Ik, Waterlichaam – een voorpublicatie van Maureen Ghazal

Op 28 november verschijnen er bij Wintertuin maar liefst vier nieuwe chapbooks, waarmee Maureen Ghazal, Puck Füsers, Thom Wijenberg en Gerben Vaillant hun eerste stappen in het literaire veld zetten. Op ILFU Daily lees je in de aanloop naar hun gezamelijke presentatie tijdens Wintertuinfestival een aantal voorpublicaties, ingeleid door de maker zelf. Maureen Ghazal onderzoekt thema’s als geboortegrond, moedertaal, ontheemding en vrouw-zijn in haar werk. Haar werk verscheen onder andere in De Gids en De Revisor. Voor haar poëzie won ze de El Hizjra literatuurprijs. Nu presenteert ze de novelle Ik, Waterlichaam, waarin ze onderzoekt op welke manieren een lichaam kan helen en zich kan losmaken van pijn.

Tags

Voorpublicatie
beeld: Sophie de Vos

Word ILFU Member en kijk al onze programma's online terug

Nu de eerste maand gratis

Terwijl ik dit schrijf, sta ik achter mijn bureau. Mijn voeten iets uit elkaar op de houten vloer, mijn gewicht verdeeld over beide benen. Volgens mijn osteopaat moet ik gegrond zijn, vooral wanneer ik schrijf.

Ik werkte voor mijn chapbook Ik, Waterlichaam achter een zit-sta bureau. Het bureau gebruikte ik voornamelijk in de sta- stand, lang zitten houdt mijn lichaam al jaren niet meer vol wegens pijn. Voor ik aan het boek begon was ik al bezig te onderzoeken op welke manieren ik kan schrijven. Ik moest af van mijn zitvlees en toewerken naar houdingen die prettig aanvoelen.

Tijdens het boek schreef ik staand, liggend op bed, of lopend door het park terwijl ik op mijn telefoon zinnen typte. Een enkele keer sprak ik in op mijn voice-recorder, maar alleen als er niemand in de buurt was. Mijn fysieke stem voelde nog te kwetsbaar om met anderen te delen.

Schrijven is niet alleen een zittende bezigheid en het vastleggen van letters op papier. Zo was mijn grootmoeder dichter en analfabeet. Ze bedacht gedichten die ze onthield en op elk moment van de dag kon voordragen. Dat er geen papier tussen haar en de toehoorder zat, maakte de poëzie nog directer en intiemer. Het gebruik van haar stem als pen, past in de literaire Arabische traditie waarbij verhalen en gedichten oraal worden doorgegeven en generaties achtereen in lichamen huizen.

Het huizen van verhalen in een lichaam, vormde het uitgangspunt voor het schrijven van mijn chapbook. Ik had in de jaren daarvoor al meerdere keren ervaren dat er zich in mij verhalen ophielden die gehoord wilden worden. Zo behandelde mijn osteopaat eens mijn onderbuik en zag ik tijdens haar aanraking mijn voorouders voor me die aan de kust van hun geboorteland stonden. Het beeld vormde uiteindelijk inspiratie voor het schrijven van het gedicht ‘Harnas van zout’ wat op diens beurt weer inspiratie vormde voor Ik, Waterlichaam.

Voordat ik lichamelijke pijn ervaarde, zag mijn schrijfproces er anders uit. Zo zat ik urenlang op een bureaustoel, startte ik een tekst met het doen van onderzoek over de thematiek en bedacht ik de verhaallijn en chronologie. Tijdens dit schrijfproces besloot ik dat los te laten. Ik wilde geen hoofd meer zijn, maar een lichaam en haar ruimte geven te spreken. Dagelijks probeerde ik te voelen waarover ik wilde schrijven; op sommige dagen zweeg mijn lichaam, terwijl ze op andere dagen onafgebroken sprak. Ik kwam er al snel achter dat chronologie niet aan de orde is wanneer je naar je lichaam luistert, en er allerlei losse fragmenten voorbij kunnen komen. Die losse fragmenten legde ik op het einde als een puzzel in elkaar.

I found it on a beautiful, sunny day.

I found it after great loss:

Fresh verdant soil,

Wet and flourishing.

Uit: Fadwa Tuqan, I found it

Het motto in Ik, Waterlichaam is van de Palestijnse dichter Fadwa Tuqan en komt uit het gedicht ‘I found it’. In het motto spreekt ze afwisselend over het ervaren van verlies en geluk en hoe zwaarte niet altijd alle lichtheid wegneemt.

In mijn chapbook draagt het lichaam pijn met zich mee, waaronder die van voorouders wiens geboortegrond hen is afgenomen. Ik schrijf, zoals Tuqan, niet alleen over wat zeer doet, maar ook over wat ondanks alles overeind blijft. Zo zegt de grootmoeder in Ik, Waterlichaam: ‘Het moederland heeft ons grootgebracht en wordt al jarenlang bestookt. De grond trilt door vallende bommen, er klinken geweerschoten en rupsbanden van tanks. Maar ondanks al die ruis is het belangrijk om te blijven zingen en dansen. Niemand kan onze levenskracht van ons afnemen.’

Mijn lichaam doorvoelt, draagt verhalen van voorouders en brengt me naar inspirerende plekken. Naast dat ik erachter kwam dat schrijven een lichamelijke bezigheid is, realiseerde ik me dat ook lezen een lijfelijke ervaring is. Sommige zinnen zorgen voor kippenvel, een versnelde hartslag of een warm gevoel dat door mijn hele lichaam stroomt. Er waren momenten tijdens het schrijven waarop ik me afvroeg hoe ik specifieke lichamelijke ervaringen kon omzetten in woorden en of ik daarmee niet iets kwijtraakte. Maar wanneer ik de stilte opzocht, lukte het me vaak toch woorden te vinden die dichtbij de ervaring kwamen.

De voorpublicatie begint onder de aankondiging.

Wat is een chapbook?

Een chapbook is geen debuut, maar een eerste stap in het literaire veld. Het is een visitekaartje waarmee beginnende schrijvers zich laten zien aan uitgeverijen, programmeurs en andere literair professionals.

Ik, Waterlichaam

Als ik op het bed van mijn huurappartement in Londen lig en naar het schemeren in de straat kijk, gaat mijn telefoon. Mijn tante vraagt hoe mijn reis is verlopen. Ik vertel dat het voorspoedig ging, maar dat ik voorafgaand aan de reis in tijdnood kwam omdat ik mijn haar geverfd wilde hebben. Ik spreek over de belachelijkheid van de situatie; de aankomende maand zou ik behandelingen krijgen en in parken wandelen, weinig mensen zouden het grijs opmerken. Mijn tante onderbreekt mijn ratelen niet.

De eerste grijze haren ontdekte ik op mijn zestiende in mijn haarscheiding. Ik probeerde na te gaan hoe ik eraan kwam, of de veroudering van mijn lichaam al had ingezet, of het genetisch bepaald was, of dat ik, waar ik voor vreesde, stress had. Op een avond trok ik ze er allemaal tegelijkertijd uit. Ik keek naar de witte glinstering in mijn handpalmen waarna ik mijn handen boven de prullenbak liet openvallen. Diezelfde avond bracht ik de afvalzak naar de container in de hoop dat de haren voorgoed verdwenen. Tot ik een aantal maanden later weer grijze haren vond en ze besloot aan mijn moeder te laten zien. Voorafgaand aan mijn reis naar Londen verfde mijn moeder mijn haren donkerbruin. Ik zat op een stoel in de keuken en rook de geur van ammoniak die zich mengde met de geur van saliethee. Mijn moeder tipte de haren bij de wortels aan en kleurde de uitgroei die ik maandenlang negeerde.

Hier begint mijn haar ook grijs te worden, zei ik terwijl ik op mijn slapen wees. Ik zie niets, zei mijn moeder, die de vermeerdering van mijn grijze haren net als de afgelopen jaren wegwuifde. Toch tipte ze ook de haren rond mijn slapen aan. Haar eigen haar is nooit geverfd, op haar zestigste is ze nog altijd blond. De situatie schuurt; een moeder die de veroudering van haar dochter maskeert. Ik ben voor een maand naar Engeland vertrokken om mijn lichaam te helen. Ik wil me richten op mijn bekken en onderrug en niet aan andere lichamelijke gebreken denken. Ik ben een jonge vrouw met een gezond lichaam en heb enkel lokale pijn. Ik sta erop de buitenwereld en behandelaren te tonen dat mijn lichaam me niet in de steek laat en dat ze maar één probleem hebben te verhelpen, al het andere wil ik verhullen.

Mijn tante was op haar dertigste volledig grijs. Het donkerbruin van haar haren maakte plaats voor zilver. Ze begon het te verven en is daar niet meer mee gestopt. Ontelbare keren heeft ze ammoniak geroken, haar haar boven de wasbak uitgewassen, het donkerbruine water de gootsteen zien instromen, haar hoofdhuid zien verkleuren. Ze heeft pakjes verf gekocht en de wortels aangetipt. Ze drong de grijze haren terug en toonde de buitenwereld een replica van haar vroegere haarkleur.

Door mijn moeder op mijn zestiende mijn grijze haren te tonen, maakte ik haar deelgenoot van de verandering die zich had ingezet. Met het verven van mijn haar zou niemand de verandering opmerken. Alleen mijn moeder en ik wisten over de vervroegde verkleuring, het was alsof we een geheim pact sloten.

Mijn tante vertelt over de grijswording van de vrouwen binnen de familie; hoe ze allemaal op jonge leeftijd grijze haren ontdekten. Daarna valt ze stil. De straat is inmiddels in donkerte gehuld. Ik beeld me mijn tantes en nichten in die voor de spiegel staan en zilverkleurige haren ontdekken. Ze vragen zich af hoe het kan dat ze nu al grijs beginnen te worden.

Mijn tante verbreekt de stilte door de naam van mijn grootmoeder te noemen. Ik weet niet beter dan dat mijn grootmoeders haar maandelijks donkerbruin werd geverfd.

*

Wanneer ik aankom op een nieuwe verblijfplaats pak ik direct mijn koffer uit. Het inrichten van de ruimte met mijn spullen zorgt ervoor dat ik er sneller kan landen. Een enkele keer verschuif ik de meubels wanneer ze voor mijn gevoel niet de juiste richting op staan. Ook nu zou ik de bank willen verschuiven die in het midden van de studio is geplaatst en alle ruimte inneemt, maar mijn lichaam laat het niet toe met zware meubels te schuiven, dus laat ik met tegenzin de indeling zoals die is. Ik haal een stapel T-shirts uit mijn koffer en leg ze in de kledingkast. Daarna pak ik een stapel broeken waaruit een houten doosje met een klap op de vloer valt. Bij het inpakken van mijn spullen had ik het ter bescherming tussen mijn kleding gestopt. Ik open het doosje en pak er de bundel gedroogde salie en de lucifers uit. Ik pauzeer het uitpakken van mijn koffer en doe de ramen open. Het is belangrijk om een ruimte te laten ademen zodat hij de zwaarte kan uitblazen en nieuwe lucht kan inademen. Uit een keukenkastje pak ik een schaaltje waarop ik de bundel salie leg. Ik strijk een lucifer af, pak de bundel op en houd de bovenkant in de vlam. Wanneer de bladeren branden, blaas ik de vlam uit en ontstaan er rookwolken die naar het plafond stijgen.

Mijn grootmoeder gebruikte salie om ruimtes mee te reinigen, zodat negatieve energie verdwijnt. Ze leerde me dat je een nieuwe ruimte het beste eerst kan reinigen voordat je er intrekt. Mijn eerste studentenkamer reinigde ik eerst nog onwennig, maar later, toen ik tijdens mijn twintiger jaren jaarlijks verhuisde, werd het reinigen een vanzelfsprekendheid. Sommige plekken voelden goed aan en hadden nauwelijks reiniging nodig, anderen kon ik mij niet eigen maken, hoe vaak ik ook met de salie door de ruimte liep. Ik begin bij de hal van mijn studio, de salie rookt inmiddels goed. Ik gebruik mijn hand om de rook langs de muren en verschillende hoeken te laten gaan. Ik laat de bundel langs de omtrek van de deurpost gaan en stap dan de kamer in. De rook raakt de afgesleten bank, de vloer met het versleten Perzische tapijt, de crèmekleurige muren met vlekken en de eettafel waaraan ik nog niet heb gezeten. Het bed dat in dezelfde ruimte staat, hul ik in rook.

In de keuken bewaarde mijn grootmoeder een pot met gedroogde bundels salie. Ze reinigde er zowel haar eigen woning mee als de ruimtes van naasten. Zo ook de nieuwe autoshowroom van mijn oom. Tijdens de opening kwam mijn grootmoeder langs met de salie, reinigde ze uitvoerig de ruimte en vroeg ze om bescherming en voorspoed. Verschillende bezoekers keken raar op bij dit gebruik, maar in de daaropvolgende maanden kwamen er mensen uit het hele land naar de showroom en was mijn oom doorlopend bezig met de inkoop van nieuwe auto’s.

Langzaamaan doven de bladeren. De kamer ruikt aards en bitter. Ik steek opnieuw een lucifer af, houd het bosje salie in de vlam, blaas die uit en inhaleer de rook.

Mijn osteopaat leerde me dat je ook je lichaam kan reinigen met salie. Op die manier raakt je lichaam ontdaan van blokkades en kan het makkelijker helen. Je begint bij je kruin, gaat dan langzaam naar beneden en eindigt bij je voeten. Toen ik haar vroeg waarom het in deze volgorde moest, haalde ze haar schouders op. Mijn osteopaat deed naar eigen zeggen een cursus waarin ze leerde over de geneeswijzen van verschillende inheemse volkeren. Ik vertelde haar over de manieren waarop salie in de Palestijnse cultuur wordt gebruikt en over mijn grootmoeder die altijd bundels salie in huis had. Volgens mij was je grootmoeder een goede genezer, besloot ze.

Elke Palestijnse familie heeft wel een pot met gedroogde salie in huis. Er is grote waardering voor maramia die als gezegend wordt gezien en voor bescherming zorgt. De plant groeit in de Palestijnse bergen en wordt in het wild geplukt. De bladeren hebben een geneeskrachtige werking; er wordt thee van getrokken die bij het drinken pijnklachten kan verzachten. Ik houd de bundel salie boven mijn kruin en laat de rook erlangs gaan. Daarna daal ik af naar mijn schouders, mijn hals, hart en onderbuik. Bij mijn onderrug en bekken houd ik stil: er trekt een pijnscheut doorheen. Ik ga er nogmaals met de bundel langs en beeld me in dat de rook de pijn wegneemt. Ik blijf net zolang met de bundel langs de lichaamsdelen gaan tot de pijnscheuten geleidelijk afnemen.

Pre-order dit chapbook

Dit is een voorpublicatie van Ik, Waterlichaam, het chapbook van Maureen Ghazal. Het is vooruit te bestellen op de website van Wintertuin, en wordt op 28 november gepresenteerd tijdens de Avond van de Grote Beloftes op het Wintertuinfestival in Nijmegen.

meer weten?