De herinnering is wat overblijft van het vergeten: Breyten Breytenbach (1939-2024)

Schrijver en anti-apartheidsactivist Breyten Breytenbach is zondag 24 november overleden. In 2010 presenteerde hij bij ILFU zijn autobiografische relaas Berichten uit de middenwereld. In dat boek schept hij voor zichzelf als eeuwige reiziger een geestelijk en kosmopolitisch thuis waar niet de politieke realiteit van een natiestaat maar de wereld van kunst en cultuur de bewoners samenbrengt. Eerder droeg Breytenbach zijn gedichten al eens voor op De Nacht van de Poëzie, in een duo-optreden met zijn vriend en vertaler Adriaan van Dis. Bekijk hieronder een fragment van dat optreden in 1996.

Tags

In Memoriam

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

De herinnering is wat overblijft van het vergeten

Breyten Breytenbach (1939-2024) werd een van Zuid-Afrika’s belangrijkste schrijvers en sprak zich zijn leven lang fel uit tegen apartheid. Zijn werk verscheen vanaf de jaren zestig ook in Nederland en kreeg een vlucht door de verontwaardiging over zijn inhechtenisneming in 1975 en het verbod op de verspreiding van zijn bundel Skryt. Om ’n sinkende skip blou te verf door de Publicatieraad in Zuid-Afrika. Over zijn gevangenisjaren schreef hij De ware bekentenissen van een witte terrorist (1983) en de essaybundel De andere kant van de vrijheid (1985).

Intussen bleef de poëzie de rode draad in zijn bestaan. In 1996 las hij samen met zijn vriend en vertaler Adriaan van Dis een reeks gedichten voor op De Nacht van de Poëzie. Ze lazen om en om gedichten, ze wisselden het Afrikaans en het Nederlands af, Van Dis las voornamelijk Breytenbach en bij hoge uitzondering één gedicht van eigen hand, Breytenbach zong een gedicht voor Adriaan. Het ontroerde de zaal en maakte ook indruk op Breytenbach. Toen we hem in 2019 opnieuw vroegen op te treden op De Nacht, schreef hij:

'I have fine memories of the Nacht van de Poëzie - the quality of the readings, the people met there, the camaraderie, the venue, the way one was looked after and made to feel welcome - so it is with pleasure that I accept your invitation to take part in the 37th edition. I was there in 1996 you say? A lifetime ago, and we’re still on our feet - even if a little less sure of the balance.'

In de maanden na die uitnodiging volgden nog diverse e-mails van Breyten. Hij schreef over boeken en gedichten die hem hadden geraakt, over zijn blik op de toestand in de wereld, over de digen die hem bezighielden. Eén van de e-mails betrof een lofzang op het essay Poetry and Time van de Duitse schrijver Joachim Sartorius. Daarover schreef hij:

'Every once in a while - in fact, most rarely - one comes across something that shifts one’s sense of the purpose of continuing to write and paint. A time of existential stocktaking when the clamour and stench of the past and the hopelessness of a future seem to fall away and even the most outrageous contradiction rings true. And you stop to say: “Yes, damn it - this is it! Now I know again what I have always known!” I’m tempted to quote from every page. I cannot resist one last snippet, this is Sartorius speaking: “Memory is what remains of forgetting.”'

Naarmate zijn optreden op De Nacht dichterbij kwam, begon hij er meer en meer tegenop te zien en uiteindelijk liet hij weten niet te komen. Uiteraard bleef die afzegging niet beperkt tot een eenvoudig mailtje, maar volgde er een mooie brief, die in zijn geheel lezenswaardig is:

'Please find below a poem by Sartorius - which you may not have seen before. It is very beautiful. Particularly as I’m rather deeply reading "A Poet’s Work" by Sam Hamill at present, where there’s some quite striking references to translation, to what goes lost and what may be gained - and particularly from the Classics as well. And in the process I came across a wonderful reference to Pessoa in José Saramago’s ‘The Notebook’ (jumping books, as you may see): “He was a man who knew languages and wrote poetry. He earned his bread and wine replacing words with words. He wrote poetry as one must write poetry, as if for the first time.” Sometimes it is good to remember this when the world becomes too heavy and sombre and bloody (as is very much the case in South Africa). It is a pity that the invitation to Utrecht came in this most hectic and exhausting year of the birthday when, in a sense, one is reluctantly obliged to look back and reflect on the long road, but is also trying to bring one last gift to the country of one’s birth. I always knew that the year would be disruptive but perhaps underestimated the extent to which one will not be free enough to “write poetry as if for the first time”, or to paint poetry for that matter. I’m chafing ever more under the impression that this most useless of disciplines, and finally the unutterable - poetry - should have become just another consumer excuse. A fugacious ‘performance’. (I’m NOT suggesting that this is what the Nacht van de Poëzie is or has become!) I do think it is something new, this form of ‘communicating’, the “wham bam thank you ma’am” moments of arousal as lasting as a smartphone message. The younger and newer variation of human species will work out ways of accessing what is truly important, but I’m convinced us older models of humanity do not really fit these times of transition. Let us meet at some other time and relax and perhaps not even speak of poetry. Who knows, perhaps in Marseille? So - life only starts now. I wish you and your staff all the best for a fine night of poetry. You won’t miss me. Be well - and see you soon! A warm embrace

Breyten”

Uiteraard misten we hem wél, al hoorden we zijn gedichten ook bij die editie alsnog in de voordracht van Adriaan van Dis. In de jaren daarna brak Covid uit, waarin reizen praktisch onmogelijk was en de wereld er in Breytenbachs ogen ongetwijfeld ook niet minder 'wham bam thank you ma’am' op werd. Een nieuw optreden op De Nacht is er jammer genoeg niet meer van gekomen. We zullen het moeten doen met dat ene optreden in 1996 en uiteraard het rijke en gevarieerde oeuvre dat Breytenbach nalaat. Of om Sartorius te parafraseren: met de herinnering die overblijft na het vergeten.