Zonder thuis of taal – 10 boeken over literair ballingschap

Voor schrijvers die in hun eigen land vervolgd worden en niet vrijuit mogen schrijven en spreken is ballingschap vaak de enige veilige optie. Aisja Hamed, die in 2024 een gesprek modereerde over Palestijnse schrijvers in ballingschap zei hierover het volgende: 'For most writers literature is about beauty, creative play with words. For us it's part of our resistance against erasure of our entire culture and being. With stories we not only document, but disrupt, scream and fight.' Wij tippen tien boeken van auteurs die om verschillende redenen op zoek moesten naar onderdak in een nieuw land en/of in een nieuwe taal.

Tags

Verplichte kost Lijstje Ballingschap

Word ILFU Member en steun onze schrijvers en verhalen

Vertel me meer

Zonder thuis of taal – 10 boeken over literair ballingschap

Exile is strangely compelling to think about but terrible to experience. It is the unhealable rift forced between a human being and a native place, between the self and its true home: its essential sadness can never be surmounted.

Zo begint Edward Said zijn essay ‘Reflections on Exile’, dat hij schreef na zijn migratie naar de Verenigde Staten. Exile, ballingschap: onder druk worden verdreven en moeten vluchten van huis en haard. Het is geen nieuw fenomeen, net als de verbannen schrijver; de geschiedenis leert ons dat kritische schrijvers onder dictatoriale regimes vaak als een van de eersten hun stem verliezen en worden verjaagd uit hun thuisland.

Maar ballingschap is groter dan de fysieke afwezigheid van een (t)huis. Het creëert ook andere vormen van dakloosheid, bijvoorbeeld in taal. Want wat als een nieuwe plek, een nieuwe taal, geen ruimte biedt om in te wonen? Of juist andersom – wanneer je in een vreemde wereld alleen in taal een thuis vindt? Het is voor verbannen auteurs schipperen tussen de taal van thuis, waar je van moest vluchten en een nieuwe taal waarin je je nog niet volledig kan uitdrukken. Herinneringen aan een vroeger worden vervormd en nemen de gedaanten aan van andere woorden, taal wordt een wirwar aan herinneringen.

Onderstaande lijst biedt een inkijkje in verschillende soorten ballingschap, in taal, of zonder een (t)huis om naar terug te keren. Deze boeken en verhalen demonstreren de impact die het heeft op een schrijver om niet vrijuit te kunnen werken – maar ook het universele gevoel van vervreemding en nostalgie dat migratie teweegbrengt. Kan de breuk die Said schetst, tussen de zelf en diens ware thuis, hersteld worden? Is er hoop op meer dan enkel onoverwinbaar, alomvattend verdriet?

1. Ghassan Kanafani – Mannen in de zon (2023, vertaald door Djûke Poppinga)

Mannen in de zon (2023) vertelt het verhaal van drie Palestijnse mannen en hun reis naar een toekomst in ballingschap, weg van wat thuis ooit was, verbannen uit een thuisland dat niet meer bestaat. In een opwarmende watertank rijden ze door de woestijn naar Koeweit om zo aan hun uitzichtloze leven in de vluchtelingenkampen te ontsnappen. Het verhitte einde is voelbaar door het boek heen, dat eindigt op de vuilnisbelt. De drie mannen, drie generaties, vertolken elk op hun eigen manier het gevoel van verlies en nostalgie tijdens hun reis naar het onbekende. De zon kijkt alsmaar toe, als stille toediener van het lot.


Ghassan Kanafani is de pionier van de Palestijnse verzetsliteratuur. Met Mannen in de zon (in 1963 verschenen in het Arabisch als Rijal Fi Al Shams) vertelt hij het verhaal van Palestina, van de Nakba en de vluchtelingen die zij voortbracht, en roept hij op tot verzet tegen het verlies van het thuisland. Kanafani werd in 1972 vermoord door de Mossad.

2. Stefan Zweig – Schaaknovelle (1943, vertaald door Willem van Toorn)

Stefan Zweig voltooide zijn meesterwerk De schaaknovelle noodgedwongen in Brazilië, ver van zijn thuisland Oostenrijk.

In deze klassieke raamvertelling is het personage Dr. B. net als Zweig op de vlucht voor gevangenschap en fascisme, wanneer hij op een boottocht naar het Zuid-Amerikaanse continent oog in oog komt te staan met regerend schaakkampioen Mirko Czentowitz. Wanneer de twee het eindelijk tegen elkaar opnemen, levert dat de spannendste schaakmatch op die ooit in een boek is beschreven. Een krankzinnige wedstrijd waarbij de stukken op het bord ons constant herinneren aan het spel dat op wereldniveau werd gespeeld.

3. Eva Hoffman – Lost in translation. A life in a new language (1989)

Het onvertaalbare tęsknota, een diep gevoel van nostalgie gepaard met pijn, verdriet en verlangen, is waarmee Eva Hoffman haar migratie naar Canada en de VS beschrijft. In het autobiografische Lost in translation reconstrueert ze haar kindertijd in het naoorlogse Polen, dat zij met haar ouders verliet onder de dreiging van toenemend antisemitisme. Eenmaal overzees overvalt haar een diep gevoel van ontworteling en misplaatstheid. Haar oude taal raakt uitgeput, verschrompeld, correspondeert niet met nieuwe ervaringen, maar haar nieuwe taal vervreemdt juist, en creëert een abstractie die niet overeenkomt met haar gevoelswereld.


Het is geen verrassing dat Czesław Miłosz, grootmeester der bannelingen, onder de indruk was van dit boek. Hoffmans persoonlijke geschiedenis raakt aan de grotere geschiedenissen van de twintigste eeuw: die van naoorlogs antisemitisme, ontheemding en de gevolgen van (culturele) migratie.

4. Tahir Hamut Izgil – Wachten op mijn arrestatie in de nacht (2023, vertaald door Pon Ruiter)

Schrijvers vormen vrijwel altijd een gevaar voor dictatoriale regimes en worden dus ook vaak als eerste de mond gesnoerd. Wie de taal gebruikt om in verzet te komen moet zo snel mogelijk verdwijnen. Als Oeigoerse dichter zag Tahir Hamut Izgil van dichtbij hoe de bewegingsvrijheid van Oeigoerse denkers als eerste werd ingeperkt door de Chinese regering: boekhandels werden gesloten, het drukken van bepaalde historische romans werd verboden en bijeenkomsten van dichters verstoord. Als zijn vrienden vervolgens een voor een verdwijnen in 'heropvoedingskampen', weet Izgil zelf in 2017 met zijn gezin te vluchten.

In Wachten op mijn arrestatie in de nacht schrijft Izgil, eenmaal aangekomen in de Verenigde Staten, over de repressie van de Chinese Oeigoeren en zijn uiteindelijke vlucht. Een verhaal dat hij thuis nooit had kunnen vertellen.

5. Ghayath Almadhoun – Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen (2024, vertaald door Djûke Poppinga)

'Jij zegt dat ik aan de oorlog ben ontsnapt. 'Nee, liefste, niemand ontsnapt aan de oorlog. Het is alleen zo dat ik niet ben gestorven. Ik ben blijven leven, dat is alles.'

Dichter Ghayath Almadhoun is thuisloos geboren, in het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk in Damascus als zoon van een Palestijnse vader en een Syrische moeder. In 2024 was hij bij ILFU te gast voor een Book Club rondom zijn indringende bundel Ik heb een afgehakte hand voor je meegenomen, zijn eerste in zeven jaar.

6. Hassan Blasim – Allah 99 (2021, vertaald door Djûke Poppinga)

In 2021 vroeg ILFU tien schrijvers een bijdrage te maken rond het thema 'Why Fiction Matters'. De Irakese Hassan Blasim beschreef in zijn bijdrage hoe boeken als 'reservelong' dienden, ze lieten hem 'ademhalen in de verstikkende werkelijkheid van de dictatuur.' Blassim vluchte eind jaren negentig zelf voor het dictatoriale Irak en kon zich na jarenlange omzwervingen pas in 2004 vestigen in Finland.

In Allah 99 geeft Hassan Blasim een caleidoscopisch beeld van de ervaringen van vluchtelingen in Europa. De even absurde als realistische anekdotes, wonderlijke plotwendingen en aangrijpende verhalen tonen het dagelijks leven in Irak, dat hij achter zich moest laten.

7. Sasja Filipenko – De ex-zoon (2021, vertaald door Jan Lodewijk Eshuis)

In De ex-zoon ontwaakt er een jongen na tien jaar uit een coma. Hij komt erachter dat er in al die jaren niets is veranderd aan het dictatoriale regime van zijn land en besluit in opstand te komen. En hoewel de naam van dat land en ook zijn leider onbenoemd blijft, dringt de realiteit zich aan je op in deze roman. Sasja Filipenko, die zelf ontsnapte aan het regime van de Belarussische Loekasjenko, schreef in een later toegevoegd voorwoord over de comateuze toestand in Belarus, waar dit werk overigens verboden is.

8. Jhumpa Lahiri – Waar ik nu ben (2019, vertaald door Manon Smits)

De Indiaas-Amerikaanse Jhumpa Lahiri schreef eerder over de moeilijkheden van het migrantenbestaan van Indiërs in het Westen. Het poëtische Waar ik nu ben is de eerste roman die ze in het Italiaans schreef. Een niet bij naam genoemde vrouw loopt door een niet bij naam genoemde stad terwijl ze haar zelfgekozen eenzaamheid overdenkt. Ze voert haar dagelijkse bezigheden uit, en ondertussen observeert ze haar omgeving met behendigheid en elegantie. Het leven van een buitenstaander die het contact verloren heeft met haar omgeving, of nooit heeft gehad. Een vreemde eend in de bijt en in dit rijtje – maar daardoor des te passender.

9. Hasret Emine – Een burger van de wereld, een burger van nergens (2020)

In 2020 verscheen De Goede Immigrant, een bundeling van verhalen van mensen voor wie thuis zijn in Nederland absoluut geen vanzelfsprekendheid is. 'Migreren vanuit niet-westerse landen brengt een specifieke dynamiek en bagage met zich mee: ontworteling, heimwee, trauma en, het onmogelijke, erbij horen,' lezen we in inleidende noot van de samenstellers. Hoe vind je een thuis als je zowel in het moederland van je ouders als in je eigen geboorteland onveranderlijk 'de Ander' bent? De bijdragen in dit boek laten ook zien hoe de effecten van ballingschap niet na een generatie vervagen.

In 'Een burger van de wereld, een burger van nergens' schrijft historicus, auteur en fotograaf Hasret Emine in een stuk vol verlangen en heimwee over de onmogelijkheid van helemaal thuis zijn: 'Waar is mijn thuis? Waar mag ik zijn wie ik ben, zonder erbij te moeten horen?'

10. Behrouz Boochani – Alleen de bergen zijn mijn vrienden (2021, vertaald door Irwan Droog)

In 2023 organiseerden we een bijzondere ILFU Book Club rondom Alleen de bergen zijn mijn vrienden, een verslag over een vlucht uit Iran naar Australië, waar Behrouz Boochani werd onderschept en door de autoriteiten werd verscheept naar het eiland Manus.

Vertaler en Book Club-gespreksleider Irwan Droog schreef destijds: 'Wat naar de buitenwereld toe werd gepresenteerd als vluchtelingenhuisvesting, had in de praktijk meer weg van een gevangenis of martelkamp. Boochani schreef zijn boek stiekem, tikte passages op zijn clandestiene telefoon en stuurde die zin voor zin naar zijn contacten in de buitenwereld, die er uiteindelijk een boek van smeedden.'