Ooit hebben we bedacht dat ‘cool’ zijn gaat over ‘koeltjes doen’. Stoer, kalm, charismatisch. Zonnebril op, kauwgom kauwen, ‘see if I care’. Vaak vind ik dat zo’n onzin, maar soms word ik getest, zoals afgelopen zomer op de NDSM-werf in Amsterdam. Zag ik het nou goed? Ik keek een paar keer schichtig opzij naar mijn gezelschap: Is hij dat? Is het hem écht? Het was hem: Andre 3000, de zanger van OutKast. Even voor het beeld: hij zat voor in een bakfiets en terwijl iemand anders fietste, bespeelde hij een fluit. ‘What's cooler than being cool?’, zong hij in 'Hey Ya!', en dat waren dan ook precies de woorden die door mijn hoofd schoten op dat moment. Lang verhaal kort, we bleken bij hetzelfde clubje mensen te horen en werden aan elkaar voorgesteld. Hij stak zijn hand uit en ik hield mijn zonnebril op. ‘Oh hi,' zei ik zo nonchalant mogelijk. ‘Nice to meet you.’
Niet veel later reed ik door naar de Kipboetiek in Landsmeer en bestelde een kroket. Alsof het me niets kon schelen dat ik zojuist de man had ontmoet wiens muziek ik op ieder feestje, van 2003 tot 2006, van zolderkamer tot studentenkelder, had meegezongen. En terwijl ik aan mijn kroket peuzelde, baalde ik steeds harder. Waarom moest ik nou zo ‘cool’ doen? Los van het feit dat ik daardoor geen foto (en dus geen bewijs) had, wil ik helemaal niet zo zijn. Niet als mens, en al helemaal niet als schrijver, want uiteindelijk is het niet de afstand of perfectie die beklijven, maar juist datgene wat echt voelt. Datgene dat vrij is van maskers en mooimakerij. Daarom 6 boekentips met verhalen van mensen die weigeren zichzelf anders voor te doen dan ze zijn.
1. Akwaeke Emezi – Freshwater (2019)
I have lived many lives inside this body. I lived many lives before they put me in this body. I will live many lives when they take me out of it. Hoofdpersoon Ada wordt geboren met wat in de Nigeriaanse Igbo-cultuur wordt beschreven als ‘ogbanje’: een entiteit die tussen het menselijke en spirituele beweegt. In Ada’s geval betekent dit dat haar lichaam en geest worden gedeeld door meerdere goden die verschillende aspecten van haar identiteit vertegenwoordigen – van destructieve impulsen tot beschermende krachten. Hun invloeden maken Ada’s leven complex, maar bieden ook betekenis. Emezi laat met deze autobiografische debuutroman zien dat spiritualiteit niet zweverig is, maar juist noodzakelijk voor diens zelfacceptatie.
2. Mohamed Choukri – Hongerjaren (1973)
In Hongerjaren schetst Mohamed Choukri een portret van zijn jeugd in Tanger: armoede, misbruik, geweld. Zonder sentiment of opsmuk beschrijft hij het rauwe bestaan van een jongen die overleeft op straat, met taalgebruik dat net zo hard is als de periode waarover hij vertelt. Choukri’s zoektocht naar vrijheid en liefde voor literatuur doorbreken uiteindelijk de hopeloosheid van zijn wereld. Geen doordacht proza, maar ongecensureerde scènes en expliciete taal. Rauw en onvergetelijk. ‘Schrijven is een protest, geen parade,’ zei Choukri ooit.
3. Miranda July – All Fours (2024)
De hoofdpersoon, een kunstenaar in een existentiële crisis, verlaat haar gezin voor een roadtrip naar New York – maar strandt in een buitenwijk van Los Angeles. Wat volgt is een vreemde zoektocht naar betekenis. Ontwapenend en onvoorspelbaar beweegt July moeiteloos en zonder pretentie tussen het absurde en het kwetsbare. All Fours rammelt keihard aan ideeën en overtuigingen over vrouwelijkheid, schaamte en verlangen.
4. Sholeh Rezazadeh – De hemel is altijd paars (2021)
Rezazadeh schrijft over wat het betekent om tussen werelden in te leven. Haar roman is een ode aan de kracht van verbeelding, aan het idee dat je nooit echt vast zit zolang je kunt dromen. Daarnaast werpt het boek op een tedere manier een kritische blik op shit waarmee vrouwen in een patriottisch, conservatief systeem worden geconfronteerd. De hemel is altijd paars is veel meer dan een intieme coming-of-age, het is durven kiezen voor kleur in een grijze wereld.
5. Julia Fox – Down The Drain (2023)
Een compromisloze inkijk in een leven dat continu balanceert tussen chaos en creativiteit. Fox was vanwege haar aangrijpende verhaal eerder al de inspiratie voor verschillende filmpersonages, schilderde met haar eigen bloed voor haar expositie R.I.P. Julia Fox en maakte provocatieve fotografieboeken over seks, drugsgebruik en liefdesverdriet. In haar autobiografie Down The Drain lees je over haar turbulente jeugd, strijd met verslaving, en ervaringen in de mode- en filmindustrie. Hoe je het ook wendt of keert: Fox zet haar rommelige werkelijkheid altijd om in kunst.
6. David Sedaris – Dress Your Family in Corduroy and Denim (2004)
De essays en boeken van Sedaris voelen als een geheimpje dat je voor jezelf had moeten houden, maar dat je eigenlijk allang hebt doorverteld – aan iedereen die het maar horen wil. Het boek gaat over tekortkomingen, en Sedaris heeft er veel. Zijn Frans is niet goed genoeg (lekker handig als je in Parijs woont), zijn haar is niet zoals het zou moeten zijn (een ‘handje dennennaalden’ noemt hij het) en zijn familie is veel te ordinair (broer Paul traint zijn honden om uit elkaars ‘voorraadkastje’ te eten). Sedaris walgt van alles wat hem overkomt, en hij houdt ervan om het op te schrijven.