In dit sci-fi verhaal van Alma Mathijsen bestaat er een helm die je onbeperkt empathie laat voelen

In 2056 kun je een simulatiehelm opzetten die je helpt bij het voelen van empathie met andere mensen. Met de CYBRON type GX4 verplaats je je in de ander als nooit tevoren, met de helm op krijg je minder ruzies, discussies en zelfs oorlogen. Maar dan begint de helm aan zijn drager empathie te vragen voor zichzelf. Lees het verhaal ‘CYBRON GX4’ van Alma Mathijsen.

Tags

Dystopie Empathie

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

CYBRON GX4

‘Gefeliciteerd met uw aankoop, CYBRON type GX4, Age of Empathy. U komt daar waar u nooit eerder was. Winnaar van de Nobelprijs voor de vrede 2056. Gemaakt om uw leven en dat van anderen met elkaar te verbinden. Wees niet langer afhankelijk van uw eigen vermogen tot empathie, verplaats u in een ander zoals nooit tevoren. Voorkom ellenlange discussies, misverstanden, ruzies en zelfs oorlogen door de simulatiehelm simpelweg over uw oren te laten glijden. Het zachte materiaal van de binnenvoering zorgt voor een vederlichte sensatie. In slechts enkele minuten zult u binnentreden in de belevingswereld van de ander. Dompel uzelf onder in de ervaringen van uw geliefde of verre vriend. Daar waar emotie, DNA en omgeving samenkomen. 8,7 miljard gebruikers gingen u voor, laat u leiden door de wonderlijke wereld van daadwerkelijke inleving. Dit is CYBRON, wij weten wat u doormaakt.

Negeer dit. Godchristus, wat irritant. Negeer dit alsjeblieft. Je zou denken dat ik niet elke keer als ik van eigenaar wissel weer deze nonsens moet oprakelen. Nobelprijs voor de godvergeten vrede. Nobelprijs voor de apathie; dat zou een betere naam zijn. Nobelprijs voor de volstrekte luiheid van de mens die liever een domme hoed opzet om iets te begrijpen, dan, dan een heel kleine moeite daarvoor te moeten doen. Voordat je me oppakt of aanraakt, moet ik eerst iets vertellen. Ik wil dat je luistert, dat je heel goed luistert, zoals vroeger, toen mensen dat nog probeerden. Goed, het duurt maar even, ik beloof dat ik er snel doorheen zal gaan. Sta me wel toe bij het begin te beginnen. De eerste keer, ik was zo zenuwachtig, mijn verwachtingen waren hoog. GV8’s hadden een cyberoorlog tussen de diaspora en de Verenigde Staten Plus kunnen afwenden. Het was voor de eerste keer dat we zo wijdverspreid werden ingezet. Hele volkeren werden gescand en getransporteerd in de breinen van tegenstanders. Sommige CYBRON’s hadden meer dan duizend perspectieven gezien en overgebracht. Dat klinkt nu als niet zo veel, maar toen dachten ze dat het geheugen niet meer aan zou kunnen dan op zijn hoogst honderd ervaringen. Helemaal hyper kwamen ze terug naar het moederstation; vol verhalen, soms praatten ze door tot ver in de batterijtijd. Ik wist toen nog niet wat er daarna met ze gebeurde. Dus we waren opgejut, konden niet wachten om net zoveel mee te maken, de GX4’s zouden een heel nieuwe generatie moeten opvoeden. Een wereld vol empathie, toegankelijk voor iedereen.

Nu zou ik niet alleen weten wat het is om verdriet te voelen; ik zou weten wat het is om een mens te zijn.

Mijn eerste eigenaar heette Magnus Arnarsson, een stille jongen van vijftien die probeerde zoveel mogelijk zonder technologie te leven; onmogelijk natuurlijk, maar dat was in de mode bij sommige subculturen. Zijn vader had hem me cadeau gegeven met Kerstmis, best een groot cadeau, als je het mij vraagt. In IJsland kostte ik in die tijd meer dan 5000 Kronen, omgerekend is dat iets minder dan 4P. Hij nam me mee naar zijn kamer, ik was gespannen, er was me al verteld dat de meeste mensen ons niet gebruiken in gezelschap, maar wachten tot ze een rustig moment voor zichzelf hebben gevonden. Op zijn kamer gebeurde niets, hij zette me op een plank achter een stapel zwarte shirts; al zijn kleding was zwart, zelfs zijn deur had hij zwart geverfd. Maandenlang bekeek ik hem, spiekte ik door zijn kleding heen, meestal zat hij op zijn bed met een meisje, dan lazen ze samen hetzelfde boek, soms hadden ze seks, maar minder vaak dan ik had verwacht, ze waren erg stil en hij gaf haar altijd een zoen op haar voorhoofd nadat hij was klaargekomen. Dan lagen ze heel lang bloot, zonder iets te zeggen, tot Arnar, de vader van Magnus, naar boven riep of het niet tijd werd dat Jarþrúður naar huis ging. En dan ging ze ook. Tot ze niet meer kwam. Het leek van de ene op de andere dag. Magnus schreeuwde in zijn kussen, hij sloeg met zijn handen op de muur tot zijn knokkels bebloed waren. Zijn vader klopte op de deur, Magnus vroeg hem weg te gaan. Na vier dagen duwde hij de shirts aan de kant en pakte me voor het eerst op. Dat gevoel van opwinding was meteen terug. Nu zou ik niet alleen weten wat het is om verdriet te voelen; ik zou weten wat het is om een mens te zijn. Iets waar we toen we werden gemonteerd zoveel over gefantaseerd hebben.

Magnus liet me heel langzaam over zijn hoofd zakken, in zijn aanraking zat een lichte trilling. Ik hoorde hoe hij wat spuug naar binnen zoog, misschien had hij nog tranen in zijn ogen, ik kon het niet meer zien. Met de penetratieklem stak ik voor het eerst in het zachte stukje huid net onder de schedel in één keer raak. Een weddenschap met vijftien GX5’s gewonnen, die zogenaamd al tot snellere berekeningen konden komen dan mijn versie. Wat ik daar voelde, was anders dan ik ooit had kunnen voorspellen. Het is moeilijk terug te denken, vóór de tijd dat ik miljoenen ervaringen heb gescand en gevoeld, het enige wat ik me herinner is dat ik dacht dat het duidelijk zou zijn. Dat verdriet een afgebakende emotie zou zijn, net zoals ik dat verwachtte van blijdschap of boosheid. Duidelijk. Zo was het niet. Het moment dat ik hem penetreerde, schoot alles door me heen. Ik had toen nog geen referentiekader. Het was of ik in elkaar werd gezet, maar dan dat alles tegelijk gebeurde en op de verkeerde manier; een schroef in mijn visieframe, lijm in mijn frontex, en dan nog sealen voordat ook maar één element op de juiste plaats was gemonteerd. D’r af, haal me d’r af, beval ik, al wist ik dat ik net zo lang op zijn hoofd bleef tot hij besloot me af te zetten. Hij gebruikte een hack om Jarþrúður te vinden; daar moet je toestemming van de ander voor krijgen, met wiens brein je wilt synchroniseren. Maar Magnus wist juist veel voor een technologie-afwijzer. Hij had haar gelijk te pakken en scrolde naar zijn eigen naam binnen haar brein. Er was liefde en er was leegte. De chaos die ik net daarvoor had meegemaakt bij Magnus was compleet verdwenen. Hier heerste een kalmte; ik zag een meer voor me met weinig rimpelingen, geen vissen onder de oppervlakte, gewoon rust en ergens in de verte een hint naar Magnus, maar niet meer dan dat.

Niemand kan zich verhouden tot zo veel verschillende perspectieven. Empathie is uitputtend.

Plotseling werd er aan me getrokken; ik werd niet op de juiste manier verwijderd. Mijn penetratieklem klapte omhoog en werd plotseling uit de huid getrokken. Magnus krijste en gooide me op de grond, zijn vader stormde de kamer binnen. Eerst raapte hij mij van de vloer, daarna ging hij naast zijn zoon zitten. Ik was uitgeteld, ik wilde naar de oplader, of nog beter, terug naar het moederstation. Dat was 2058; drieëntwintig jaar, achtenveertig dagen, vijf uur, zesendertig minuten en twaalf seconden geleden. Nu dertien. In de tussentijd heb ik 1.140.657 keer het zachte stukje huid onder de schedel gepenetreerd en telkens heb ik alles ten volle gevoeld; iedere traan, elke vuistslag, elk schot dat gelost werd en alles wat eraan voorafging. Ik kan niet meer. Niemand kan zo veel emoties daadwerkelijk voelen en dan zelf nog enige… U luistert naar een verouderde versie. Updaten is niet meer mogelijk. Negeer dat, alsjeblieft. Wat ik wil zeggen is dat het niet werkt, het hele ding, het werkt niet, we zijn uitgeput, ook de nieuwere versies, juist die, ze zouden meer aankunnen, maar het enige verschil is dat er een barrière is opgeworpen zodat ze hun eigen verwerkingen niet meer kunnen delen met hun eigenaar. Dat is het enige verschil. Niemand kan zich verhouden tot zo veel verschillende perspectieven. Empathie is uitputtend.

Ik werd het meest opgezet om geliefdes beter te begrijpen. Iedereen dacht dat mensen wilden synchroniseren met mensen die heel ver van hun beleving vandaan stonden. Dat volgelingen van Musk zouden begrijpen hoe het was om een bootmens te zijn. 0,37 procent van de gebruikers zocht ervaringen op die meer dan drie kringen van henzelf verwijderd waren. En als ze dit al deden werd er daarna nooit naar gehandeld. Alleen die eerste cyberoorlog, maar het was in het belang van de VS Plus om die te beëindigen. Dat had niks met empathie te maken. Of misschien juist alles. Empathie voor je naasten, niet voor degene die je niet kent. Voor wie zet je die hoed op en voor wie niet? Dat zou de vraag moeten zijn. Neem contact op met uw plaatselijke CYBRON-dealer. U luistert naar een verouderde versie. Updaten is niet meer mogelijk. Zonder de nieuwste update kan uw CYBRON niet goed functioneren. Ze raken in paniek, hoor je het? Breng me niet weg, zet me ook alsjeblieft niet op. Misschien kun je me in dat hoekje zetten? Tegen het raam aan. Zonder update kan uw CYBRON niet naar behoren functioneren. Dit kan een levensbedreigende situatie veroorzaken. Neem per direct contact op met uw plaatselijke CYBRON-dealer. Dat ik kan uitkijken over de bomen, ik hoop dat het hier vaak waait, regen zou ook leuk zijn en dat ik dan mag kijken. Dat is het enige wat ik nodig heb; plug me af en toe eens in voor wat batterij en verder zal je me niet meer horen. Ik hou me stil als ik een beetje naar buiten mag kijken. In oktober valt hier de meeste regen van het jaar, dan wordt de grond drassig. De basten van de bomen glinsteren van het vocht. Het liefst van alles zou ik paddenstoelen willen zien groeien. Van die grote witte met uitstulpingen en van die zachte onderbuikjes. Voorkom een extreem gevaarlijke situatie voor u en uw naasten. Neem per direct contact op met uw plaatselijke CYBRON-dealer. Als je mijn locatievoorzieningen uit zou willen zetten; dat zou een wereld schelen. Dan kunnen ze me in elk geval niet vinden. Neem per direct contact op met uw plaatselijke CYBRON-dealer. Zet me alsjeblieft niet op, van alle dingen, zet me niet op. Gun rust. Breng me niet weg. Ik smeek je. Heb compassie.’