ILFU Songbook: 'Walking, Flying' van Whispering Sons

Sinds Bob Dylan de Nobelprijs voor de Literatuur won en Kendrick Lamar een Pulitzer in de wacht sleepte, is het officieel: sommige popliedjes dragen een hele roman in zich. In ILFU Songbook gaan we op zoek naar precies dat ene liedje, dat couplet, dat refrein dat beelden en verhalen oproept waardoor je even het gevoel krijgt dat je in een andere wereld bent. Voor Jacob Groot is dat 'Walking, Flying' van de Vlaamse postpunkband Whispering sons.

Tags

Songbook
Beeld: Mans Weghorst

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Een prachtige dag

In het begin zag ik haar als een jongen gekleed naar de mode van Bowie à la diens Thin White Duke, al headbangde Bowie niet zoals zij met haar steile blonde haar en bewoog zij niettemin gracieuzer. Ook beluisterde ik haar navenant in een variant op het voorschrift van de glamrock dat de stem het gender dient te overschrijden naar een immanente overzijde, ofschoon de jongen die ik meende te horen een vrouw leek te bereiken om haar meteen maar bij de keel te grijpen, want zijn geluid, dat viel natuurlijk ook op, klonk nadrukkelijk schatplichtig aan de lage zangregisters van de heavy metal.

Dit alles was zonder meer fascinerend maar behoorde nog tot de strikt voorlopige eerste indruk, die al snel werd weersproken door de feiten, en vervolgens ook weer niet. In elk geval ontpopte de jongen zich als Fenne Kuppens, frontwoman van de Vlaamse postpunkband Whispering Sons, master in de Westerse literatuur en tekstschrijver van haar eigen vocale manoeuvres. En mocht ze zo niet de jongen blijken die de vrouw in zijn stem ontplooit, dan toch alleszins de vrouw die haar zoon in zichzelf aan het woord laat, al zwelt zijn gefluister in haar vertolking donker en bezwerend op.

De begoocheling van hun rollenspel bevestigt de illusie dat er sprake kan zijn van een dialoog tussen beiden. Dat Fenne Kuppens die zelf schrijft valt nauwelijks mis te verstaan. Haar songs navigeren tussen de milde en duistere facetten van haar stem, hoezeer die ook met elkaar verstrengeld zijn. De zoon en de vrouw lijken in der minne te strijden om vocale voorrang. Misschien wil de ene zich wel van de ander verlossen of willen ze allebei tegelijk door Fenne Kuppens zelf worden verlost.

Zo begint het recente Walking, Flying van het album The Great Calm (2024) troebel en down, nog ongelovig, om al snel te worden overvleugeld door een jonger, uitbundiger timbre: caught a contour in the distance, overhead a fine glimpse of myself. De herhaling van de identieke zin demonstreert de moodshift van de stem in verwachting, alsof er opnieuw, maar nu hoorbaar, wordt geschreven. Het is menens bij deze herschepping. De zangstijl heeft veel weg van een urgente declamatie, die live ontzag afdwingt en de zangeres, als geen ander aangeraakt, verplicht tot een meticuleuze show. Het intieme ritueel voltrekt zich zodoende in de strakke orchestratie van de overige zonen als een seance volgens de onveranderlijk nieuwe beginselen van de ware rock and roll.

Beluister 'Walking, Flying' van Whispering Sons

De voordracht van Walking, Flying klinkt dankzij deze sjamanistische energie ronduit sensationeel. Het personage dat Fenne Kuppens zich toe-eigent is verwikkeld in een wandeling, waarbij up tempo, al bijna buiten adem, het weertype wordt vastgesteld. Er is op een verbetering gewacht: de lucht is translucent human at last. Het geeft het personage blijkbaar vleugels, want meteen vindt een uittreding plaats, een projectie of verplaatsing van het subject in het zwerk: can you see me now, all stretched across the skies. De vertelling versnelt in het verlies van de greep op de gang van zaken: all forecasts lost on me. Het gevolg is een algehele verlichting in de drift van een verzuchting: everything just cleared up (even the city’s been cleaned up). De stem is inmiddels los en binnen zijn dramatische reikwijdte min of meer buiten zichzelf, terwijl de motorische begeleiding van de broers hem nog hoger opstuwt. Er volgt weliswaar een moment van bezinning, omdat het misschien niet waar is of omdat het gewoonweg gaat om a beautiful day zonder meer, die het personage overvalt, maar de opstijging is onontkoombaar: nothing to keep me here, stalled in mid air. Trefzeker doen hier de repetities in de tweespraak hun werk van ongeloof en verwondering, tot de openbaring doorbreekt: all obstacles on my path, I push them into the past. Ja, het wandelen is vliegen geworden. Ja, het is inderdaad een prachtige dag. Maar de buitengewone winst is binnen: radiance rushing through me.

Juist in deze bevlogen song is een verlossing in het geding. En de incantatie werkt ontketenend, want als het oogmerk al de weergave van een ervaring mag zijn geweest, dan wil de uitvoering op zijn minst haar zingend belichaamde evenaring zijn. Een weerbericht straalt als een mystiek relaas. Met Walking, Flying voegt Fenne Kuppens samen met de andere fluisterende zonen niet alleen een nieuw hoogtepunt toe aan de traditie van glansrijke exaltaties in het elektrische muzikale genre, maar schaart ze zich bovendien in het gevolg van haar middeleeuwse landgenoot Hadewijch, die immers ook middels verbale rituelen de vorm vond om los te breken uit ‘alle dinghe’ die haar ‘te inghe’ waren, omdat ze in wezen ‘soe wijt’ was.

Mans Weghorst

Mans is een visueel/narratief maker. Hij beweegt zich op het vlak van Illustratie en animatie. In zijn werk laat hij zich inspireren door comics, occult, symboliek, Science fiction, clowns, early film, vroege renaissance, Japanse ukiyo-e, paddestoelen, biowetenschappen en kunst, in al z’n algemeenheid. Het maken van werk voelt voor hem als het constant opzoeken en verleggen van de grenzen van zijn beleving en realiteit. Het resultaat, de ruimte om een blik te werpen in een andere werkelijkheid.

Meer over Mans