Een nieuwe spelling van onze namen – over 'Zami' van Audre Lorde

Op woensdag 1 oktober brengen we in Bibliotheek Neude een ode aan Audre Lorde (1934-1992), de invloedrijke Afro-Amerikaanse dichter, essayist en activist. Samen met onder anderen Mia You, Sylvana Simons en Mariken Heitman staan we stil bij de hoogtepunten uit Lordes literaire oeuvre en bij wat zij heeft betekend voor de rechten van Zwarte vrouwen, migranten en vluchtelingen, ook in Nederland, ook nu nog. De directe aanleiding voor deze avond is de Nederlandse vertaling van Lordes autobiografische roman Zami: een nieuwe spelling van mijn naam (uitgeverij HetMoet, vertaald door Fannah Palmer). Voor de bundel Zij/Haar: Een ABC van lesbische literatuur (2024, uitgeverij De Kleine Uil) schreef Marischka Verbeek, programmamaker en zelfstandig boekhandelaar, eerder al een essay over de transformerende kracht van dit sleutelwerk uit Lordes oeuvre.

Thema

Literair Monument

Tags

LGBTQ+ ILFU Classics

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Een nieuwe spelling van onze namen

To whom do I owe the woman I’ve become?

Audre Lorde, Prologue Zami

Juli 1984. Audre Lorde brengt een driedaags bezoek aan Amsterdam. Ze komt op uitnodiging van de Zwarte pottengroep Sister Outsider (vernoemd naar Lorde’s beroemde essaybundel) en logeert bij Gloria Wekker. De reden om haar uit te nodigen: de verpletterende indruk die Zami op haar en andere vrouwen van kleur maakte. Het boek, verschenen in 1982, inspireerde haar en vele andere vrouwen van kleur tot een nieuw (zelf)bewustzijn. 

Van deze intense dagen hield Gloria een levendig dagboek bij, later gepubliceerd in Katijf. Hier beschrijft ze de uitwerking van Audre Lorde’s poëzievoordracht op het Amsterdamse publiek: 

Door haar gedreven, intense presentatie en de volgorde van de gedichten bouwt ze langzamerhand een zeer geladen atmosfeer op (...). Ik kijk naar de vrouwen voor me, wijd opengesperde ogen, vertrokken gezichten; allen, zwarte en witte vrouwen, hun pantsers afgelegd, gekonfronteerd met de onmenselijke omstandigheden waaronder we leven. (...) How much of this truth can I bear to see and still live unblinded?

Juli 1984 is ook de maand dat ik 18 word. Ik heb net eindexamen gedaan, die herfst ga ik Engels studeren in Utrecht en wat later zal ik Vrouwenstudies ontdekken. Nu dans ik nog behoorlijk onbewust van kleur en queer op discomuziek van Wham!, zoen met witte jongens en probeer ik mijn hardnekkige verliefdheid op mijn beste schoolvriendin te negeren. 

Vrouwenstudies, 1986. Daar gaf Maaike Meijer samen met Gloria Wekker het vak ‘Zwarte Perspectieven’. Het wierp mijn zelfbeeld ondersteboven. Voor het eerst leerde ik nadenken over mezelf als vrouw van kleur, product van een koloniaal systeem, met een eigen – grotendeels onbekende – geschiedenis. Op de leeslijst: Zami. Een nieuwe spelling van mijn naam van Audre Lorde (1934 – 1992). Een boek waar ik op slag verliefd op werd en dat sindsdien mijn metgezel voor het leven is. 

Audre Lorde beschrijft in beurtelings lyrisch en aards proza haar vroege leven: kindertijd, schoolvriendinnen, werk, reizen en liefdesleven. Ze bezingt haar roots en voormoeders, en uit vlijmscherpe kritiek op het racistische en kapitalistische systeem waarin ze zich moet handhaven. Daarnaast is ze out en proud lesbisch (of queer, zoals we nu misschien eerder zouden zeggen) en viert dat met verve. Het geheel is een unieke, meeslepende combinatie van autobiografie, poëzie, geschiedenis en mythologie. Ze noemde het door haarzelf gecreëerde genre ‘biomythografie’. 

Zami opende mij de ogen op velerlei gebied – ook al ben ik niet Zwart en pretendeer ik niet iets over de ervaring van Zwarte vrouwen te kunnen zeggen, ik herkende er toch essentiële dingen van mijn eigen ervaringen en innerlijk leven in. Tegelijkertijd was het een kennismaking met een andere wereld. Een wereld waar ik meer over wilde weten, waar ik bij wilde horen. 

De herkenning gold ervaringen en gevoelens waar ik tot dan toe geen taal voor had gekend, maar die ik ogenblikkelijk herkende als ook van mij. Lorde’s tegenstrijdige gevoelens voor haar moeder, haar ervaringen als vrouw van kleur in een op witheid ingestelde maatschappij, haar van jongs af aan tot de positie van ‘de Ander’ gereduceerd worden – en deze positie deels ook opzoeken en koesteren. Audre Lorde was in de jaren vijftig in de ‘zwarte’ wijk Harlem een dik, bijziend, eigenwijs meisje van West-Indische afkomst. Ik groeide op in de jaren zeventig in een wit Hollands dorpje met een afgeplakt brilletje voor mijn loensende linkeroog, een Chinees-Indisch uiterlijk en een absolute onmacht om ergens bij te horen. Zami was van fundamenteel belang voor het vinden en vormen van mijn eigen identiteit als queer vrouw van kleur. De proloog alleen al blies me omver door de lyrische, krachtige taal en de sensuele beschrijvingen. Eerst en vooral was Lorde een dichter en dat klinkt al in de proloog van Zami door: 

I have always wanted to be both man and woman, to incorporate the strongest and richest parts of my mother and father within/into me – to share valleys and mountains upon my body the way the earth does in in hills and peaks.

Daar stond gewoon op de eerste pagina van een boek dat wat ik altijd had gevoeld en verlangd. Het mannelijke en het vrouwelijke verenigd, samen met de (voor)ouders én de aarde. Om die krachten te bezingen is de taal van een dichter nodig. 

Zami is een zogenaamde ‘lesbische klassieker’. En oh, wat wordt de vrouwenliefde hier in geuren en kleuren gevierd, maar er is zoveel meer in Zami te vinden dan het coming out-verhaal waartoe het soms wordt gereduceerd. Prachtig en bijzonder is hoe Lorde de erotiek van een (queer) kindertijd beschrijft. Haar beroemde essay ‘Uses of the Erotic: The Erotic as Power’ (1978) komt tot leven in de passages over hoe ze als klein kind bij haar moeder in bed ligt, hoe haar moeder het haar van haar dochtertje verzorgt, het intense verlangen naar een ‘klein zusje’ helemaal voor zichzelf alleen, en vooral, in een werkelijk onvergetelijke scène, de dag dat ze als veertienjarige voor het eerst ongesteld is geworden en ze van haar moeder de kruiden moet stampen in de vijzel. 

As I continued to pound the spice, a vital connection seemed to establish itself between the muscles of my fingers curved tightly around the smooth pestle in its insistent downward motion, and the molten core of my body whose source emanated from a new ripe fullness just beneath the pit of my stomach. That invisible thread, taut and sensitive as a clitoris exposed, stretched through my curled fingers up my round brown arm into the moist reality of my armpits, whose sharp warm odor with a strange new overlay mixed with the ripe garlic smells from the mortar and the general sweat-heavy aromas of high summers (...) The whole rhythm of my movements softened and elongated, and, dreamlike, I stood, one hand tightly curved around the carved mortar, steadying it against the middle of my body; while my other hand, around the pestle, rubbed and pressed the moistening spice into readiness with a sweeping circular movement.

De verstrengeling van het verlangen naar de moeder, het beginnend bewustzijn van het eigen lijf als erotisch subject, de volle warme geuren, de fysieke sensatie van het bloeden met het dwingende ritme van de stamper en vijzel dat resoneert in de taal van deze passage… als lezer kun je niet anders dan totaal meegevoerd worden in een lyrische reis naar een hoogtepunt. Die wordt ruw onderbroken door de thuiskomst van moeder, die eerst kortaf doet en dan een zeldzame zachtheid toont richting haar net tot vrouw geworden dochter. Zelden heb ik een passage zo lijfelijk ervaren, en naast de redelijk universele (maar zelden vertelde) erotische aspecten van ongesteld zijn en het verlangen naar de moeder herken ik als Indische lezer ook direct de specifieke sensatie van het oeleken, het stampen van de kruiden tot boemboe. 

Dit is wat goede literatuur doet: je van het onbewust herkenbare bewust maken en er woorden aan geven zodat je jezelf beter begrijpt. Zoals Audre Lorde het zelf zegt in de eerste alinea van ‘Uses of the Erotic’: 

The erotic is a resource within each of us that lies in a deeply female and spiritual plane, firmly rooted in the power of our unexpressed or unrecognized feeling.

Anno 2024 herlees ik Zami met alle inzichten en levenservaring van de tussenliggende jaren. Waarom herkende ik van alle boeken van (queer) vrouwen van kleur nou juist zóveel in dit ene boek? Ik zie nu iets wat me vroeger niet opviel: dat het verhaal van Zami ook een verhaal van migratie is. Audre Lorde was dochter van West-Indische immigranten, ouders die op jonge leeftijd wegtrokken uit Grenada en Barbados op zoek naar een beter bestaan. Die eerst nog dachten terug te keren, maar die gaandeweg moesten erkennen dat hun leven en dat van hun kinderen in het nieuwe thuisland lag. De heimwee bleef, maar werd verstopt; haar vader zweeg erover, haar moeder vertaalde het in een strenge opvoeding en harde houding naar de kwetsbaarheid van haar dochters. 

Zoveel in dit narratief is herkenbaar voor wie als Indo van de derde generatie hier is opgegroeid. De heimwee naar de eilanden, de koestering van oude tradities, de hoop van je ouders op een terugkeer die niet mogelijk is, het verlangen naar een onbereikbare moeder die haar eigen pijn verstopt onder aanpassingsgedrag en hardheid en het koloniale erfgoed van racisme/colorisme. Linda, Audre’s moeder is ‘passing’ – zij kan voor wit doorgaan en heeft een hevige afkeer van mensen donkerder dan zij; iets wat bij de oudere generaties in Indische kringen ook vaak voorkomt. Ik herken nu in Zami veel van andere geliefde Indische auteurs zoals Maria Dermout, Jill Stolk en Marion Bloem. 

Biografe Alexis de Veaux zegt over de elementen van queer ontdekkingstocht en migrantenliteratuur die in Zami op een unieke manier met elkaar versmelten: 

Zami posed Lorde’s identity and sexuality as fluid aspects of her transnational blackness, rooted both in the migration between ‘there’ and ‘here’(“We carry our traditions with us”) and in the ‘there (“There it is said that the desire to lie with other women is a drive from the mother’s blood’). (…) Zami proposes notions of home, culture and community as unbordered deeply female spaces. Thus, as a new frontier within Afro-Caribbean women’s literature produced in the United States, Zami reflects traditional migration narratives of displacement and simultaneously disrupts them, undermining the traditional with a gendered historical perspective.

Toen ik eind jaren tachtig als vrijwilliger bij (toen nog) vrouwenboekwinkel Savannah Bay begon te werken, lag Zami in stapels in de winkel. Dat bleef nog jarenlang zo, tot eind jaren negentig de ‘feministische winter’ intrad en het net als vele andere bekende werken uit het zicht verdween. Bij de opkomst van de #MeToo-beweging ontstond er plots weer vraag naar. Zami werd herdrukt, onder andere als Penguin Classic, en sindsdien is het een heuse Savannah everseller: elke week verkopen we er wel een paar, nu alweer jarenlang. Zami is opnieuw ontdekt door een compleet nieuwe generatie lezers. Niet alleen Zwarte lesbische vrouwen maar ook andere queer, non-cisgender activisten van elke kleur raken geïnspireerd door haar verhaal. Ook voor hen betekent Zami een nieuwe kijk op henzelf, een nieuwe spelling van hun namen. Daar word ik als liefhebber, feminist én boekhandelaar innig gelukkig van. 

Daarom pleit ik – al jaren – hartstochtelijk voor een nieuwe Nederlandse vertaling. Dit sprankelende, krachtige, transformerende werk moet voor zoveel mogelijk lezers beschikbaar zijn en blijven. 

Audre Lorde – Zami, een nieuwe spelling van mijn naam

Zami is het gemythiseerde verhaal van Audre Lordes vroege leven, van haar kindertijd als dochter van Caribische immigranten in New York tot haar zelfontwikkeling als Zwarte, lesbische vrouw in het Amerika van de jaren vijftig en zestig. Een meeslepend, levensbevestigend verhaal over onafhankelijkheid, liefde, kracht, seksualiteit en het vinden van een ‘thuis’. Lordes Zami is rijk aan poëzie en tevens een ode aan alle vrouwen die een rol speelden in Lordes leven – haar strenge West-Indische moeder, haar twee oudere zussen, haar vriendinnen en haar geliefden. Samen maakten zij haar tot de ‘Zwarte, lesbische, feministische, socialistische moeder, strijder, dichter’ die ze uiteindelijk werd en die schreef met een ongekend felle, emotionele kracht.

Meer informatie