Hoe behoud je de sfeer van de brontekst?

Met de Filter Vertaalprijzen stellen we jaarlijks de literaire vertaler centraal. Er komen elk jaar zoveel ijzersterke, bijzondere en creatieve boeken in vertaling uit die zonder de vertaler niet toegankelijk zouden zijn voor de Nederlandse lezer. Op 30 september maken we eindelijk de winnaars bekend, maar tot het zo ver is stellen we elke week een van de genomineerden aan je voor aan de hand van korte interviews met de vertalers. Ook dit jaar is het een kleurrijk en divers palet, prachtvertalingen van prachtboeken, voor jong en oud – en in alle gevallen buitengewoon sprankelend, soms zelfs buitelend vertaald. Vandaag praten we met Sophie Kuiper, die dit jaar Het hart van een giraf is ongelooflijk groot van Sofia en Amanda Chanfreau vertaalde naar het Nederlands.

Tags

Nominatie filter vertaalprijs Interview Vertalen

Word ILFU Member en kijk al onze programma's online terug

Nu de eerste maand gratis

Sophie Kuiper voor Het hart van een giraf is ongelooflijk groot van Sofia en Amanda Chanfreau (Lannoo)

Vega woont met haar vader op Giraffeneiland. Denkbeeldige dieren en opa Hektor houden haar gezelschap. Van haar moeder herinnert ze zich niets. Wanneer Vega's vader een ijskoningin als vriendin krijgt, gaat Vega samen met haar beste vriend Nelson op zoek naar haar moeder. Hun tocht leidt hen naar een heel bijzonder circus...

Het hart van een giraf is ongelooflijk groot werd dit jaar al bekroond met een Zilveren Penseel voor de prachtige illustraties van Amanda Chanfreau. Sophie Kuiper vertaalde het werk naar het Nederlands.

Nergens hapert of hobbelt de vertaling, en het ongewone klinkt zo vanzelfsprekend dat je geen moment twijfelt aan Vega’s rijke fantasie.

Juryrapport Filter Vertaalprijs

De jury noemt onder andere de grote variatie aan bijvoeglijk naamwoorden in deze tekst. Wat was de grootste uitdaging van dit project?

Het was een hele uitdaging om een balans te vinden tussen bloemrijke taal en begrijpelijkheid. Het verhaal heeft allerlei plotwendingen en personages, en dan ook nog een rijk taalgebruik en bovendien al die fantasiedieren. Ik wilde de tekst niet versimpelen, maar jonge lezers ook niet afschrikken. Wat die bijvoeglijke naamwoorden en niet-bestaande dierennamen betrof, koos ik daarom vaak voor woorden waarvan ik dacht dat ze op een intuïtieve manier begrijpelijk waren. Woorden die, vond ik, alleen qua klank al grappig, schattig of wat dan ook waren. Je moest het vooral voor je kunnen zien, ook zonder precies te begrijpen wat het betekent. Het moest daarbij ook weer niet té koddig of kinderachtig worden.

Het Fins-Zweeds klinkt iets formeler en soms ook ouderwetser dan het Zweeds uit Zweden. Juist bij dit boek vond ik dat laatste aspect wel passend, omdat het verhaal zich niet overduidelijk in het heden afspeelt. Het leest als een klassiek kinderboek, maar zonder gedateerd aan te doen. Ik heb geprobeerd om de zinsbouw in zo soepel en natuurlijk mogelijk Nederlands te vertalen, maar door de woordkeuze de sfeer van de brontekst te behouden.  

Je vertaalt veel verschillende soorten boeken/teksten (niet alleen jeugdliteratuur). Wat voor boeken vertaal je zelf het allerliefst?

Ik hou toch vooral van de afwisseling. Als je uit een relatief kleine taal vertaalt, is het aanbod aan te vertalen boeken nu eenmaal kleiner en vertaal je meestal gewoon wat er op je pad komt. Het is heel fijn om na bijvoorbeeld een historische roman weer in een thriller of kinderboek te duiken – waarmee ik niet wil zeggen dat jeugdliteratuur per definitie makkelijker is. Elk genre heeft zijn eigen uitdagingen. Het leuke aan die afwisseling is ook dat je boeken leest die je misschien zelf niet zou hebben uitgekozen: zo leer je telkens iets nieuws en moet je je steeds weer in werelden verplaatsen die heel anders zijn dan de jouwe.

Dit boek zit vol met prachtige illustraties van Amanda Chanifreau. Heb je bij dit project ook de beelden gebruikt om de sfeer van het origineel over te brengen of ligt je focus echt op de brontekst?

Zeker! Eerst probeerde ik de dierennamen haast letterlijk te vertalen, waarbij ik de woorden waaruit ze zijn samengesteld soms moest opzoeken in oude woordenboeken. Dat leverde stroeve vertalingen op. Toen ik Sofia Chanfreau vroeg hoe ze op die namen was gekomen, zei ze dat die vooral op gevoel waren gekozen. Ze gaf het advies om goed naar Amanda’s illustraties te kijken en erop los te associëren. Die vrijheid werkte een stuk beter.

De illustraties schetsen ook een wereld die iets tijdloos heeft, of die in ieder geval niet de hypertechnologische wereld van nu is. Om de tekst daar goed op te laten aansluiten, wilde ik dus geen al te hippe woorden of duidelijk eigentijdse formuleringen gebruiken. 

Jan Sietsma voor De verwarring van een jonge Törless van Robert Musil (Koppernik)

De verwarring van een jonge Törless, Robert Musils eerste roman uit 1906, beschrijft het machtsmisbruik, het snobisme en de genadeloze homo-erotische wreedheid op een kostschool. Amper tweeëntwintig was Musil toen hij aan zijn Törless begon, een revolutionaire roman die tot op de dag van vandaag niets aan werking heeft ingeboet. Frank Diamand vertaalde het boek in 1968 al eens als De ervaringen van de jonge Törless – het verscheen met een voorwoord van Kees Fens, die de ‘grote kracht’ van de roman prees. De vertaling van Jan Sietsma – bij Koppernik verschenen als De verwarring van een jonge Törless – is wezenlijk anders.

Frank Diamand vertaalde het boek in 1968 al eens als De ervaringen van de jonge Törless – het verscheen met een voorwoord van Kees Fens, die de ‘grote kracht’ van de roman prees. De vertaling van Jan Sietsma – bij Koppernik verschenen als De verwarring van een jonge Törless – is wezenlijk anders.

Een meesterlijke en verfijnde vertaling van een – vertaaltechnisch – hondsmoeilijke tekst die de hedendaagse lezer nog steeds krachtig bij de keel grijpt.

Juryrapport Filter vertaalprijs

Hoe is het om een boek te vertalen dat al eens eerder in vertaling is verschenen? In hoeverre heb je de vertaling uit 1968 gebruikt?

Dat was voor mij niet ongewoon. Ik heb eerder hertalingen gemaakt van werk van Walter Benjamin, Heinrich Heine en Ludwig Wittgenstein. Als de mogelijkheid bestaat, raadpleeg ik tevens Engelse en Franse vertalingen. De angst voor beïnvloeding ken ik niet. Aan het geloof in mijn eigen kunnen wil het somtijds schorten, maar wanneer ik er niet van overtuigd ben dat ik niet minstens een even goede vertaling als mijn voorganger(s) kan maken, zal ik niet aan een hertaling beginnen.

In het geval van de bestaande Nederlandse vertaling van Frank Diamand, die de tekst overigens in 2005 uitvoerig heeft herzien voor een nieuwe editie, meende ik vooral in mijn benadering van de dialogen meer de toon van Musil te kunnen benaderen. Musil schrijft namelijk in een brief dat de personages in zijn roman praatten ‘als in boeken’, en, naar hij al dan niet met valse bescheidenheid vreesde, ‘als in slecht geschreven boeken’. Naar die toon, een heel gedragen toon die helemaal niet past bij de leeftijd van de personages, ben ik telkens op zoek geweest.

De jury benadrukt de complexiteit en het experimentele van de teksten van Musil. Wat was voor jou de grootste uitdaging van deze vertaling?

In de Törless wordt de gebrekkigheid van ons verbale instrumentarium paradoxalerwijs in heel rijke en ongewone bewoordingen voor het voetlicht gebracht. Het was daarom zaak mij niet te laten leiden door onze gangbare manier van kijken, denken en uitdrukken. Musils vergelijkingen zijn nergens aan te toetsen, omdat hij of beter gezegd zijn hoofdpersonage woorden tracht te vinden voor een andere manier van ervaren.

Dat ervaren zelf is overigens ook ambigu. Wordt er gevoeld, gedacht, gezien? Is iets een neiging, een hang, een aandrift, een behoefte, een verlangen, een indruk, een voorstelling, een idee? Dat leidt tot heel tastende beeldspraak, al is Törless tegen het einde van de roman minder diffuus, en dat lijkt zelfs in de zinsbouw tot uitdrukking te komen. 

Maar ook de feitelijke beschrijvingen zijn bedrieglijk. Ik geloof niet dat de bovenverdieping van het instituut, waar een belangrijk deel van de roman zich afspeelt, te tekenen is zonder iets als een M.C. Escher te krijgen. 

Zijn er ‘ingrepen’ die je hebt gedaan om de tekst eigentijdser te maken voor de lezer van 2025?

Neen. Weinig veroudert zo snel als het eigentijdse. Beroepshalve geloof ik bovendien in de intelligentie van de lezer. 

Bette Westera voor Beloofd is beloofd, kleine panda's van Rachel Bright met illustraties van Jim Field (Gottmer)

Vorig jaar prijkte Bette Westera al op de shortlist voor de Filter Vertaalprijs voor kinder- en jeugdboeken met een van de delen uit de Ukkie-reeks; dit jaar heeft zij wederom bewezen de kunst van het prentenboekvertalen op rijm als geen ander te verstaan met de vertaling van Beloofd is beloofd, kleine panda's.

Beloofd is beloofd, kleine panda's is een sprankelend nieuw prentenboek van de getalenteerde makers van 'De leeuw in de muis' en 'De walvis wilde meer', Rachel Bright en Jim Field. Dit hartverwarmende verhaal brengt een subtiele boodschap over loslaten, die lezers van alle leeftijden zal ontroeren. Het verhaal neemt je mee naar een mistige bergtop, waar de twee pandazusjes, Len en Jik, samen met hun moeder leven. De zusjes beloven mama dat ze altijd bij elkaar blijven en niet ver van huis gaan. Terwijl Len geniet van het comfort van haar boomnest, droomt de nieuwsgierige Jik ervan om de wijde wereld te verkennen. Als Jik stiekem de berg afdaalt om het avontuur na te jagen, staat Len voor een moeilijke keuze: houdt ze zich aan haar belofte of zorgt ze ervoor dat haar zus weer veilig thuiskomt?

Met minder woorden maar ook grote vindingrijkheid raakt Westera de juiste ontroerende snaar, waardoor Beloofd is beloofd keer op keer een voorleesfeest is.

Juryrapport Filter Vertaalprijs

Deze vertaling is op veel plekken compacter dan het origineel. Hoe kies je als vertaler wat er wel en niet uit kan, zonder dat er teveel verloren gaat?

Wat voor mij voorop staat bij het vertalen van een rijmend prentenboek is de (voor)leesbaarheid. Het verhaal moet lekker bekken en zo goed lopen dat je als voorlezer niet hoeft te zoeken naar het juiste voorleesritme. Ik wijk soms af van het origineel omwille van de leesbaarheid in het Nederlands. Mijn motto: Vertaal zo letterlijk als mogelijk en zo vrij als nodig is. Rijmende prentenboeken kun je niet naar de letter vertalen, daarvoor is de vorm te belangrijk. Beloofd is beloofd, kleine panda’s heb ik daarom geprobeerd te vertalen naar de geest van de oorspronkelijke makers, met respect voor vorm en inhoud, en met de nederlandse (voor)lezer in het achterhoofd. 

Wat hier ook meespeelt is dat de boodschap van het verhaal in de Engelse tekst wat explicieter is dan we in Nederland gewend zijn en/of wenselijk vinden. In mijn vertaling klinkt die boodschap nog steeds, maar wat minder nadrukkelijk en eenduidig dan in de Engelstalige versie.

Vertalen kan – net als schrijven – een eenzaam proces zijn. Laat je je werk ook graag lezen door anderen tijdens het vertalen?

Ik heb geen meelezers, maar ik lees al doende heel vaak strofes hardop aan mezelf voor om te horen hoe ze klinken en om te voelen of ze fijn voorlezen. Als ik klaar ben met de eerste versie laat ik de vertaling ook altijd nog een paar keer hardop door de computer aan mezelf voorlezen. Als er dan nog iets niet lekker loopt hoor ik dat meteen, en dan puzzel ik nog even door.

Wat vond je zelf het leukste aan dit project?

Bij Beloofd is beloofd, kleine panda’s vond ik het de kunst om het verschil tussen de twee panda-zusjes goed uit de verf te laten komen, zonder karikaturen van ze te maken. Ontroerend aan dit verhaal is het dilemma van het gehoorzame beertje als haar avontuurlijke zusje verder de bergen in gaat dan mag van mamabeer. ‘Niet voorbij de dennenboom, en altijd bij elkaar blijven,’ zei mamabeer toen ze vertrokken. Maar een van de twee gaat toch voorbij de dennenboom. Moet ik mijn zusje nu wel of niet achterna gaan, vraagt het achtergebleven beertje zich af. Als ik het doe ben ik ongehoorzaam, maar als ik het niet doe ook, want dan zijn we niet bij elkaar gebleven. Dat dilemma op een mooie manier invoelbaar maken was een van de uitdagingen van deze vertaling. De moraal van het verhaal was ook fijn om mee te spelen. In mijn vertaling leren niet alleen de kleine beertjes iets van hun avontuur. De moederbeer beseft dat ze haar kinderen best wat vrijer kan laten, gezien hun gebleken gevoel van verantwoordelijkheid voor elkaar. 

Frank Lekens voor De Verlossers van William Gaddis (Kievenaar)

Carpenter’s Gothic, de originele Amerikaanse titel van De Verlossers, geeft meteen aan waar het in dit boek om gaat: het huis waar zich het verhaal afspeelt is een ‘klassiek staaltje Hudson River-timmermans-gotiek’, ‘ze tekenden alleen de buitenkant en propten de kamers er later wel in’. Het huis staat symbool voor illusie en bedrog: William Gaddis (1922-1998), die gold als een prominent postmodern romanschrijver, excelleerde in het oproepen van het soapdecor van schijnheiligheden en leugens waar hij zijn personages in verstrikt liet raken. Het boek werd afgelopen jaar vertaald door Frank Lekens.

De verlossers dat oorspronkelijk in 1985 verscheen vertelt het even komisch als wanhopige verhaal over het huwelijk van de roodharige Liz, telg van een rijke familie, en Paul, een Vietnamveteraan die van gouden bergen droomt.

De tomeloze vaart, het wervelende ritme, de levensechte dialogen, de poëtische sfeerbeelden en het grove taalgebruik zijn in de handen van vertaler Frank Lekens volledig tot hun recht gekomen: een ware tour de force, waarmee Lekens groot ontzag inboezemt.

Juryrapport Filter Vertaalprijs

De jury schreef het al: bepaalde constructies uit het Amerikaanse origineel zijn niet gebruikelijk in het Nederlands. Hoe ga jij te werk wanneer je op dit soort vertaalkwesties stuit? En wat was de grootste uitdaging van dit project?

De grootste uitdaging lag precies daarin: de vaak glibberige syntaxis en bewuste afwijkingen van de regels, vooral in de vertellerstekst. Ik wilde de vervreemding behouden die Gaddis lijkt te willen oproepen, maar dat druist in tegen een andere primaire drijfveer bij het vertalen: een tekst begrijpelijk en toegankelijk maken. Je wil geen poortwachter zijn die mensen buitenhoudt, maar juist een gids die zoveel mogelijk mensen binnenlaat en wegwijs maakt in de tekst, je wil de tekst ontsluiten. Dat is lastig als de tekst zelf zich juist (mede) ten doel stelt ontoegankelijk en weerbarstig te zijn. Mijn werkwijze is vrij chaotisch. Het is veel uitproberen. Eerst zo snel mogelijk een ruwe kladversie maken van het geheel, vaak met allerlei varianten per zin, en dan gaan herlezen, en uitproberen, en herlezen, herlezen, schrappen, wijzigen, herlezen en herlezen en herlezen.

Wat voor boeken vertaal jij zelf het allerliefst?

Misschien flauw om te zeggen: goede boeken. Maar het kan een crime zijn om te werken aan een boek dat je echt slecht vindt. Gelukkig is dat me zelden overkomen. 


Verder kan ik niet echt één enkele auteur of één soort boeken noemen, ik geloof dat ik een beetje een alleseter ben, of althans een veelvraat. Ik heb me met meer dan gemiddeld fanatisme gestort op vertalingen van William Gaddis, Henry James en Thomas Hardy, maar beleef evenveel plezier aan lichter werk als dat van Taffy Brodesser-Akner (vertaald met Petra van der Eerden). Ik houd van oudsher vooral van fictie, maar toen ik werd gevraagd voor het vertalen van schrijversbiografieën of historisch werk van Jill Lepore, bleek dat al net zo boeiend. 


En misschien is je echte lievelingsboek wel een boek dat je nog niet kent. Toen Rob Kuitenbrouwer en ik werden gevraagd voor de vertaling van Angle of Repose, had ik nog nooit iets van Wallace Stegner gelezen. Inmiddels vind ik dat er veel meer van hem moet worden vertaald. 

Maar dat geldt voor zoveel auteurs. In de eerste plaats natuurlijk voor William Gaddis en Henry James. Maar ook voor Henry Fielding, Laurence Sterne en Charlotte Lennox, voor Thomas Hardy, George Eliot en Charlotte Brontë, voor Henry Green, John McGahern en André Dubus, voor Mavis Gallant, Janet Malcolm en Sandra Newman. De lijst is eindeloos.

Hoe is het om een werk te vertalen van een auteur aan wie je geen vragen meer kan stellen? Waren er dingen die je Gaddis eigenlijk had willen voorleggen?

Ja en nee. Ik had wel willen weten wat hij zelf vond van de titel van de Duitse vertaling, die we in feite hebben overgenomen, omdat we zoiets als ‘Timmermansgotiek’ toch niet geschikt vonden. (Met ‘we’ bedoel ik mezelf en Ivo Kievenaar, de uitgever, die uitzonderlijk betrokken was bij deze vertaling: dat die er is gekomen, is voor 100% ook aan hem te danken.) Gaddis leefde nog toen de Duitse vertaling verscheen en heeft hem vermoedelijk dus geaccordeerd. Maar het zou interessant zijn om te weten wat hij ervan vond, en of hij tijdens het schrijven nog andere werktitels in zijn hoofd had.

En er komen opzettelijke foutjes in het boek voor, maar daar kunnen natuurlijk ook echte tikfouten of andere vergissingen van de auteur bij zitten. Enerzijds zou je daarnaar willen vragen, anderzijds is het soms ook handig als die mogelijkheid er niet is: als je het niet kunt vragen, hoef je ook geen rekening te houden met een antwoord dat je misschien slecht uitkomt. 

Lammie Post-Oostenbrink voor De trein van vier over twaalf van Conny Palmkvist

Als de 12-jarige Nicolaus op de rode knop drukt, komt de tijd stil te staan; precies twee minuten voordat zijn moeder overlijdt. Nicolaus krijgt de mogelijkheid om met een speciale trein door de tijd te reizen. Kan hij alles waar hij spijt van heeft terugdraaien? Kan hij zijn moeder waarschuwen en zo de toekomst veranderen? De trein van vier over twaalf werd prachtig vertaald door Lammie Post-Oostenbrink.

Nicolaus’ innerlijke strijd [...] vat Post-Oostenbrink in een taalgebruik dat prachtig invoelbaar maakt hoe gevangen de hoofdpersoon zit tussen kinderlijk verzet tegen de situatie en volwassen machteloosheid.

Juryrapport Filter Vertaalprijs

Anders dan veel vertalers beperk jij je niet tot een soort boek: naast kinderboeken vertaalde je ook fictie, non-fictie en zelfs poëzie. Hoe kies je de boeken die je wil vertalen? Zijn er voor jou criteria waar alle projecten aan moeten voldoen?

Ik zit in de luxe positie: redacteuren komen bij mij. Meestal eerst met de vraag of ik een boek wil beoordelen en als het boek dan wordt aangekocht krijg ik vaak de vraag of ik het ook wil vertalen. Dat zijn boeken die ik heb aanbevolen, dus als mijn schema het toelaat zeg ik ja. De belangrijkste criteria voor mij: zou ik dit boek ook lezen als ik het niet hoefde te vertalen en zou ik het aanbevelen aan anderen? In het begin van mijn carrière accepteerde ik wel eens een project omdat ik het werk nodig had (ook als ik het boek niet zo leuk vond), maar inmiddels heb ik alleen maar leuke vertalingen en moet ik zelfs projecten weigeren. Gelukkig zijn er genoeg collega’s bij wie zo’n boek dan kwijt kan. Collega blij, redacteur blij en ik ook.

Wat was de grootste (vertaal)uitdaging van dit project?

De grootste uitdaging was het overbrengen van de sfeer van het boek. Het verdriet van Nicolaus, maar ook zijn boosheid en schuldgevoel. Nicolaus was soms best nuchter, of zakelijk/afstandelijk en hij vertelt ook best laconiek over zo’n ellendige situatie. Zijn stem moest in het Nederlands net zo klinken als in het Zweeds. Dat was mijn voornaamste missie. 

Ben je graag in contact met de auteur of werk je liever alleen? (En hoe was dat voor dit boek?)

Ik neem altijd contact op met de auteur, want er zijn altijd dingen die ik toch éven moet navragen. Soms omdat ik bang ben dat ik iets niet goed heb begrepen (de dubbelcheck), andere keren omdat ik iets heb gevonden wat niet klopt. Dan vraag ik of ik dat mag veranderen. Dat is gelukkig nooit een probleem, sterker nog veel auteurs zeggen dat vertalers de beste lezers zijn, want wij zien álles (dat valt wel mee hoor!). Voor dit boek was dat niet anders: mijn vragen aan Conny waren voornamelijk dubbelcheck-kwesties. Conny heeft uitgebreid antwoord gegeven en ook geschreven dat ik gewoon dingen mocht aanpassen als de Nederlandse versie dan beter klopte. Een ontzettende blijk van vertrouwen waaraan ik veel steun heb gehad!

Foto: Atelier Mabel

Patrick Lateur voor Tragedies van Aischylos

De mens lijdt onder het lot, dat al dan niet het gevolg is van het eigen gedrag. Hybris, de menselijke hoogmoed, is daarbij een kernbegrip. In een Griekse tragedie komt de held of heldin tot inzicht. En als het goed is heeft dat een louterend effect, ook op de toeschouwer, want catharsis is een vorm van emotionele zuivering. Aischylos was de eerste tragedieschrijver in de Griekse oudheid. Hij was een toneelvernieuwer (meer acteurs, meer dialoog) en bood zijn toeschouwers en zijn personages ‘inzicht door lijden’ in zijn treurspelen. Met zijn werk hield en houdt hij ons een spiegel voor.

In de stukken van Aischylos komt veel samen. Het centrale thema bij hem is dat de mens de goddelijke wetten overtreedt en daarmee zichzelf en zijn nakomelingen belaadt met schuld. Juist daar vechten zijn helden tegen, ze aanvaarden hun noodlot niet zonder slag of stoot en dat levert spannende literatuur op, nog altijd.Dichter en classicus Patrick Lateur vertaalde talrijke werken uit de klassieke oudheid en boog zich nu over deze tijdloze tragedies.

Lateurs vertaling, prachtig uitgegeven, uitgebreid toegelicht en het resultaat van noeste arbeid en lange ervaring, heeft alles in zich om een nieuwe generatie lezers voor Aischylos te winnen.

Juryrapport Filter Vertaalprijs

De jury van de Filter Vertaalprijs roemt je om het behoud van het oorspronkelijke metrum uit de teksten van Aischylos. Wil je iets vertellen over jouw werkwijze en de vertaalbaarheid van dit metrum naar het Nederlands?

In mijn vertaalwerk van antieke Griekse literatuur staat het vormprobleem centraal: hoe zet ik de verschillende Griekse metra om in Nederlandse verzen? Voor Homeros’ Ilias en Odyssee koos ik de vijfvoetige jambe, omdat zijn hexameter in onze taal niet al te best werkt. De gevarieerde schema’s van Pindaros’ koorliederen kregen vorm in vrije verzen. Voor Aischylos’ tragedies, waarin dialogen en lyrische stukken alterneren, lag een combinatie van jambisch metrum en vrije verzen voor de hand. Onze manier van spreken ligt dicht bij het ritme van de jamben en precies die nauwe band vermijdt dat een lezer of acteur zich moet wringen in syntactische kronkels die het begrip en ook de esthetische ervaring bemoeilijken. Tegelijk probeer ik inhoudelijk erg dicht bij Aischylos zelf te blijven en weer te geven wat hij heeft willen zeggen. De balans vinden tussen inhoud en vorm blijft dé uitdaging, in het bijzonder bij het vertalen van een Griekse tragedie. Een vertaler balanceert.

Aischylos wordt ook wel de vader van de tragedie genoemd. Wat maakte Aisychlos zo bijzonder en wat kan de hedendaagse lezer leren uit zijn teksten?

Aischylos vertalen of lezen is teruggrijpen naar het moment waarop 2500 jaar geleden in een Grieks theater mensen voor het eerst een spel speelden, waarnaar toeschouwers keken als in een spiegel. Atheners zagen hoe destructief de politieke hoogmoed van Xerxes werkte, zij voelden mee met de Danaïden die op de vlucht waren en asiel vroegen én kregen in Argos, in Prometheus herkenden zij hun eigen drang naar geestelijke autonomie en bevrijding, en het verhaal van Orestes met zijn keten van moord en wraak opende hun de ogen voor de kracht van het Lot dat mensen beheerste. Wie Aischylos intens leest, beseft dat hybris van alle tijden is. Toch verliet een Athener opgelucht het theater, want hij had er een totaalspektakel van woord en zang, muziek en dans meegemaakt. Ons rest vandaag daarvan alleen het woord. En het is aan de vertaler (en regisseur en acteurs) om met de kracht van de taal die ervaring op te roepen. Een vertaler bouwt bruggen.

Wat was de grootste uitdaging tijdens dit project?

Vertalen is mezelf uitdagen, want ik werk uitsluitend met teksten die ik graag vertaal en waarin ik deels mezelf terugvind. Afgezien van Homeros (met wie ik als leraar vertrouwd was) was en is mijn vertaalwerk nooit een opdracht van een uitgever. Eigenlijk dringt de tekst zelf zich op. En dat is het begin niet zozeer van een project (ik hou niet van dat woord), maar van een proces tussen een aandachtig lezer en een antieke auteur, die ik helaas niet meer kan mailen of spreken. Voor Aischylos, een tijd- en geestesgenoot van Pindaros, is inleven in zijn denkwereld van essentieel belang. Wetenschappelijke commentaren helpen, maar geen bibliotheek vol, zoiets verstoort het creatieve proces. Uiteindelijk is er alleen de taal om die oude én actuele denkwereld over te brengen. Maar taal kan vervreemden, zeker als het gaat om auteurs uit de Oudheid. En dan blijft het een queeste naar het gepaste woord, het juiste register, de verrassende klank, het wisselende ritme, de plaatsing van woorden. Een vertaler is een zoeker.

Henrieke Herber voor De woordredders van Enrico Galiano (Luitingh Sijthoff)

De Italiaanse auteur Enrico Galiano kenden we in Nederland tot nu toe vooral van zijn wat dromerige young adult-romans, waarin zijn liefde voor taal en bijzondere woorden vaak een grote rol speelt.

Dromerig is De woordredders beslist niet te noemen, maar ook in dit boek, zijn eerste voor jongere lezers, spatten de taalvondsten van de pagina’s. Henrieke Herber, die ook het eerdere werk van Galiano vertaalde, ging de uitdaging aan en vond bij elk vergeten woord een passend Nederlands equivalent.

Wie een hondsmoeilijke klus met zo veel humor, souplesse en vindingrijkheid tot zo’n grappig en soepel lezend einde brengt, die heeft een geweldige vertaalprestatie geleverd.

Juryrapport Filter Vertaalprijs

Een boek over het redden van verdwenen woorden. Dit is, net als alle boeken van Enrico Galiano, een boek waarin taal een belangrijke rol speelt. Dat lijkt me ook een uitdaging voor de vertaler. Hoe ben je te werk gegaan met alle verdwenen woorden?

Samu, de ik-verteller in het boek, ontdekt dat er, zomaar opeens, woorden uit de taal verdwijnen. Zo bestond er ooit een woord voor het propje stof dat je soms in je navel vindt – Samu speelt er graag mee –, maar niemand herinnert zich meer om welk woord het ging. Samu weet het nog wel: hij is woordredder. 

Als vertaler kon ik natuurlijk niet zomaar een woord verzinnen: dat zou niet kloppen – het moest een Nederlands woord zijn dat echt heeft bestaan. Ik ben op zoek gegaan in oude woordenboeken. Daar kwam ik het vergeetwoord ‘fnaas’ tegen, dat ‘pluisje’ betekent. Dat paste precies!

Ook ‘kwarrig’ is een vergeetwoord dat ik heb gebruikt. Samu legt uit: ‘Ooit zei je “kwarrig koud” wanneer het zo hard vroor dat je huid er compleet schraal van werd. Kwarrig betekent schraal. Nu zeg je “bitterkoud” maar volgens mij slaat dat nergens op want bitter smaakt niet eens koud. En koud ook niet bitter.’

Wat was het leukste aan dit project?

Het leukste – en het lastigste – was dat ik een oplossing moest vinden voor alle taalgrapjes. Voor de naam van de oude dame in het verhaal, bijvoorbeeld. In het Italiaans heet ze Nonnasquì (nonna = oma en squì is de afkorting van squinternata – rommelig, eventueel ook van squilibrata – onevenwichtig). 

Dat is lastig te vertalen. Uiteindelijk bedacht ik ‘Messiebessie’. Die keus heeft consequenties, Samu en zijn vrienden weten aanvankelijk niet waar de bijnaam vandaan komt en maken een woordgrapje over de oorsprong. Zo'n woordgrapje moet de doelgroep aanspreken, dus bedacht ik iets met de voetballer Messi (de dame kan namelijk vreselijk hard rennen, in achtervolgingen).

Heb je tijdens het vertalen ook contact gehad met de auteur?

Ja, ik heb contact gehad met Galiano, hij is zeer benaderbaar. Ik heb hem mijn oplossingen voorgelegd. Hij houdt van woorden, ook van bijzondere woorden in andere talen. In zijn eerdere boek Eppure cadiamo felici, dat ik ook mocht vertalen en dat in het Nederlands De bijzondere woorden van Gioia heet, komen woorden voor uit allerlei talen van de wereld. Galiano’s lievelingswoord in het Nederlands is ‘oogstrelend’. Mijn lievelingswoord in het Italiaans is ‘primavera’ – ‘lente’. 

Foto: Sanne Terlouw


Annelies de hertogh & Els de Roon Hertoge voor Stalingrad van Vasili Grossman (Balans)

'Luchtaanvallen. Beschietingen. Een hels gedonder. Lezen is onmogelijk. […] Het enige wat je kunt lezen is Oorlog en vrede.’ Aldus meesterschrijver Vasili Grossman, met postuum gevoel voor actualiteit. Het leven van Vasili Grossman (1905-1964) ontvouwt zich langs bittere en tragische gebeurtenissen, waar hij zowel de menselijke als de onmenselijke kant van heeft opgetekend.

In Stalingrad beschrijft Grossman in meer dan 1000 pagina's de opmars naar De Slag om Stalingrad in 1942-1943, een werk dat door een chaotische editiegeschiedenis vele versies kent en zich niet makkelijk laat vertalen. Vertalersduo Annelies De hertogh en Els de Roon Hertoge deed uitvoerig research naar de geschiedenis van het boek en slaagde erin een eigen brontekst samen te stellen.

Met deze indrukwekkende vertaling voegen De hertogh en De Roon Hertoge andermaal een stuk roerige geschiedenis toe aan het lange verhaal van Stalingrad dat ook in de huidige tijd lijkt voort te duren.

Juryrapport Filter Vertaalprijs

Dit was een enorm vertaalproject met bijkomende uitdagingen. Kunnen jullie iets vertellen over jullie samenwerking/verdeling?

We werken sinds jaar en dag op dezelfde manier samen: we verdelen de tekst, meestal in tweeën, maar bij omvangrijke romans als Stalingrad in kleinere stukken, die we dan afwisselend vertalen. Als we allebei een paar hoofdstukken hebben vertaald, redigeren en becommentariëren we elkaars tekst. Omdat er in Stalingrad veel militaire termen voorkomen, legden we samen een terminologielijst aan, met naast elke term de Nederlandse vertaling en de bron. Toen onze vertaling af was, telde de terminologielijst maar liefst 29 bladzijden! Voor elk vakgebied hadden we ook een hulplijn, waaronder een expert in Russische militaire geschiedenis, een metallurg, een fysicus en een Russische native speaker. Voor de hoofdstukken die zich in een kolenmijn afspelen, namen we contact op met het Mijnmuseum in Heerlen. Els kreeg er een exclusieve rondleiding en een van de medewerkers las achteraf ook de mijnhoofdstukken voor ons na.

Op jullie website vinden we de uitgebreide research die jullie hebben gedaan voor Stalingrad: ‘Als je ergens over schrijft, wil je weten hoe het eruitziet, klinkt, voelt, liefst ook smaakt en ruikt.’ Waarom was deze research voor jullie zo belangrijk?

Als vertaler moet je je inleven in de personages, anders klinkt het niet oprecht wat je opschrijft. En het helpt als je dat met zoveel mogelijk zintuigen probeert te doen. Liedjes roepen bijvoorbeeld een bepaalde stemming op, en die stemming kan je leiden naar de juiste woordkeus. Daarnaast maken beelden een ingewikkeld concept vaak sneller en beter duidelijk dan de omschrijving zelf. En ook nieuwsgierigheid en onwetendheid spelen mee: als het personage Strum helemaal lyrisch wordt over de massaspectrometer, wil je ook weten hoe zo’n ding eruitziet. Op dezelfde manier moesten we bekend raken met realia als schaarkijkers, sperballonnen, teploesjka’s en ketelruimtes. Verder krijgen de geluiden veel aandacht in het boek. Je moet wel een beetje het onderscheid kennen tussen het gehuil van een Stuka en het geronk van een Junkers, anders wordt het voor de lezer allemaal één pot nat.

Jullie zijn afgeweken van de vraag van de uitgever om de vertaling te baseren op de Engelse editie en hebben eerst zelf een brontekst samengesteld op basis van alle bestaande versies. Hoe zijn jullie tot dit besluit gekomen?

De uitgever had inderdaad gevraagd of we de Engelse editie van Robert Chandler als leidraad konden nemen. Maar we gaan natuurlijk geen Grossman uit het Engels vertalen. Het was dus nodig om eerst de brontekst bij elkaar te puzzelen op basis van de Engelse vertaling, een zwaar gecensureerde Russische editie en een handvol typoscripten. Tot zover zijn we niet afgeweken van de vraag van de uitgever. Maar al snel bleek dat Chandler niet altijd aangaf wanneer hij een fragment uit een typoscript had gehaald. Daarbij vertaalde hij heel vrij, waardoor het moeilijk te zien was op welke versie hij zich baseerde. Ook waren er veel inconsequenties in de tekst. Chandler kon die gladstrijken door zijn manier van vertalen, maar wij wilden dichter bij Grossman blijven. We hebben daarom veel in de typoscripten gespeurd naar missing links en stuitten daarbij op levendige details of passages die we de lezer evenmin wilden onthouden.

Stallingrad verscheen in december 2024 bij uitgeverij Balans

Stalingrad is een essentiële roman over de Tweede Wereldoorlog en bovenal een onvergetelijke leeservaring. Niet alleen de oorlog staat centraal, maar ook het menselijk leven in zijn totaliteit: de roman wordt bevolkt door moeders en dochters, echtgenoten en broers, generaals, verpleegsters, politieke functionarissen, staalarbeiders en tractormeisjes en getuigt op liefdevolle wijze van de onverwoestbare kracht van de menselijke geest.

Aleid van Eekelen-Benders voor Het eiland aan de rand van de nacht van Lucy Strange (Gottmer)

'Het eiland aan de rand van de nacht' van Lucy Strange (o.a. bekend van 'Ons kasteel aan zee') onthult gestaag een sinister complot achter de ijskoude muren van een mysterieuze kostschool. Met elk opgelost stukje van de puzzel bouwt de spanning in dit mysterieuze jeugdboek zich verder op.

Faye wordt naar een afgelegen kostschool op een grimmig Schots eiland gestuurd. Daar ontdekt ze dat de leerlingen er opgesloten zitten omdat ze niet willen luisteren, of omdat ze iets afgrijselijks hebben gedaan - zoals Faye zelf. Alleen wát precies, weet ze niet meer. Ze begint een zoektocht naar haar vergeten herinnering en stuit op een web van bedrog dat alle kinderen in gevaar brengt. Faye is brutaal genoeg om de regels te breken en de geheimen van het eiland uit te pluizen, maar heeft ze ook de moed om haar eigen geheimen onder ogen te zien?

Het verhaal bevat een aantal klassieke vertaaluitdagingen die Van Eekelen-Benders met verve oplost, zoals de anagrammen die een sleutelrol spelen in het oplossen van het centrale raadsel op het eiland. Je vergeet als lezer niet alleen dat je niet écht op een magisch eiland bent, maar ook dat je een vertaling leest.

Juryrapport Filter Vertaalprijs

Je vertaalde al meer dan 120 boeken, waaronder ook eerdere boeken van Lucy Strange. Hoe ga je te werk bij een nieuw project? Doe je eerst vooronderzoek of duik je er direct in?

Het eerste wat ik doe is het boek lezen. Zo weet ik min of meer wat me te wachten staat: het verhaal, de sfeer, specifieke onderwerpen waarin ik me moet verdiepen, vertaalpuzzels. Dan begin ik te vertalen, maar ga tegelijkertijd aan de slag met die andere zaken. Ze zitten voortdurend in mijn achterhoofd en op momenten dat ik niet zit te vertalen ben ik daarmee bezig.

Ik weet inmiddels dat die eerste keer lezen lang niet alle aandachtspunten oplevert. Ook tijdens het vertalen duiken er altijd weer dingen op waar je als lezer overheen kijkt, maar als vertaler over struikelt. Dingen die de auteur in zijn verhaal heeft verwerkt zonder dat het meteen opvalt. Daarom doe ik de eerste ronde zo snel mogelijk. Hij levert een ruw geraamte op dat in volgende rondes, na meer denkwerk, opzoekwerk en gepuzzel, wordt verstevigd, bijgeschaafd en aangekleed.

De jury sprak al over de verschillende vertaaluitdagingen van dit boek. Welke uitdaging is jou het meest bijgebleven?

De meest concrete uitdaging, dat waren natuurlijk de naam-anagrammen. De meeste waren van mensen die een vrij grote rol spelen, en daar kon ik natuurlijk niets aan veranderen, ik moest het doen met de letters die ik had. In één geval betrof het de naam van iemand die maar één of twee keer werd genoemd, en kon ik het mezelf wat makkelijker maken door die iets te wijzigen.

Dit soort puzzels, net als bijvoorbeeld rijmpjes of bijnamen, kom je als vertaler geregeld tegen, zeker in kinderboeken. Dat maakt het niet eenvoudiger, maar je krijgt er wel een zekere behendigheid in, plus het geruststellende vertrouwen dat je er uiteindelijk altijd wel uitkomt.

De grootste uitdaging bij dit boek was het taalgebruik, door de tijd waarin het speelt en de af en toe lichtelijk hypnotiserende vertelstem, met onder meer veel alliteratie. Wonderlijk genoeg leek die alliteratie bijna als vanzelf ook in mijn tekst te verschijnen, zo vaak zelfs dat ik me afvroeg of het niet te veel werd. Maar als ik de tekst dan nog eens overlas wist ik: nee, dit is precies zoals het moet zijn.

De verschillende personages in dit verhaal worden elk gekenmerkt door een eigen, herkenbare toon. Heb je zelf ook een lievelingspersonage uit Het eiland aan de rand van de nacht?

Dat is alsof je een moeder naar haar lievelingskind vraagt! Want het mag duidelijk zijn dat de volwassenen niet in aanmerking komen. Ik vond het mooie dat de kinderen stuk voor stuk een eigen karakter krijgen. Faye, Boudicca en Filiberto natuurlijk het meest, maar naarmate de anderen ‘wakker worden’ en een actievere rol gaan spelen, krijgen ook zij steeds meer eigens. Overigens was ik stiekem wel blij dat Boudicca op een gegeven moment spoorloos verdwijnt, hoezeer ik ook op haar gesteld ben, want anders had ze vast nog veel meer anagrammen gemaakt!

Maar goed, Faye is me natuurlijk het dierbaarst. Ik vind het heel mooi hoe zij in de loop van het boek groeit, niet zoals kinderen dat gewoonlijk doen, maar op haar geheel eigen en geheimzinnige manier.

Het eiland aan de rand van de nacht van Lucy Strange verscheen in oktober 2024

'Het eiland aan de rand van de nacht' van Lucy Strange (o.a. bekend van 'Ons kasteel aan zee') onthult gestaag een sinister complot achter de ijskoude muren van een mysterieuze kostschool. Met elk opgelost stukje van de puzzel bouwt de spanning in dit mysterieuze jeugdboek zich verder op. Faye wordt naar een afgelegen kostschool op een grimmig Schots eiland gestuurd. Daar ontdekt ze dat de leerlingen er opgesloten zitten omdat ze niet willen luisteren, of omdat ze iets afgrijselijks hebben gedaan - zoals Faye zelf. Alleen wát precies, weet ze niet meer. Ze begint een zoektocht naar haar vergeten herinnering en stuit op een web van bedrog dat alle kinderen in gevaar brengt. Faye is brutaal genoeg om de regels te breken en de geheimen van het eiland uit te pluizen, maar heeft ze ook de moed om haar eigen geheimen onder ogen te zien?

Goverdien Hauth-Grubben voor Pericallosa. Herinnering aan een verborgen verleden van Evelyn Roll (Pluim)

Evelyn Roll is als sterverslaggever van de Süddeutsche Zeitung al jaren geobsedeerd door de werking van de hersenen en specifiek het geheugen wanneer een slagader in haar brein scheurt: een aneurysma pericallosa. Het is bijna wonderbaarlijk dat ze het overleeft. Haar interesse in de hersenen lijkt bijna voorbestemd. Want het levensgevaarlijke monster in haar hoofd blijkt herinneringen te hebben blootgelegd waar ze jarenlang niet bij kon. Tijdens de operatie die volgt belooft ze zichzelf dan ook plechtig haar eigen levensverhaal, inclusief de onderdrukte leugens, grondig te onderzoeken. Dit boek is het resultaat: een literair staaltje journalistiek over de werking van het brein, vervlochten met het ongelooflijke verhaal van Roll zelf. Goverdien Hauth-Grubben vertaalde dit werk naar het Nederlands.

Een zo complex en gelaagd boek stelt aan een vertaler de allerhoogste eisen. Goverdien Hauth-Grubben slaagt erin sierlijk en soepel mee te bewegen met de enorme wendbaarheid van Rolls autobiografische essay.

Juryrapport Filter Vertaalprijs

Wat is je het meest bijgebleven van het vertalen van dit bijzondere boek?

Er zijn een heleboel dingen in dit boek die me zijn bijgebleven, en ik zou het ook een van mijn interessantste projecten willen noemen. Evelyn Roll weet buitengewoon goed wisselende stijlen te combineren met zeer diverse onderwerpen. Dat maakt het vertalen natuurlijk alleen maar leuker en uitdagender. En zeker als het boek ook inhoudelijk stof tot nadenken geeft. Zoals Rolls uitweiding over de zeer extreme opvoedingsmethode van Johanna Haarer, die met haar boek Die deutsche Mutter und ihr erstes Kind in Duitsland ten tijde van de nazidictatuur, maar ook een tiental jaren daarna nog, bij jonge ouders heel populair geweest blijkt te zijn.

Wat was de grootste uitdaging in het vertalen van Pericallosa?

De grootste uitdaging – en voor mij ook het lastigst te vertalen – waren de complexe passages over de hersenen. Dit was voor mij onbekend terrein en ik ben dan ook te rade gegaan bij een neuroloog, alleen al om te begrijpen wat er zich bij zo’n aneurysma en de daaropvolgende operatie allemaal afspeelt. Daarnaast heb ik in verband met het jargon dat in het ziekenhuis en tijdens het revalidatieproces gebruikelijk is, navraag gedaan bij mensen in mijn directe omgeving die in de medische wereld werkzaam zijn. Relatief gemakkelijk was voor mij alles wat met het Pools en Polen zelf te maken heeft, omdat ik ook uit het Pools vertaal.

Dit is een autobiografisch werk. Heb je veel onderzoek gedaan naar Evelyn Roll om dit werk te vertalen of ging je zonder voorkennis aan de slag?

Nee, speciaal onderzoek heb ik niet naar haar gedaan. Als een uitgever me benadert voor een bepaalde vertaling, lees ik altijd eerst het origineel. Zodoende had ik al een vrij goed beeld van Evelyn Roll. Maar dat was dan ook alle voorkennis die ik had. Gaandeweg de vertaling hebben we via de mail contact met elkaar gehad en gelukkig was ze heel coöperatief bij het beantwoorden van mijn vragen. Nadat het boek verschenen was, heb ik haar in Berlijn ontmoet, wat een heel bijzonder prettige kennismaking was.

Pericallosa. Herinnering aan een verborgen geschiedenis van Evelyn Roll verscheen in september 2024

Evelyn Roll is als sterverslaggever van de Süddeutsche Zeitung al jaren geobsedeerd door de werking van de hersenen en specifiek het geheugen wanneer een slagader in haar brein scheurt: een aneurysma pericallosa. Het is bijna wonderbaarlijk dat ze het overleeft. Haar interesse in de hersenen lijkt bijna voorbestemd. Want het levensgevaarlijke monster in haar hoofd blijkt herinneringen te hebben blootgelegd waar ze jarenlang niet bij kon. Tijdens de operatie die volgt belooft ze zichzelf dan ook plechtig haar eigen levensverhaal, inclusief de onderdrukte leugens, grondig te onderzoeken. Dit boek is het resultaat: een literair staaltje journalistiek over de werking van het brein, vervlochten met het ongelooflijke verhaal van Roll zelf. Ze ontdekt familiegeheimen zoals het naziverleden van haar beide grootvaders en wordt uiteindelijk opgenomen in een voor haar volstrekt nieuw deel van haar familie van vaderskant, die naar het voormalige Oost-Duitsland was gevlucht. Een ontroerend verhaal van een fenomenale journalist en verteller.