke anachronismen. Neem ‘baby’. Zo’n alledaags woord, maar in het Nederlands ook een betrekkelijk modern woord dat hier pas in de negentiende eeuw in zwang raakte. Ik overwoog ‘zuigeling’, het paste een paar keer, maar niet overal. ‘Kind’ kan natuurlijk altijd, alleen is dat nogal breed, een negenjarige is ook een kind. Dankzij de kloostersetting schoot me ‘het kindeke Jezus’ te binnen. Naast een enkele zuigeling duiken nu ook kindekes op.
Als vertaler laveer je tussen trouw aan het origineel en trouw aan de nieuwe, Nederlandse tekst. Het is een intuïtief proces; je ontwikkelt een gevoel voor een bepaald personage, tot je het idee hebt dat je zo’n personage ‘doorhebt’. Vervolgens kun je dat personage de passende gedachten geven en de juiste woorden in de mond leggen. Doordat ik meer vat kreeg op het personage Marie, kon ik die verre, vreemde middeleeuwse non, maar ook opstandige, eigenwijze, bij vlagen eigentijds denkende vrouw inkleuren in het Nederlands. Het illustreert wat mij zelf erg aan Matrix bevalt: het afstandelijke van de archaïsche formuleringen en dan plotseling het herkenbare menselijke als er weer eens een non uit haar slof schiet of gepikeerd of gefrustreerd is.
Marie sluit je waarschijnlijk niet onmiddellijk in je hart. Ze is hoekig, stug. Maar bedenk hoe jong ze nog is aan het begin; pas zeventien, een onhandige, ongeliefde tiener die het alleen moet zien te rooien. Naarmate ik vorderde voegden de puzzelstukjes van haar geschiedenis, haar karakter en haar ontwikkeling zich geleidelijk en vormden een steeds completer beeld van een Marie die ik leerde waarderen en ook bewonderen.
Matrix
Marie de France al ontmoet? Lees het eerste hoofdstuk van Matrix en maak kennis met de 'reuzin' en haar bijzondere leven.
Lees hier het eerste hoofdstuk