Waar is dit boek voor jou begonnen en hoe was dit schrijfproces?
Het was voor mij vanzelfsprekend dat mijn eerste boek een verhalenbundel zou worden. Ik ben gek op verhalenbundels, ik heb zelfs lange tijd niks anders gelezen. Dat zal deels door mijn vader komen, die veel van Raymond Carver en Kevin Canty op de plank had staan en zei dat dat het allerbeste is wat er bestaat, wat ik meteen voor waarheid aannam. Mijn bundel Het gore lef is heel organisch ontstaan, vanuit de verhalen die ik al een hele tijd geleden had geschreven, en de verhalen die er later bij zijn gekomen. Ik heb best lang over het schrijven gedaan, al denk ik dat als je alle tijd die ik daadwerkelijk aan het schrijven heb besteed bij elkaar optelt, het meevalt. Dan had ik het in een veel kortere, geconcentreerde periode kunnen stoppen.
Het schrijven was een heleboel in- en uitzoomen. Vanaf het moment dat ik een paar verhalen had, ben ik gaan kijken naar wat het hele universum van dit boek zou moeten zijn. Welke lijntjes er nog open lagen, welke thema’s ik nog wilde aansnijden, en welke personages er nog meer in mijn hoofd leefden. Die heb ik allemaal een plek kunnen geven in hun eigen verhaal. Al vrij snel kwam daarin het liegen naar voren; veel van mijn personages verdraaien of gaan creatief om met de waarheid. Dit werd voor mij de kern van de wereld van deze verhalen, die daardoor goed in elkaar klikten.
Je hebt je bundel dus thematisch uitgebreid. Als je de verhalen opnieuw leest, of in een andere volgorde, levert dat een heel andere leeservaring op en worden andere verbanden zichtbaar gemaakt. Neem bijvoorbeeld het tweede verhaal, ‘De mijne’, dat doet denken aan het verhaal van de dermatoloog in ‘Madrid’.
De verhalen zijn niet alleen verbonden door de grote thematiek (het liegen of verzwijgen), maar hangen ook door heel kleine dingen aan elkaar. Neem David Hockney, die vaker voorbijkomt, net als andere bepaalde symbolen die in elk verhaal terugkomen. Ik vond het bijvoorbeeld heel fijn als er iemand regelmatig een jas zou kwijtraken in een verhaal. Daarnaast gaan de verhalen veel over de huid van mensen, en op die manier over wat er aan de oppervlakte ligt. Maar de verhalen gaan ook letterlijk over huid: over huidkanker, moedervlekken, over make-up. Het is vrij subtiel; ik weet niet of mensen dat bij de eerste lezing al opvalt, en ik verwacht niet dat mensen het meteen nog een keer gaan lezen. Maar voor mezelf vond ik het heel prettig om op die manier wat subtiele elementen aan elkaar te knopen, waar ik blijkbaar over moet schrijven. Die symbolen ben ik blijven stapelen, om op die manier iets te maken wat wel een verhalenbundel is maar waarvan ik ook hoop dat het op een bepaalde manier een coherent geheel is, zijn eigen wereld. Mijn wereld.
Is er een verhaal uit de bundel dat dient als sleutelverhaal, als de pilaar voor de andere verhalen?
De verhalen ‘De mijne’ en ‘Ontspan je’ waren er al best lang. Maar ik zou niet willen zeggen dat die daarmee voor mij de kern van het boek zijn. De verhalen zijn allemaal een soort planeten in mijn hoofd, met ieder hun eigen positie. Op een bepaalde manier trekken ze elkaar allemaal aan en draaien ze om elkaar heen, maar het is niet alsof het verhaal over de massage de zon is, en de rest daaromheen beweegt.
In het verhaal ‘Russisch’ bedenkt de hoofdpersoon allerlei namen en verhalen bij de mensen om haar heen, die ze bijna echt gaat geloven. Wat voor soort personages bewonen jouw verhalen en wat drijft ze?
Er zijn momenten waarop het leven voelt alsof het al helemaal voor je uitgestippeld ligt en er niets meer aan te herschrijven valt. Zo zijn er in mijn omgeving mensen die hun hele leven werden geplaagd door de angst voor een bepaalde ziekte, om er uiteindelijk ook echt aan te overlijden. Door je fantasie te gebruiken – en liegen schaar ik in dit geval onder fantaseren – zet je het narratief voor even weer naar je eigen hand. Dat is wat de personages in mijn verhalen doen. Ze fantaseren allemaal over hoe het leven eigenlijk zou moeten gaan, ook al staat dat meestal in groot contrast met wat er daadwerkelijk gebeurt. Je zou in eerste instantie kunnen denken dat de personages wat afwachtend in het leven staan, alsof de dingen ze gewoonweg overkomen. Maar op het moment dat het erop aankomt maken ze gekke sprongen. De verhalen gaan ook over het beeld dat andere mensen van je hebben, en hoe dat wel of niet samenvalt met wie je zelf denkt dat je bent. De personages vullen de afstand die daartussen zit op met hun eigen fantasie, met verhalen over henzelf, met leugentjes om bestwil.
Je hebt gestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie, en bent daarna scenario’s gaan schrijven. Is dit van invloed geweest op hoe je nu schrijft?
Op de Rietveld studeerde ik aan een afdeling die zich richt op het snijvlak tussen beeldende kunst en taal, en ik heb daardoor altijd veel aandacht gehad voor het visuele, juist in mijn schrijven. Nu werk ik er zelf en ben ik eigenlijk de hele tijd omringd door mensen die beeldende vertalingen maken van hun ideeën en gedachten. Voor het schrijven van scenario’s ben ik niet opgeleid, maar dat heeft me toentertijd niet tegengehouden. Het dwong me om op een andere manier naar dialoog te kijken, en naar het perspectief van waaruit ik een verhaal vertel. Inmiddels ben ik al lang niet meer zo bezig met film, maar het kan me wel helpen om te doen alsof ik een scenarioschrijver ben. De vorm van een scenario vind ik op een of andere manier een stuk minder intimiderend – je mag, een beetje lullig gezegd, echt heel vaak op enter drukken als je een scenario schrijft, wat ik erg bevredigend vind, en dan rolt zo’n stuk tekst er een stuk makkelijker uit. Ik doe alsof het een film wordt, dan wordt het daarna gewoon een boek.
Heb je een idee over wat je hierna gaat schrijven?
Ik kan niet zoveel zeggen over wat eraan komt. Het wordt in elk geval iets waarin iemand een jas kwijtraakt. Of tenminste, dat zou kunnen. Wat ik wel weet is dat ik met dit boek iets heb aangestoken in mezelf. Bij het het afronden van Het gore lef heb ik een bepaalde vaart gemaakt die ik hiervoor misschien miste. Ik kan heel lang filosoferen over waarom ik er zo lang over gedaan heb, maar ik weet het niet zo goed. Ja, vrij letterlijk, het leven en de dood kwamen er even tussen, en geld verdienen. Je kent toch wel van die schrijvers die altijd hun hele kamer netjes moeten hebben, waarbij alles op hun plek moet liggen voordat ze ergens aan beginnen? Ik heb dat ook, maar dan met de rest van mijn leven. Ik heb lang naar een ritme en structuur moeten zoeken waarin ik schrijven kon combineren met andere verplichtingen en verantwoordelijkheden, voordat ik echt vaart ben gaan maken met schrijven. Ik denk dat ik dat nu wel gevonden heb – dat weet ik eigenlijk wel zeker. Ik kan nu zien dat het schrijven het waard is om voorrang aan te geven.