‘Takkie,’ roept hij over het veld, ‘ik ga even hier zitten’, en hij wijst naar een bankje verderop. Het hout is nat en koud, maar het maakt hem niet uit. Johan pakt zijn mobieltje erbij en begint verder te googelen.
Sommige vissoorten paren en baren vaker als hun leefomgeving warmer wordt.
Screenshot.
Mannen zijn steeds meer op de vlucht door natuurrampen, want vluchten is een mannelijke strategie, in het gebied waar ze heen migreren bezoeken ze vaker sekswerkers.
Screenshot.
De vrouwen die achterblijven in het rampgebied gebruiken seks vaker als ruilmiddel voor drinkwater of voedsel. In vissersdorpen komt hiv en aids veertien keer zo vaak voor als gemiddeld in een ontwikkelingsland.
Screenshot.
In crisis is de toegang tot anticonceptie en abortus slecht, vooral voor de meest kwetsbare mensen.
Johan klikt zijn telefoon op zwart. Hier heeft hij allemaal niks aan. Dit gaat alleen maar over mensen ver weg.
Misschien gaat dit wel echt niet over mij, denkt hij.
‘Is die kleine kuthond van jou?’ Johan kijkt op in het gezicht van een wat oudere vrouw. Hij had haar niet aan horen komen lopen. Ze draagt een donkerpaars leren jasje, met een strakke ceintuur om haar taille, matchende handschoentjes. Dan kijkt Johan naar de hond waar ze met haar uitgestoken vingertje naar wijst, en knikt instemmend.
‘Hij is bezig mijn hond aan te randen,’ zegt ze kortaf.
Johan ziet hoe ze hem nauwkeurig bestudeert, ze kijkt naar zijn donkergroen gewaxte jack alsof daar een waarheid over hem te vinden is. Zou zijn jas haar dat knisperende gevoel geven alsof ze straks gaan jagen?
‘Laat ze toch,’ antwoordt hij nonchalant. Hij slaat zijn arm uitnodigend uit over de rugleuning van de bank.
Zijn opmerking ontspant haar niet, ze kijkt nog steeds geagiteerd. En toch heeft ze iets aantrekkelijks. Iets heel seksueels.
‘Kunt u uw hond roepen,’ vraagt ze, rustiger nu, ‘dan hoef ik me er niet tussen te wurmen.’
Johan staat op, blaast in zijn handen en zet een stap naar haar toe. ‘Wat krijg ik daarvoor terug?’ vraagt hij met een zo laag mogelijke stem.
Zij deinst niet terug, maar stapt ook naar voren. Omdat hij een kop groter is, moet ze schuin omhoogkijken om zijn ogen te zien. De ruimte tussen hen is minimaal, van huid tot huid maximaal tien centimeter. Johan voelt de warmte van haar bovenlijf. Haar adem tegen zijn kin. In haar haar zit een klein blaadje, onder haar ogen een beetje uitgelopen mascara. Johan ademt diep in en uit. Hij ruikt haar parfum, iets houtigs.
‘Helemaal niks,’ fluistert de vreemde vrouw langzaam. ‘Volgens mij heb jij meer dan genoeg.’ Ze blijft hem strak in zijn ogen aankijken. Haar ogen een beetje samengeknepen. Ze heeft precies zo’n geconcentreerde en vurige blik op haar gezicht zoals Johan die zich herinnert van sekspartners. In zijn onderbuik ontstaat een warmte die vervolgens naar boven door zijn borstkas en hoofd trekt, en dan via zijn ruggenwervel weer naar beneden. Hij gaat rechterop staan, tilt hij zijn handen omhoog, laat zijn palmen zien alsof hij zich overgeeft, zet dan een stap naar achter. Misschien moet hij een ander artikel schrijven, een dat niet over zichzelf gaat, maar over anderen.
‘Dank je,’ zegt hij voor hij richting het grasveld ‘Takkkiiie’ brult.