Als Hercules neemt u het op tegen iedereen: LTO, de blokkeerboeren, de wappies in het parlement, de agrochemische lobby, de boerenleenbank, 51% van de VVD-leden, de provincies Friesland, Overijssel en Gelderland, de politie die de boeren geen strobreed in de weg legt. Allemaal lafbekken. U bent de enige echte vent in dit kabinet. Of misschien moet ik dat eens omdraaien, in de geest van Wormmaan, het boek dat ik u ga aanraden: u bent de enige echte vrouw in dit kabinet.
Daarbij komt het van pas dat u tot voor kort vrijwel niets wist van landbouw, natuur of stikstof. U komt niet uit een boerengezin, u heeft geen wetenschappelijke studie gedaan, u heeft nooit interesse in ecologie getoond. U vertelde, ik meen in de Stentor, dat u zich in uw vrije tijd ontspant door te wandelen met de hond en met bladblazen. Dat doet mij vermoeden dat u gewend bent de natuur functioneel te bekijken. Gelukkig heeft u als geboren schorpioen ook een mystieke kant, die u verborgen houdt, en de muze kan u in vervoering brengen. U draagt uw eigen God in het hart. U kunt de wereld buigen naar uw Wil. Maar wat er allemaal schuilgaat in de bodem en in het hart van boeren, daarvan wist u tot voor kort vrijwel niets.
Hierbij kan de literatuur u te hulp komen.
Het boek Wormmaan van Mariken Heitman, waarmee ze dit jaar de Libris Literatuurprijs won, toont de wortels van landbouw, die diep in de bodem en de tijd reiken. Dit boek lezen is als schatgraven in een rijke ader – je moet een paar ton moedergesteente verzetten, maar dan vind je ook kilo’s diamanten. Heitman neemt ons mee de ondergrond in. Stapt u met mij in de Terranef? – u weet misschien nog wat dat is.
Wormmaan is een weefwerk van verhalen. Er zijn twee hoofdlijnen: een daarvan is het ontstaan van de landbouw, vanaf het prille begin in de Levant, negenduizend jaar geleden. De hoofdpersoon van dat verhaal is een jonge vrouw, Ra, die de eerste erwtenplanten veredelt tot voedselgewas. Ze is een uitvindster, een grondlegger van latere welvaart en beschaving. Inmiddels weet u wel dat erwten en bonen behoren tot de vlinderbloemigen, die broodnodige stikstof in de grond brengen – gewoon uit de lucht, op zonne-energie. Ra veredelt de erwt en legt daarmee de basis voor duizenden jaren succesvolle landbouw zonder kunstmest of fossiele brandstof. Er is stikstof en stikstof, wou ik maar zeggen.
Het tweede verhaal speelt in deze tijd. Elke, de hoofdpersoon van dat verhaal, is een vrouw die sprekend op Ra lijkt; zij houdt zich al zeven jaar bezig met het veredelen van een nieuw soort pompoen. Beide vrouwen zitten in de knoop met hun vrouw-zijn, en dan vooral met hoe de wereld ernaar kijkt. Dat is het tweede grote thema van het boek: geslachtelijke identiteit en rollenpatronen.
Ik laat dat tweede thema even voor wat het is, want ik ben een witte heteroseksuele hoogopgeleide cis-man van middelbare leeftijd – dat zijn echt veel te veel vinkjes. Waar het mij om gaat, is dat landbouwverhaal. Mariken Heitman, die zelf biologie aan de universiteit en landbouw aan de Warmonderhof studeerde, laat haar hoofdpersoon Elke veel nadenken over wat landbouw nu precies betekent:
“Hij [de landbouw] bestaat uit een bijzonder destructieve vorm van hulp [aan de gewassen]. Het grootschalig doden van bijvoorbeeld luizen staat nooit op zichzelf. Het ontregelt de hele voedselketen. Gaasvliegen, lieveheersbeestjes en oorwurmen die luizen eten, sterven van de honger of trekken weg, evenals spinnen, vleermuizen en vogels die luizeneters eten. En dat is dan nog maar het begin. Precies zo verziekt kunstmest het elegante en complexe samenspel in de aarde tussen chemische verbindingen en organismen, levende en dode, maar ook van hen daarboven. De groene revolutie maakte van de aarde een levenloos substraat. Generaties boeren en wetenschappers zijn hierin gaan geloven.”
Op allerlei manieren wijst Heitman erop dat de natuur geraffineerder in elkaar zit dan mensen ooit kunnen begrijpen. “De natuur is oneindig complex, herprogrammeert zichzelf doorlopend. We hebben haar niet ontcijferd, we doen hoogstens alsof.”
U heeft geen last van dergelijke pretenties, denk ik. U heeft vast weleens gehoord dat er in een handje aarde ongeveer evenveel micro-organismen zitten als er mensen op de planeet zijn. Als je in aanmerking neemt hoe complex de relaties tussen twee mensen zijn (“het is ingewikkeld”, aldus Facebook) kunt u zich voorstellen hoe verweven de relaties tussen de miljarden schimmels, bacteriën, aaltjes en virussen in een handje aarde zijn.
Terwijl ik aan deze brief werkte, overleed de Britse uitvinder en schrijver James Lovelock op 100-jarige leeftijd. Lovelock publiceerde in 1979 het grensverleggende boek Gaia, dat voor het eerst uitlegde hoe de aarde functioneert als een levend organisme dat zichzelf in stand houdt: de atmosfeer, de oceanen, de bodems zijn door het leven op aarde gevormd, en garanderen wederzijds elkaars bestaan.
Wormmaan past dat idee van wederzijdse beïnvloeding en afhankelijkheid toe op de landbouw: